Afbeelding

Delft Wereldstad Thailand

Algemeen

Editie: Week 15, Jaargang 21 |

Malee werd op haar 64ste eigenaresse van een Thais restaurant in Delft. (foto: Lenny Tamerus)

In Delft wonen 148 verschillende nationaliteiten. Veelal mensen die opgroeiden in een ander land en later naar Nederland verhuisden. Een van hen is Malee Intuam (72). Ze kwam begin jaren ’70 als kok voor de ambassade in Nederland werken. “Ik hou van de Nederlandse seizoenen.”


Het interview vindt plaats in het restaurant van Malee in Delft. Het is een trotse en gezellige gebeurtenis en daarom schuiven verschillende familieleden aan: haar man, haar zoon en haar schoondochter. Tijdens het gesprek verschijnen steeds meer Thaise hapjes op tafel.

Suikerdorp
Malee wordt geboren in 1941 in een klein dorpje in de provincie Singburi. Een vlak gebied vol rijstvelden, eenvoudige boerderijen en hutjes. Het dorp heet Naam Taan, suikerdorp, genoemd naar het vele palmsuiker dat de dorpelingen uit de bomen halen. Een aantal gebeurtenissen zorgen ervoor dat Malee regelmatig moet verhuizen. Zo overlijdt haar vader als ze nog peuter is. Samen met haar moeder en haar zus Mali gaat ze bij haar oma in een zuidelijke havenstad wonen. Wanneer het daar te onveilig wordt door de oorlog met Japan, verhuizen ze weer terug naar Singburi. Als Malee twaalf is besluit haar moeder dat het voor de ontwikkeling van haar dochters goed is om ook kennis te maken met de grote stad. Ze gaan een jaar bij een oom in Bangkok wonen. “Ik keek mijn ogen uit. In ons dorp had je rijstvelden en vee. Hier zag ik winkelende mensen, trams, boten, loopriksja’s... Bangkok zag er toen heel anders uit dan nu. Als ik er nu ben, herken ik alleen de oude tempels nog.” Na Bangkok gaat Malee opnieuw in Singburi bij haar moeder wonen die inmiddels een behoorlijk vermogen heeft vergaard met de rijstopbrengst. “Hier heb ik mijn tienerjaren doorgebracht. Ik weet nog dat het hele dorp vond dat mijn moeder het allerbeste kon koken van allemaal. Als er een trouwfeest was, hielp zij met het eten. Recepten gaan in onze familie van generatie op generatie. Als kind zat ik in de keuken te kijken hoe mijn moeder en oma stonden te koken.  Tom yam, pittige soep, en groene en rode curry waren mijn favoriet. Alles gemaakt met verse ingrediënten. Ik moest ook mee helpen. Dat vond ik toen niet zo leuk. Ik dacht: ‘mijn moeder gebruikt me veel voor deze taken’, maar nu, jaren later, ben ik haar daar dankbaar voor.”
Een dramatische gebeurtenis leidt tot de laatste Thaise verhuizing. “Mijn moeder bewaarde haar geld op de boerderij. In die tijd zwierven er veel bendes rond in Thailand. Op een avond was het onze beurt. Voor de deur stonden tien man. Ze sloegen mijn moeder en dreigden mij en mijn zus te kidnappen. Uiteindelijk zijn ze met het geld er vandoor gegaan. Mijn moeder was door alles zo in shock dat ze twee dagen niet kon praten. Zelfs de politie te woord staan, lukte haar niet. Omdat ze bang was dat het weer zou gebeuren en de bende mij en mijn zusje iets aan zou doen, verhuisden we terug naar Bangkok.”

Thaise ambassade
In Bangkok rolt Malee in het kappersvak. Op haar werk hoort ze verhalen van klanten. ”Door de Vietnamoorlog waren er veel Amerikanen in Thailand gestationeerd. Klanten en vriendinnen werkten voor hen. Als kok bijvoorbeeld. Een aantal van hen ging daarna in de Verenigde Staten wonen. Weg uit Thailand verhuizen werd ineens vrij normaal. Toen iemand me tipte de Thaise ambassade in Nederland een kok zocht, was ik nieuwsgierig. Ik heb meteen gesolliciteerd.”
Het is 1971 als Malee voor het eerst in Nederland komt. “Ik vond het hier heel mooi. De huizen, het landschap, de seizoenen. De eerste keer naar buiten gaan in de winter vond ik gek, maar al snel was ik eraan gewend. De Nederlanders vond ik erg aardig en er bestond een groot netwerk van Thaise vrouwen in Nederland. Ik maakte snel vriendinnen. Na een tijdje kon ook mijn zus voor de ambassade komen werken.” Helaas zit na drie-en-een-half jaar de klus erop en moet Malee terug naar Thailand. Niet voor lang. In 1979 is ze op vakantie bij haar zus in Leiden als ze een leuke man ontmoet. “Via via zijn we aan elkaar gekoppeld. We waren beiden al lang vrijgezel en op zoek naar iemand om het leven mee te delen. Ik was eind dertig en Paul halverwege de veertig. Ik vond hem meteen knap en lief. En ik vond het ook fijn dat deze relatie me de gelegenheid gaf in Nederland te wonen.” Omdat Malee een visum voor drie maanden heeft, wordt er snel besloten. “Binnen anderhalve maand maakten we aan de instanties bekend dat we van plan waren om te trouwen. Binnen een half jaar gaven we elkaar het ja-woord.”

Familie
Malee en haar man gaan in Den Haag wonen en samen krijgen ze twee zoons. In de jaren ’90 haalt ze samen met haar zus haar moeder naar Nederland. “In Thailand is familie heel belangrijk. Mijn moeder heeft altijd goed voor me gezorgd. Ik wilde niet dat ze een slechte oude dag zou hebben.” Uiteindelijk overlijdt haar moeder in Nederland. “Mijn zus belde om te zeggen dat ik snel moest komen, maar ik was net te laat om haar hand nog vast te kunnen houden. Toen ik aankwam was haar lichaam nog warm.”
Na vele jaren voor cateraars en andere restauranteigenaren gewerkt te hebben, wijst haar oudste zoon Malee in 2005 op een bijzondere kans. De eigenaar van het Thaise restaurant in Delft waar hij vaak komt, vertelt hem dat hij wil stoppen met zijn zaak. “Mijn zoon belde me en zei: ‘Het ligt op een schitterende plek, het is een mooi pand, echt iets voor jou’.” Zo wordt Malee op 64-jarige leeftijd eigenaresse van een restaurant. “Ik ben heel blij en trots dat ik eigen baas ben. Ik kook naar mijn eigen smaak. Net als in Thailand krijg je bij ons verschillende verse gerechtjes als dagmenu. Alleen staat daar alles op een grote tafel. Nederlanders hebben liever hun eigen bord en tafeltje. Daar hebben we ons op aangepast.” Het signatuur van haar restaurant is ongetwijfeld de dikke knuffel die gasten ontvangen bij vertrek. “Ik koester mijn klanten”, lacht ze. De hoge leeftijd van Paul en haarzelf begint inmiddels wel op te spelen. “We zijn afgelopen februari eindelijk naar Delft verhuisd. Nu kunnen we lopend naar de zaak. Langzamerhand begin ik  om me heen te kijken naar een vervanger, maar het valt niet mee om een goede te vinden...” (LT)


Wat ik mis uit Thailand:
- met de hele familie bij elkaar zijn
- specifieke vissoorten en visgerechten
- tropische vruchten zoals ramboetan en durian
- de boeddhistische tempels, ik ga hier wel eens naar de Thaise tempel in Waalwijk
- de markten met Thaise specerijen
 

Wat ik leuk vind aan Nederland:
- de seizoenen
- bootje varen voor je plezier
- de opleidingsmogelijkheden
- lekkerbekjes, haring, speklapjes en erwtensoep
- de bloembollen. Er kwam ooit een familielid op bezoek die dacht dat de bloemen op de bollenvelden op de akkers ‘s avonds geverfd werden! Het stond te recht en strak bij en de kleuren waren zo fel...

 

Download de laatste krant!

Energieweg 3
2627 AP Delft

T: 015 - 214 39 12