Afbeelding

In Debora praat men meestal over het leven

Algemeen

Editie: Week 50, Jaargang 21 |

Het lijkt of Adje Damen (L) en Anita de Kok (R) alleen koffie en thee schenken. (foto: Koos Bommele)

Als verpleegkundige mist Anita de Kok de tijd om haar patiënten psycho sociaal te begeleiden. Tijd voor een praatje en een luisterend oor is er nauwelijks meer in het ziekenhuis en daarom meldde zij zich zeven jaar geleden als vrijwilliger aan bij Inloophuis Debora.  “Het zal daar wel zwaar zijn”, dacht ik vooraf, “het zal wel uitsluitend over kanker gaan, maar het tegendeel is waar. Er wordt hier ontzettend veel gelachen.”


Haar collega, Adje Damen kwam bij toeval bij inloophuis Debora terecht. “Ik heb in mijn leven veel vrijwilligerswerk gedaan bij instellingen en in tehuizen voor mensen aan de rand van de samenleving. Nadat ik twaalf jaar in de bouwkunde had gewerkt kwam het wat nu moment. Precies op dat ogenblik kwam een advertentie van Debora voorbij. Ik ben met de coördinator gaan praten en heb me afgevraagd of deze vorm van vrijwilligerswerk bij me past. Of ik de ellende van de mensen niet mee  naar huis zou nemen. Ik heb de stap gezet en ik mag zeggen dat ik van elk bezoek aan Debora geniet.”
“Het lijkt alsof we alleen koffie en thee inschenken, maar het wezen van het werk bestaat uit luisteren en begrip tonen voor de verhalen van de gasten”, legt Anita de Kok uit. “Mensen willen gezien en gehoord worden. In de thuissituatie zijn zaken rondom kanker vaak niet bespreekbaar. Waarschijnlijk omdat mensen elkaar niet willen kwetsen. Tegen ons kunnen ze alles desnoods honderd keer vertellen. Ook al hebben mensen de mededeling gekregen dat ze kankervrij zijn, dan nog blijft de ziekte in hun hoofd ronddolen. Iemand zei eens: ‘mijn lijf is schoon, maar mijn geest is vuil’.”
Het vrijwilligerswerk in Debora mist zijn uitwerking op de vrijwilligers niet. “We leren veel van hen”, oordeelt Adje Damen. “Je ziet hier mensen in hun puurheid. Hier word je je bewust van het feit dat het niet belangrijk is wat je hebt, maar dat wie je bent veel belangrijker is. Ik ben steeds weer onder de indruk van de wilskracht van mensen, de wil om te blijven leven. Er komt hier elke week een doodzieke dame uit Den Haag. Met haar zieke lichaam komt ze met de trein en de tram, elke week weer. Het is zo mooi om met haar in gesprek te gaan. Het zijn mooie gesprekken, maar ook gesprekken die je los moet kunnen laten. Als je alles mee naar huis neemt, dan houd je het werk namelijk niet vol.”
Anita Kok wordt getroffen door de warme band die in het inloophuis tussen gasten en vrijwilligers groeit. “Die band is veel sterker dan in het ziekenhuis. We worden door de gasten soms op een geweldige manier in de maling genomen. We zien dat als een teken van waardering. Het werk zelf voelt niet zwaar, maar als ik thuiskom ben ik wel moe, dat wel. Overigens praten we niet vaak over kanker, meestal gaan de gesprekken over het leven. ”
De vrijwilligers van Debora zijn passanten in het leven van kankerpatiënten. Heel vaak moeten ze definitief afscheid nemen van de mensen waarmee ze jarenlang optrekken. “Dat afscheid nemen valt soms niet mee”, zegt Adje Damen. “Anderzijds leef je er ook naar toe. Voor sommige mensen is de dood een bevrijding. Als ik de lijdensweg zie die sommige mensen meten doorlopen, dan vraag ik me in alle oprechtheid af of dat nodig is. Soms is afscheid nemen zwaar, maar dan hebben we als vrijwilliger heel veel steun aan elkaar en aan de coördinator van het inloophuis.”

Download de laatste krant!

Energieweg 3
2627 AP Delft

T: 015 - 214 39 12