'Vanuit onze normen en waarden zegt het CDA: Iedereen telt mee!'
'Vanuit onze normen en waarden zegt het CDA: Iedereen telt mee!'

Politiek: Frank Visser - CDA

Algemeen

DELFT – Het bestuur van de stad is in handen van door de inwoners gekozen gemeenteraadsleden. Delft heeft 39 raadsleden die als volgt zijn verdeeld: STIP (6), D66 (6), GroenLinks (6), Hart voor Delft (5), VVD (3), PvdA (3), SP (2), CDA (2), Onafhankelijk Delft (2), ChristenUnie (2), Volt (2). Deze week een gesprek met Frank Visser van het CDA; wie is Frank en wat vindt hij belangrijk voor de stad?

Wat doe je naast je raadswerk?
In het dagelijks leven werk ik als ambtenaar bij de gemeente Den Haag, momenteel als directiesecretaris van de dienst Bedrijfsvoering en eerder van de dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Daarnaast ben ik, naast het raadswerk, actief in een aantal werkveldcommissies voor MBO- en HBO-opleidingen. En bij de gemeenteraadsverkiezingen in maart jl. was ik lijsttrekker. In m’n vrije tijd vind ik het fijn om een boek te lezen.

Wie is als het over politiek gaat een voorbeeld voor jou?
Er zijn natuurlijk gelukkig een hoop mensen die een voorbeeld zijn voor anderen. Als ik een voorbeeld moet noemen, dan Tineke Schokker-Strampel. Zij was Statenlid en gedeputeerde namens het CDA in Fryslân en nadien burgemeester van Vlieland. Tineke vind ik het toonbeeld hoe mensen idealiter zijn: nuchter, degelijk, bescheiden en nederig. De overheid, het openbaar bestuur heeft (meer) mensen van dit kaliber nodig.

Waarom koos je voor het CDA?
Je zou kunnen zeggen dat ik uit een typisch ‘CDA-milieu’ kom: ik ben opgegroeid in een dorp in Fryslân en mijn familie was en is zowel kerkelijk (gereformeerd, nu PKN) als maatschappelijk erg betrokken. Mijn oma, die nu 96 jaar is, ging bijvoorbeeld in 1948 al op pad met folders van de ARP. Van huis uit was een logische keuze dus. In het verleden ben ik veel actief geweest bij de politieke jongerenorganisaties van het CDA en de Europese Volkspartij. Wat mij erg aanspreekt bij het CDA is dat de partij uitgaat van de waarde en talenten van ieder mens en het besef dat mensen elkaar nodig hebben. Mensen komen in verbinding met elkaar tot bloei. En onze partij laat zich inspireren het door het Evangelie, iets dat de tijd volledig overstijgt en onze uitdagingen in het juiste perspectief plaatst.

Wat heeft het CDA voor de Delftse bevolking bereikt? 
We zijn net onderweg natuurlijk, maar recente voorbeelden zijn de inzet van Rob van Woudenberg voor de onderzoeksjournalistiek en een mediafonds. Goed bestuur betekent ook dat je checks and balances hebt. Media is daarin een belangrijke speler en zorgt er mede voor dat de democratische rechtsstaat functioneert. Maar ik denk ook aan Ineke van Geenen die haar altijd heeft ingezet voor een verandering van focus in jeugdhulp: meer inzet op preventie.

Wat zou je, politiek gezien, graag willen verwezenlijken?
Dat zoveel mogelijk mensen, ieder in een eigen tempo, kunnen meekomen in onze samenleving. Dit vraagt omzien naar elkaar en zorg voor elkaar. Zo komen we van samenleven naar samen leven. Gelukkig heeft Delft een gemeenteraad met actieve en slimme leden. Ik zou het mooi vinden als we, waar mogelijk, gezamenlijk optrekken om tot de beste oplossingen te komen die deze ambitie mogelijk maakt. Ieder vanuit zijn of haar ideologische drijfveer. Verder vind ik het essentieel dat de raad, als hoogste orgaan, nóg meer leading is. De eerder door mijn collega Gerrit Jan Valk ingediende motie ‘primaat bij de raad’ zal ik vermoedelijk geregeld aanhalen. En ik wil graag dat commissieleden, die de raadsleden ondersteunen, meer waardering krijgen voor al het werk dat zij doen. Deze functie heeft in Delft een zeer volwaardige invulling. Dat kan niet genoeg gezegd en gezien worden.

Wat zijn politiek gezien jouw aandachtsgebieden?
Net als in de afgelopen raadsperiode zal ik ook mij deze periode vooral richten op het brede sociaal domein, wonen en financiën. En ik ben namens lid van enkele rekeningcommissies van gemeenschappelijke regelingen. Extra aandacht wil ik geven aan bijvoorbeeld
Bestaanszekerheid
Ik vind het belangrijk dat het onderwerp bestaanszekerheid in ons verkiezingsprogramma staat. Bestaanszekerheid is het kunnen nadenken over de toekomst en niet uitsluitend bezig zijn om vandaag te overleven. Bestaanszekerheid kun je vergroten door soms ongelijke behandeling. Daarvoor is verbinding nodig op terreinen als werk, inkomen, maatschappelijke participatie, gezondheid, onderwijs en wonen. Bijvoorbeeld: hoe zorg je voor voldoende en voorspelbaar inkomen? Hoe voorkomen we schulden? En zorgen we voor goede toegang tot zorg, wonen en energie? Ik vind het daarom onverstandig dat bij de portefeuilleverdeling van het nieuwe college dossiers die raken aan bestaanszekerheid -zoals onderwijs en jeugd- bij verschillende politici zijn geland.

Wonen in Delft
Onze stad moet een thuis zijn en blijven voor jongeren, starters en gezinnen uit de middeninkomensgroep. Juist zij vertrekken massaal naar omliggende gemeenten,. Dit is een zorgelijke ontwikkeling, vooral omdat juist deze groepen veel bijdragen aan de leefbaarheid en economische slagkracht van de gemeente. Jongeren, starters en gezinnen moeten kunnen wonen in een woning bedoeld voor de levensfase waarin ze zitten. Meer sturing vanuit de gemeente op de woningbouw, onder andere op de realisatie van verschillende soorten woningen, is daarom nodig.

Betrouwbaar en dienstbaar
Tot slot vind ik dat we, ook lokaal , continu moeten werken aan een betrouwbare, dienstbare overheid. Niet alleen goed geïnformeerde, assertieve inwoners moeten hun weg weten te vinden. “Een politiek, die spreekt voor wie geen stem hebben; die handelt voor wie geen handen hebben; die een weg baant voor wie geen voeten hebben; die helpt wie geen helper hebben.”, zoals een bekend CDA-voorman sprak in 1975. Het mínste dat we kunnen en moeten doen is benaderbaar zijn en mensen actief opzoeken. Meer inwoners moeten het gevoel hebben: ik word gehoord, ik draag bij en doe mee en ik hoor erbij.