Afbeelding

Hoe gaat het met Gerard Haak?

sport

Editie: Week 36, Jaargang 22 |

Gerard Haak weet hoe het in vroeger tijden bij SEP was, maar kan ook genieten van het heden. (foto: Roel van Dorsten)

Gerard Haak (53) kwam op zijn zeventiende als speler bij SEP terecht en is sinds die tijd altijd nauw bij het vlaggenschip betrokken.

– Je hebt niet altijd bij SEP gezeten?
“Nee, ik ben in de jeugd bij DHC begonnen, daar kwam ik via het schoolvoetbal terecht. Ik doorliep alle jeugdselecties met onder meer Johnny de Winter en Ronald Moor. Op mijn zeventiende brak ik mijn been en daarna ben ik naar SEP gegaan. Daar was ik geen onbekende, want ik ging vaak bij mijn oom, Theo Dessens, kijken.”

– Bij SEP kwam je direct in het eerste terecht?
“Het kostte eerst wel een jaartje aanpassen. Ik was een hardwerkende verdediger. Er zijn seizoenen geweest dat ik met mijn broers René en Jaap en mijn neef Michel speelde. Stonden er vier 'Haken' in het veld. Bij SEP leerde ik Leo Boer kennen, mijn beste vriend. Hij loopt eigenlijk als een rode draad door mijn carrière bij SEP.”

– Hoe dat zo?
“Toen ik hier kwam spelen, speelde ik al in het eerste. Later is hij assistent-trainer bij het eerste geworden en inmiddels is hij leider. Ik ben ook al die tijd bij het eerste betrokken geweest. Inmiddels ben ik verzorger; dat doe ik samen met mijn dochter Zoë. Die extra handen kunnen we zeker gebruiken, want we zijn er zowel voor de jeugd als voor de heren en dames.”

– Was het een grote overstap van DHC naar SEP?
“SEP voelde direct als een warme deken. Ik werd snel in de groep opgenomen en dat gebeurt met nieuwe jongens nog steeds. Ik heb er veel mooie dingen meegemaakt. Zo werden we eens kampioen en stond er nog een treintje van de carnaval op het terrein. Wij in dat treintje langs het veld en uiteindelijk eindigden we midden in de kantine, nadat we zo'n tussenpilaar uit een dubbele deur hadden gereden. Zo zijn er meer mooie verhalen. De sfeer is misschien wel het best samen te vatten door het voorbeeld te geven van trainer Ton Scheer. Toen hij bij SEP kwam rookte, dronk en gokte hij niet. Toen hij drie jaar later vertrok lustte hij wel een biertje. Ook was hij regelmatig bij het paardenrennen te vinden, waar Jack van Altena hem dan mee naartoe nam.”

– Hoe is de sfeer nu vergeleken met toen?
“Nog steeds wel goed, maar toch anders. Pas zat ik met Leo aan de bar en keek ik naar een tafeltje. Zaten vijf gasten allemaal met hun telefoon. Ik zeg 'Gezellig hè' en zet een beker dobbelstenen klaar. Hebben we die gasten uitgelegd wat Maxen is en stonden ze uiteindelijk pas om vier uur 's nachts buiten. Dat is toch mooi.”

Download de laatste krant!

Energieweg 3
2627 AP Delft

T: 015 - 214 39 12