De daden van Lex Erdin (links) bleven na de oorlog gelukkig niet onopgemerkt. Zo schreef Joop de Blij (rechts) erover in zijn boek 'Oorlog en verzet in de prinsenstad'. Eerder dit jaar werd zelfs een schoolplein naar Erdin vernoemd.
De daden van Lex Erdin (links) bleven na de oorlog gelukkig niet onopgemerkt. Zo schreef Joop de Blij (rechts) erover in zijn boek 'Oorlog en verzet in de prinsenstad'. Eerder dit jaar werd zelfs een schoolplein naar Erdin vernoemd.

Hoe de oude Duitse tankversperring het in het begin toch nog te verduren kreeg

Algemeen

DELFT – De laatste nog levende Delftse verzetsman Lex Erdin hoopt dat van uitstel afstel komt. En dat de oude Duitse tankversperring langs de Schie, waar hij in de oorlogsjaren nog illegale activiteiten uitvoerde, niet zal worden verplaatst.

"Maar dat zal waarschijnlijk geen realiteit worden", laat Erdin weten naar aanleiding over het artikel in Delft op Zondag, op 17 juli. Hierin liet de provincie Zuid-Holland weten dat de oude Duitse tankversperring in 2018 zal worden verplaatst naar een andere plek, tien tot vijftien meter verderop.
"Maar de herinnering aan de huidige situatie blijft", stelt Erdin. De 93-jarige Delftenaar heeft er bijzondere herinneringen liggen. Hij weet nog goed dat het object langs de Schie, nadat het was aangelegd, door groepjes mannen van de Binnenlandse Strijdkrachten werd gebruikt om 'nachtoefeningen op los te laten'. "Die ploegjes wisselden van samenstelling. We vertrokken in het donker vanuit de Botanische Tuin, onder leiding van 'Peter 65' en/of 'Bertus'."

Enig schiettuig
De mannen waren bewapend met een betonijzer kniptang en 'enig schiettuig', vertelt Lex Erdin. De nachtelijke tripjes dienden volgens hem twee doelen. Ze raakten meer bekwaam in het sluipen in het pikdonker. "Want straatverlichting was er niet." Verder probeerden ze het prikkeldraad rond de tankversperring te verwijderen. "Aangekomen op de bestemming werd door één man geknipt en één iemand gooide het draad in het water. Dit alles moest gebeuren zonder 'au!' te roepen. Nummer 3 hield ondertussen de wacht." Dit was echter niet het gevaarlijkste deel van de tocht, weet hij nog. "Dat was de oversteek van de brug tussen de Hertog Govertkade en Zuidwal. De 'Ortskommandatur' was gevestigd op de Rotterdamseweg, iets voorbij de Van Speijkstraat. Je wist nooit of een wachtpost richting brug zou lopen." Als dat zo was, was het foute bingo. Voor de Landwacht waren de mannen 's nachts minder benauwd. "Die lui durfden in donker niet op straat!"
Na deze spannende tochten wachtte altijd een lekkere beloning. "Want elke keer goed op honk komend was er altijd wel 'iets' te drinken, om warm te worden omdat het lekker was. Onvermeld mag niet blijven dat vóór de aanvang van een nachtoefening werd gebeden voor een goede afloop en na terugkomst werd gedankt."