Afbeelding

Nederlandse Dopingautoriteit houdt zich vanaf dit seizoen ook met amateurvoetballers bezig

sport

Editie: Week 44, Jaargang 22 |

De KNVB en Dopingautoriteit controleren tegenwoordig ook in het amateurvoetbal op verboden middelen. (foto: Roel van Dorsten)

DELFT – Uit onderzoek van het NRC bleek afgelopen zomer dat in het Spakenburg-elftal dat in 2012 kampioen van de topklasse werd, spelers doping gebruikten. Om dat in de toekomst te voorkomen, worden sinds dit seizoen ook amateurvoetballers op doping getest.

De KNVB heeft al enige jaren richtlijnen voor wat betreft het gebruik van verboden middelen, maar met ingang van dit seizoen worden ook amateurvoetballers geconfronteerd met dopingcontroles.  Deze worden niet door de KNVB gedaan, maar door de nationale dopingautoriteit. Directeur Herman Ram van het instituut legt desgevraagd uit dat iedere amateurvoetballer volgens het reglement kan worden gevraagd zijn plasje af te staan. “Maar in de praktijk richten we ons alleen op de top- en hoofdklasse. We werken met beperkte middelen en dan moet je prioriteiten stellen. Die liggen bij ons bij de hoogste klassen van de competitie.”


In de Delftse regio lopen dus alleen spelers van DHC de kans om na de wedstrijd voor controle opgeroepen te worden. Urine wordt geanalyseerd conform de dopinglijst zoals die is vastgesteld door de World Anti-Doping Agency (WADA) en die geldt voor alle sporten. “Op die lijst staan uiteenlopende stoffen, waaronder prestatieverhogende middelen, maar ook stoffen als cannabis, cocaïne en XTC”, vertelt Ram.

Tot op heden zijn er aan de hand van de dopingtests in hoofd- en topklasse nog geen gevallen van gebruik van verboden middelen geconstateerd. “Mocht dat wel gebeuren, dan geldt voor veel overtredingen een standaardstraf van twee jaar uitsluiting. Voor een deel van de dopinglijst kunnen lichtere straffen worden uitgedeeld. Daarnaast kunnen er verlichtende of verzwarende omstandigheden optreden die de strafmaat beïnvloeden. Of daarvan sprake is, wordt bepaald door de tuchtcommissie. Hun dopingreglement is op www.knvb.nl terug te vinden onder de kopjes ‘Wat doen we?’ en vervolgens ‘Doping’.”
De straffen gelden in principe alleen voor spelers. “Wel kan een club bestraft worden op het moment dat er binnen hetzelfde team en dezelfde competitie meerdere dopingovertredingen worden vastgesteld. Dat is echter nog nooit gebeurd.”

'IK BEN UIT VOORZORG NAAR HET ZIEKENHUIS GEGAAN'
Ook niet bij Spakenburg, waar DHC'er Ricky van den Bergh, toentertijd onder contract stond. In het onderzoek van NRC Handelsblad verklaarden medespelers dat hun ploeggenoten verboden middelen gebruikten en werd Van den Bergh bij naam en toenaam genoemd. Hij verklaarde tegenover Omroep West eenmalig en per ongeluk doping te hebben gebruikt. “Er stond een bidon in de kleedkamer, waaruit ik een slokje nam. Nog diezelfde avond voelde ik me niet goed en ben ik uit voorzorg naar het ziekenhuis gegaan.”

'IK DENK NIET DAT JE VAN DOPING BETER GAAT VOETBALLEN'
Van den Berghs trainer Rob de Lange snapt de controles niet zo goed. “Ik ben nu zo'n twintig jaar trainer op dit niveau en heb meer dan tien jaar geleden bij TONEGIDO een keer een dopinggeval meegemaakt met Mario Mansveld, daarna nooit meer. Deze zomer kwam naar buiten dat in het kampioenselftal van Spakenburg doping werd gebruikt en ik denk dat ze de spelers van toen in de gaten willen houden. Dan moeten ze beter hun huiswerk doen, want Ricky is al een tijd geblesseerd. Ik denk niet dat je van doping beter gaat voetballen. Je zou ook wel gek zijn om op dit niveau dat soort middelen te gebruiken. Bij schaatsen of wielrennen kan ik me voorstellen dat het helpt, maar voetbal... Verder doen die mensen gewoon hun werk en werken wij keurig mee:  we hebben ten slotte niets te verbergen. Het zou alleen wel fijn zijn als ze ons alleen bij thuiswedstrijden testen, want na de uitwedstrijd bij OSC was Jordy Brouwer aan de beurt en het duurde even voor het plassen lukte. Uiteindelijk waren we met zijn allen om een uur of half 9 thuis.”

Download de laatste krant!

Energieweg 3
2627 AP Delft

T: 015 - 214 39 12