Afbeelding

Maarschalkerweerd is honderd jaar dood, lange leve zijn orgels

cultuur

Editie: Week 16, Jaargang 23 |

Petra Veenswijk doet niets liever dan het Maarschalkerweerdorgel in de Maria van Jessekerk bespelen.

DELFT – Petra Veenswijk vertoeft dagelijks urenlang achter het Maarschalkerweerdorgel in de Maria van Jessekerk. Het instrument heeft voor haar geen geheimen, maar wel onbeperkte mogelijkheden.

Als we met haar bij het orgel afspreken, is ze druk aan het repeteren. Zondag 26 april wacht namelijk een fikse uitdaging. Ze speelt dan werken van Händel en een orgelconcert van Francis Poulenc. Vooral dat laatste stuk is bijzonder en bijzonder moeilijk. Wie dit stuk foutloos en feilloos wil spelen, weet Veenswijk, moet oefenen, oefenen en nog eens oefenen.

“Het is een heel interessant, prikkelend en indrukwekkend stuk, heel modern”, begint Veenswijk. Ze doet wat stukjes voor. “Dit is heel verrassend”, zegt ze dan. “Want hier doet ‘ie zo.” We horen orgelmuziek. “En dat doet ‘ie weer zo.” We horen iets andere klanken. “Het is een heel fris stuk. Eén van de mooiste concerten die ooit voor het orgel is gecomponeerd. Het is geïnspireerd op Bach.” Ze laat horen hoe Bach het ooit speelde, gevolgd door wat Poulenc ervan maakte. We schrikken even op van de plots bulderende klanken uit de pijpen van het orgel. “Het klinkt bijna hetzelfde, maar die afwisseling van hard en zacht die Poulenc eraan geeft maakt het interessant. Iedereen wordt dan even wakker geschud. En even later krijg je weer prachtige melodieën. Alle facetten van een orgel komen erin aan bod.” Veenswijk laat nog wat stukjes horen en we horen dat het goed is.

‘HET IS WEL RUSTGEVEND OM HIER ZO TE SPELEN’
Ze is voor zo’n concert, vertelt ze, ongeveer twee maanden aan het studeren. “Zo’n stuk als dat van Poulenc, is heel moeilijk. Daar moet je wel wat voor in huis hebben.” Dat heeft ze, gelukkig, al zal ze dat niet van de daken schreeuwen. Petra Veenswijk zat als 9-jarig meisje voor het eerst achter een orgel. Toen nog een elektronische, want dat was in de mode. Sindsdien is ze niet meer achter haar orgels vandaan te slaan. Ze deed het Conservatorium en legde zich helemaal op dit instrument toe.

Zo’n orgel als het Maarschalkerweerdorgel in de Maria van Jessekerk ziet er ingewikkeld uit en dat is het ook. “Je moet daarnaast stukken wel op snelheid kunnen spelen. Het orkest kan niet zeggen: We wachten even op de organist. Dagelijks zit ik hier drie, vier uur te studeren. Het is overigens wel rustgevend om hier zo te spelen. Die rust moet je ook hebben als je je op een concert voorbereid. Het vraagt daarnaast discipline. Want wat voor kunst je ook beoefent; je moet op een bepaald iets voordragen en je wilt dat moment pieken en heel goed spelen. Die drang heb ik altijd heel sterk gehad. Daarnaast prikkelt het me als ik weet dat er mensen komen kijken en luisteren. Veel van hen beseffen niet hoeveel tijd erin zit om te kunnen spelen wat zij dat moment horen.” En ja, er gaat weleens iets mis, geeft Veenswijk toe. “Want ik ben een mens. Maar dan speel ik het zó, dat niemand die fout hoort.”

Het is dit jaar honderd jaar geleden dat Michaël Maarschalkerweerd overleed. Daar kun je om treuren, maar in Nederland wordt dit juist gevierd, en wel met een Maarschalkerweerd herdenkingsjaar. Hij bouwde 150 orgels en die in Delft is de grootste originele. Vijf jaar geleden is het instrument helemaal gerestaureerd. “Dit is een heel mooi, mild klinkend orgel.” Ze benadrukt dat het een voorrecht is dit te mogen bespelen. “Menig organist is daar wel jaloers op.” Dankzij de 2323 pijpen zijn talloze klanken mogelijk, waarmee één orgel de klanken van een compleet orkest kan nabootsen.

‘DIT ORGEL HEEFT ECHTE PIJPEN EN ELKE PIJP HEEFT Z’N EIGEN KARAKTER’
Net als een keyboard kan, maar de verschillen tussen deze instrumenten zijn even groot als de omvang van het Delftse orgel, blijkt als we ernaast vragen. “Een keyboard is een elektrische imitatie van een orgel als dit. Dit orgel heeft echte pijpen en elke pijp heeft z’n eigen karakter. Bovendien is niet één van de orgels van Maarschalkerweerd hetzelfde. Het is net als met een antieke klok; elke klok is uniek en allemaal zijn ze met de hand gemaakt. Ook orgels, en dat hoor je. Het kan fantastisch mooie klanken maken, van een mooi klein fluitje tot grote en forse klanken. Een keyboard zal het geluid van een orgel als dit nooit kunnen overtreffen.”


‘HET IS EEN ON-GE-LO-FE-LIJK GOED STUK’
Zondag 26 april om 15.00 uur begint het eerste orgelconcert in een serie waarin Maarschalkerweerd wordt herdacht. Dit concert, waarbij Veenswijk werk van Händel en Poulec speelt, is er één waar de echte liefhebbers al weken naar uitkijken en waarvoor zelfs mensen uit steden als Groningen en Zwolle naar Delft komen. “Want het stuk van Francis Poulenc wordt – omdat het zo moeilijk is – niet vaak uitgevoerd, maar het is een on-ge-lo-fe-lijk goed stuk”, weet Veenswijk. Desondanks is de toegang helemaal gratis, wel is na afloop een collecte.

Kijk voor een overzicht van alle andere orgelconcerten die dit jaar in de Maria van Jessekerk zijn op de website www.veenswijkorgel.nl.

Download de laatste krant!

Energieweg 3
2627 AP Delft

T: 015 - 214 39 12