Bowlen is toch echt een sport, en nog een leuke ook

sport

DELFT – Bowlingvereniging ’t Karrewiel viert dit jaar haar 25-jarig jubileum. Alex Stolk (37 jaar oud, 24 jaar lid) en Miranda van Velzen (29 jaar oud, 17 jaar lid) maakten een groot deel van de geschiedenis van de vereniging mee. En ze kunnen, als we de kenners moeten geloven, nog lekker bowlen ook.

Voor Alex Stolk begon zijn ‘carrière’ als bowler al op jonge leeftijd. Nadat hij met school eens ging bowlen, bleef hij plakken. Miranda van Velzen was zeventien jaar geleden op zoek naar een nieuwe sport om te beoefenen en belandde uiteindelijk op de bowlingbanen van ‘t Karrewiel aan de Paardenmarkt. “Ik had daarvoor aan atletiek gedaan, maar dat was niks”, zegt Miranda. “Ja, want daar word je moe van”, voegt Stolk er lachend aan toe. 

Het was grappig bedoeld, want bowlen kán ook vermoeiend zijn, weten beide beoefenaars van de sport. Wedstrijdbowlen is namelijk heel wat anders dan gezellig met vrienden en familie een avondje naar het bowlingcentrum gaan. “Als ik met de m’n familie of iets ga bowlen dan heb ik moeite om de lol te zien die iedereen dan heeft”, zegt Van Velzen. “Recreanten hebben geen controle, wij wel.” Stolk: “Wij gaan met en hele andere gedachte de baan op We mikken niet op de pins (de kegels, red.), maar we gebruiken de pijltjes op de baan als mikpunt. Die pins kijken we niet eens naar.” Het is overigens niet zo dat Van Velzen zich aan de wat minder bedreven bowlers irriteert. Behalve dan als ze de door haar zelf meegebrachte bal gebruiken als ze zelf bijna aan de beurt is. 

“Veel mensen weten niet dat dit echt een sport is”, vervolgt Van Velzen. “Het is ook zeker topsport, zeker in Amerika.” Dat de sport in Nederland bij lange na niet zo groot als in Amerika, vinden beide wedstrijdbowlers van ’t Karrewiel wel eens jammer. “Mensen zijn er hier niet bekend mee, er wordt op tv ook nauwelijks aandacht aan besteed”, zegt Van Velzen. 

Het vergt echter heel wat oefening om tot een behoorlijk niveau te komen. Goed, de één pakt het sneller op dan de ander, maar om echt heel constant en nauwkeurig te gooien zijn toch flink wat trainingsuurtjes nodig. En dan is er ook nog het mentale deel. Een goede worp vergt een uiterste concentratie. “Dat is het belangrijkste”, weet de 29-jarige Delftse. “Als je op de baan staat dan moet je echt een knop om kunnen zetten.” Volgens Stolk moet je vlak voor de worp je oogkleppen opzetten. “En je moet al helemaal niet reageren op opmerkingen”, voegt hij eraan toe. “Want dan gooi je een klotebal.” Er vált hier echter op de trainen. Van Velzen: “Mijn trainster ging vroeger stampend achter me aan lopen als ik wilde gooien. Daar moest ik dan niet op reageren.” Deze onorthodoxe trainingsmethoden hebben wel gewerkt, want beide bowlers kunnen zich voor en tijdens hun worp helemaal afsluiten van de buitenwereld. En dat is maar goed ook. Want, weet Van Velzen, “die ene bal kan heel belangrijk zijn voor wat je het hele jaar hebt gedaan.” (JN)

Download de laatste krant!

Energieweg 3
2627 AP Delft

T: 015 - 214 39 12