De verlengde Singelstraat in de Ministersbuurt-Oost heeft weinig groen in publieke ruimte. (Foto: Fred Leeflang)
De verlengde Singelstraat in de Ministersbuurt-Oost heeft weinig groen in publieke ruimte. (Foto: Fred Leeflang)

Hittestress en gezondheidsrisico’s in vijf Delftse wijken

Algemeen

DELFT - Delft kent vijf buurten met weinig groen. Dat heeft grote gevolgen. Tijdens warme dagen is de gevoelstemperatuur in deze wijken tweeënveertig graden. Zonder maatregelen loopt deze op tot ruim vierenveertig graden in 2050. Dat kan leiden tot ernstige gezondheidsproblemen en een stijging van het sterftecijfer. 

Door Marcel de Jong 

In de Verlengde Singelstraat in de Ministersbuurt-Oost is nauwelijks een boom of struik te bekennen. Stenen slaan de klok. Het is in deze wijk geen uitzondering. Deze buurt behoort net als Olofsbuurt, Molenbuurt, Poptahof-Zuid en Centrum-West tot de meest versteende wijken van Nederland, blijkt uit een onderzoek van milieuorganisatie Natuur & Milieu. Dat betekent dat deze wijken niet voldoen aan de norm van 75 vierkante meter groen per woning en dat deze buurten geen aaneengesloten stuk groen van minimaal één hectare hebben. Vooral in de wijken Ministersbuurt Oost, Olofsbuurt en Centrum-West is weinig groen te vinden, volgens de Basiskaart Groen en Grijs in de Klimaateffectatlas. In de Ministersbuurt-Oost bestaat 31,2% procent van de publieke ruimte uit gras, planten en bomen. De rest van de publieke ruimte bestaat uit stenen en asfalt, weg dus, stoep, fietspaden en parkeerplaatsen. In de Olofsbuurt (18,4 %) en Centrum-West (17,8%) is nog minder openbaar groen te vinden. De openbare ruimte in de Molenwijk (25%) en Poptahof (39%) hebben meer bomen, struiken en gras in de openbare ruimte, maar nog altijd veel minder dan wijken als de Gillisbuurt (82%) of Fledderusbuurt (8+%). 

Hoge temperatuur
Het ontbreken van struiken, grasvelden en bomen in de vijf Delftse woonwijken zorgt dat de hitte tijdens zomerse dagen sterk kan oplopen. Huizen, pleinen, stoepen, fietspaden en wegen nemen veel warmte op. Uit de Klimaateffectatlas blijkt dat op warme dagen de gevoelstemperatuur in de Olofsbuurt, Centrum-West en Ministersbuurt-Oost oploopt tot tweeënveertig graden, vijf graden hoger dan bijvoorbeeld Kerkpolder (37,1 graden) of de Gillisbuurt (36,8 graden). Ter vergelijking: in het bosrijke Hoenderloo is de gevoelstemperatuur tijdens zeer warme dagen slechts 33,8 graden – bijna tien graden lager dan de versteende wijken in Delft. Ook in de Molenbuurt (41,4 graden) en Poptahof-Zuid (40,2 graden) is de gevoelstemperatuur tijdens warme dagen hoog.
Een ander probleem is dat steen en asfalt warmte lang vasthouden. Een onderzoek van Wageningen Environmental Research laat zien dat de hitte in de vijf versteende Delftse wijken leidt tot een toename van het aantal nachten waarin de temperatuur boven de twintig graden blijft hangen. Dat zijn temperaturen waarin mensen slechter, onrustiger en lichter slapen. In 2016 (de laatste meting van het onderzoeksinstituut) is er anderhalve week per jaar sprake van dergelijke warme nachten. In 2050 is dit aantal verdubbeld tot drie weken per jaar.

Extreme hittestress
Deze hoge gevoelstemperaturen en warme nachten leiden tot grote of extreme hittestress, een aandoening waarbij mensen de warmte in het lichaam niet meer kwijt kunnen. Vooral ouderen, mensen met overgewicht en chronisch zieke mensen lopen daardoor het risico op ernstige gezondheidsproblemen, blijkt uit onderzoek van het RIVM. Hittestress kan leiden tot vermoeidheid, hoofdpijn en duizeligheid. Mensen kunnen daarnaast last krijgen van huidproblemen, jeuk en uitslag. Bovendien dreigt het risico van uitdroging en oververhitting, zeker bij ouderen. Ze hebben een lagere dorstprikkel en daardoor een hogere kans op hitteberoertes. In het ergste geval kunnen mensen hieraan overlijden.
Hittestress leidt ook tot andere problemen, laat het onderzoeksrapport De hittebestendige stad van de Hogeschool van Amsterdam zien. Het concentratievermogen van mensen daalt, mensen worden prikkelbaar en voelen zich minder prettig en de arbeidsproductiviteit daalt, zowel bij mensen die binnen als buiten werken. Ook zoeken mensen elkaar minder op, waardoor het risico op eenzaamheid bij met name ouderen toeneemt. Uit gegevens van de klimaateffectatlas blijkt dat in de Olofsbuurt en Ministersbuurt-Oost 30 tot 100 eenzame ouderen per vierkante kilometer wonen. Zij lopen extra risico op hittestress om ze weinig tot geen mensen kennen die hen kunnen waarschuwen om voldoende te drinken en te koelen. Specifieke gegevens voor de vijf Delftse wijken zijn niet voorhanden, maar ook een woordvoerder van de gemeente erkent dat er “een lineair verband is tussen hittestress en gezondheidsproblemen.”

Problemen groter
Deze gezondheidsproblemen zullen toenemen. Het KNMI verwacht dat de gemiddelde temperatuur tot en met 2050 met 1,3 graden omhoog gaat. Ook het aantal warme dagen zal toenemen. Uit de Klimaateffectatlas wordt duidelijk dat de gevoelstemperatuur tijdens zomerse dagen in de Olofsbuurt, Centrum-West en Ministersbuurt-Oost in 2050 naar ruim vierenveertig graden zal stijgen. Ook in de Poptahof-Zuid en Molenbuurt gaat de gevoelstemperatuur tijdens warme dagen met ruim twee graden omhoog. Dat betekent dus nog meer sterfgevallen en gezondheidsproblemen door hittestress. Een woordvoerder van de gemeente is zich hiervan bewust: “Er bestaat een lineair verband tussen hittestress en gezondheidsproblemen.”

Vergroening nodig
Onderzoekers van Klimaatadaptatie geven aan dat het vergroenen van de publieke ruimte de meeste impact zal hebben, gezien de hoeveelheid steen, bebouwing en asfalt die daar overheerst. Ook de gemeente zet in op vergroening van de openbare ruimte, blijkt uit het huidige collegeprogramma en de Nota Groen. Dit laatste stuk is echter al in 2012 opgesteld, tien jaar geleden dus. Wethouder Frank van Vliet van Klimaat, Cultuur en Openbare ruimte vertelt dat het gemeentebestuur bezig is met het actualiseren van het groenbeleid. “Meer groen en water in de publieke ruimte is hard nodig. De hittestress en de gezondheidsproblemen die daaruit voorkomen zijn echt een enorm probleem.”

3-30-300 regel
De gemeente analyseert waar vergroening het meest noodzakelijk is en hoe deze vergroening het best te realiseren valt. De gemeente laat zich hierbij inspireren door de Klimaatmaat (uitgevoerd door Duurzaamheidscentrum De Papaver) en het convenant klimaatadaptief bouwen met de daaraan gekoppelde website bouwadaptief.nl, waar bewoners, gemeente, woningbouwcoöperaties en bedrijven advies kunnen vinden over het vergroenen van de stad. Ook sluit de gemeente aan bij het delta herstelplan biodiversiteit, de campagne ‘Maak Grijs Groener’ en allerlei initiatieven rondom natuurinclusief bouwen.
Daarnaast doet de gemeente aanvullend onderzoek, allereerst naar de zogenaamde 3-30-300 regel. Hierin wordt onderzocht in hoeverre iedere woning uitzicht heeft op drie bomen, 30% schaduw in de omgeving heeft en zich op maximaal 300 meter van een groene en koele plek bevindt.
Verder heeft de gemeente met speciale luchtfoto’s de mate van verstening van alle tuinen in kaart gebracht. Beide studies zijn nog niet afgerond. “Onderzoekers zijn nog bezig met de analyse van de gegevens,” aldus Van Vliet. “Met de uitkomsten stellen we vast waar vergroening van de publieke ruimte het meest urgent is. En ja, daarbij zullen we ook specifiek maatregelen nemen voor de vijf zo sterk versteende wijken in Delft.”

Maatregelen per straat
De uitkomsten van beide onderzoeken zijn zo gedetailleerd dat de gemeente zelfs per straat gerichte maatregelen kan nemen. ‘Dat doen we uiteraard in overleg met de bewoners. Wij kunnen nieuwe bomen planten of zieke bomen vervangen, nieuwe perkjes en plantenbakken plaatsen die schaduwplekken zorgen, en bijvoorbeeld parkeerplaatsen vervangen door groen.” Dat laatste ligt gevoelig, erkent Van Vliet. “Hierover gaan we dan ook altijd in overleg met bewoners, waarbij we goed uitleggen waarom meer groen zo ontzettend belangrijk is en hoe wij dit samen met de bewoners willen realiseren. Tegelijkertijd zie ik dat ik de Ministersbuurt en Olofsbuurt steeds meer mensen gebruik maken van de ondergrondse parkeergarage aan de Phoenixstraat.”
Dat de samenwerking tussen gemeente en bewoners daadwerkelijk tot vergroening kan leiden, blijkt wel uit de geplande herinrichting van de Eliza Dorusstraat, midden in de Olofsbuurt. Julian Gommers, ondersteunend secretaris van de Belangenvereniging Olofsbuurt-Westerkwartier: “Het is nu een nauwe straat met nauwelijks groen en parkeerplekken die zo smal zijn dat auto’s altijd een deel van de weg blokkeren. Het is al een keer voorgekomen dat een brandweerwagen de straat niet meer uit kon komen. De gemeente heeft in nauwe samenwerking met de bewoners een herinrichtingsplan voor de straat gemaakt. Als het riool vervangen is, verdwijnen de parkeerplekken en plaatst de gemeente een groot aantal perkjes met planten, struiken en bomen. De bewoners zorgen voor geveltuinen en bankjes. De autoweg wordt in ere hersteld naar een woonerf, zoals het ooit is geweest. De straat wordt straks in ieder geval een stuk veiliger, gezelliger en groener.”
Een mooi voorbeeld vindt ook Van Vliet. “We hebben 300.000 euro gereserveerd voor bewonersinitiatieven om de publieke ruimte in hun wijk te vergroenen. Ook de huidige rioleringswerkzaamheden gebruiken we om in de wijken meer struiken en bomen te planten. Voor de start van de werkzaamheden hebben we de bewoners gevraagd op welke wijze de publieke ruimte in hun eigen straat groener kon worden. Mede door hun ideeën komen er meer bomen dan er stonden, kleiner dan de oorspronkelijke bomen die we in verband met de werkzaamheden noodgedwongen moesten weghalen, maar op de lange termijn zorgt dat groter aantal bomen er wel voor dat die buurten groener worden dan ze waren. Verder worden er meer perkjes op de openbare weg aangelegd en hebben we de bewoners gevraagd of ze na het afronden van de rioolwerkzaamheden een geveltuintje wilden. Die perkjes hebben we gefaciliteerd. Kijk naar de Adriaan Pauwstraat waar de rioleringswerkzaamheden zijn afgerond. Er zijn daar meer geveltuintjes dan ooit.”

Dit artikel is mogelijk door een bijdrage van het Mediafonds Delft. Volgende week volgt het tweede deel. Daarin bespreken we wat bewoners kunnen doen om de hittestress te verminderen.

Bij het vervangen van riool zijn grote bomen in Adriaan Pauwstraat verwijderd. Groen is dus verloren gegaan. Maar er komen nieuwe en meer bomen terug waardoor de wijk groener wordt. (Foto: Fred Leeflang)
Bijschrift Wethouder Frank van Vliet werkt actief mee aan vergroenen van de stad. (Foto: Fred Leeflang)