Raadsleden nemen sportbezuinigingen onder de loep

DELFT - Sportief Delft volgt met belangstelling en waarschijnlijk ook argusogen de vergadering van de Raadscommissie Sociaal Domein en Wonen op dinsdagavond 6 september. Tijdens deze vergadering kan – en zal – de politiek zijn zegje doen over de gemeentelijke bezuinigingsplannen in de sportsector.

Op maandagavond 22 augustus kwamen al een kleine honderd mensen in de kantine van DVC bijeen voor een buitengewone algemene ledenvergadering van de Delftse Sportraad. Ter bespreking stonden diezelfde gemeentelijke bezuinigingsplannen in de sportsector. Naast veel clubbestuurders waren sportwethouder Raimond de Prez, een aantal sportambtenaren en vertegenwoordigers van de raadsfracties van CDA, ChristenUnie, D66, Fractie Van Koppen, Groen Links, SP en VVD aanwezig.
Sportraad-voorzitter Wicher Schreuders wees in zijn opening op de samenhang tussen top- en breedtesport en op het grote maatschappelijke belang van sport, juist ook in een stad als Delft. Om die reden en mede gezien de voorliggende bezuinigingstaak, de geconstateerde slechte staat van de sportaccommodaties (kwantitatief en kwalitatief) en de door B&W voorgenomen investeringsplannen en een onderzoek naar de huursystematiek, vroeg Schreuders namens het Sportraadbestuur aan de wethouder om in gezamenlijk overleg weer te komen tot een afzonderlijke Sportnota.
Vervolgens was het de beurt aan wethouder De Prez. Hij prees de positieve houding in het gevoerde proces van de kant van het Sportraadbestuur, de KBG en de sportclubs, hoewel uiteraard niet alles tot ieders tevredenheid is geregeld. Hij wees op de bijstelling omlaag van het bezuinigingsbedrag in de sportsector, alsmede op de aangekondigde aanvullende maatregelen, waarover later meer nieuws.

Niet blij
De vele op de Sportraadvergadering aanwezige clubvertegenwoordigers waren weliswaar tevreden over de gevolgde procedure en de door het Sportraadbestuur en de Klankbordgroep bereikte resultaten, maar men concentreerde zich uiteraard en terecht op de nog resterende bezuinigingsmaatregelen. De clubs die dat direct treft, zijn er vanzelfsprekend niet blij mee. De resterende punten betreffen met name de sluiting van Sporthal Brasserskade (BC Delft, DAS, Phoenix) en van Sportpark Buitenhof (Delfia), hetgeen voor die clubs een gedwongen verhuizing naar elders betekent. Daarnaast speelt het overdragen naar de clubs van het onderhoud van de golfbaan van Concordia en de tennisbanen/oefenvelden bij dvv Delft, DHL en DVC. Hoewel met de betrokken clubs in de afgelopen periode van gemeentezijde is overlegd, bleek ter vergadering dat zeker nog niet alle hobbels zijn weg genomen.

Te laat ingelicht
Met name Pieter Kunz (Concordia) en Rienk Bijlsma (DAS) lieten van zich horen. Zij stelden onder meer dat men als club te laat was ingelicht, namelijk pas nadat het College van B&W eind april een voorstel richting de gemeenteraad had vast gesteld. Jan Deurloo (DES), Dik Schreuders (DHC) en Paul de Bree (DHL) wezen op de bestaande en ook voor de toekomst dreigende ondercapaciteit aan sportaccommodaties en dus een tekort aan veld- en zaalruimte in Delft. Immers, zoals in het onderzoek is vastgesteld, blijkt Delft er met de kwaliteit en kwantiteit van de huidige sportaccommodaties slecht voor te staan. Gemiddeld genomen is er een bijna volledige bezetting van bestaande accommodaties, terwijl op basis van onderzoek wordt verwacht dat het aantal actieve georganiseerde sporters in Delft in 2030 met zo'n 4 procent zal zijn toegenomen. Bovendien wil men vanwege een beter en gezonder leefklimaat sportdeelname juist nog meer laten toenemen, maar dan moeten er wel sportaccommodaties zijn, die kwantitatief en kwalitatief op orde zijn.

Om tafel
In een vraag- en antwoordspel gaf wethouder De Prez zo goed mogelijk zijn reactie op de gemaakte opmerkingen, waarbij hij zich bereid toonde om in de dagen tot aan de beslissende vergadering van de Commissie Sociaal Domein en Wonen nog persoonlijk met de diverse betrokken sportclubs om tafel te gaan. Het wachten is nu op de vergadering van komende dinsdag en de daaruit voortvloeiende voorstellen.