
Delft worstelt met huisvesting statushouders
AlgemeenDELFT - Delft staat voor een aanzienlijke uitdaging als het gaat om de huisvesting van statushouders dit jaar. Het college van Delft heeft onlangs de gemeenteraad geïnformeerd dat het naar verwachting niet in staat zal zijn om aan de wettelijke taakstelling te voldoen. Deze taakstelling betreft de huisvesting van 288 statushouders voor dit jaar, wat een aanzienlijke stijging is ten opzichte van voorgaande jaren. Dit roept de vraag op hoe Delft deze groeiende uitdaging zal aanpakken.
Door Cheyenne Toetenel
De problematiek begon in mei 2023 toen Delft een wettelijke taakstelling kreeg opgelegd voor de huisvesting van 162 statushouders in de tweede helft van het jaar. Dit aantal is maar liefst 28,5% hoger dan de taakstelling voor de eerste helft van het jaar, die 126 personen omvatte. In totaal streeft Delft ernaar om 288 statushouders in 2023 te huisvesten, wat een toename is van 95% ten opzichte van het voorgaande jaar, waarin de taakstelling 147 statushouders betrof. De verwachting voor 2024 is evenmin rooskleurig, gezien de blijvende stroom van vluchtelingen. Delft moet zich voorbereiden op een mogelijk nog hogere taakstelling voor het komende jaar.
Stand van zaken
Op papier lijkt het erop dat Delft een vliegende start maakte in 2023. In 2022 werden al 28 statushouders extra gehuisvest, wat betekende dat er voor het jaar 2023 nog 260 resteerden. Tegen week 35 waren er 128 statushouders succesvol gehuisvest, en van nog eens 32 verwachtten de woningcorporaties een woning te kunnen aanbieden, waarvan 17 de datum voor ondertekening van het huurcontract al hadden doorgekregen. Bovendien zijn 15 alleenstaande minderjarige vluchtelingen verhuisd naar woningen, maar deze tellen niet mee voor de taakstelling van 2023, omdat ze al eerder waren geteld.
Uitdagingen
Ondanks deze veelbelovende start, lijkt Delft te kampen met verschillende uitdagingen die het behalen van de taakstelling voor 2023 bemoeilijken. Ten eerste is er een beperking opgelegd aan de instroom in de sociale huursector, die is vastgesteld op het niveau van 2022 om het draagvlak te behouden en te zorgen dat minstens 70% van de beschikbare sociale huurwoningen toegankelijk blijft voor reguliere huishoudens. Een ander obstakel is de trage voortgang bij de realisatie van flexwoningen voor statushouders. In tegenstelling tot de opvang van Oekraïners, zijn de beschikbare financiële middelen voor statushouders onvoldoende om tot een haalbare businesscase te komen, wat leidt tot vertragingen in de oplevering van deze woningen. Zelfs als er wel oplevering plaatsvindt in 2023, zal Delft de taakstelling niet halen vanwege de snel stijgende instroom van statushouders. Daarnaast is er een optie voor flexwoningen op de TU Campus besproken, maar deze had onvoldoende draagvlak. In plaats daarvan heeft de gemeente gekozen voor grootschalige permanente woningbouw, met name voor studentenhuisvesting. In kwalitatieve zin zit het knelpunt vooral bij alleenstaanden door verdringing van de reguliere doelgroep bij betaalbare kleine woningen, en zeer grote huishoudens door een tekort aan grote woningen.
Oplossingen
Het college benoemt verschillende oplossingsrichtingen om de uitdagingen aan te pakken. Een eerste is het verhogen van de instroom in vrijkomende sociale huurwoningen binnen de 30% ruimte, mogelijk door het verlagen van aanvangshuurprijzen. Ook wordt genoemd dat wordt gezocht naar nieuwe locaties voor flexwoningen of tijdelijke woonfuncties. Daarnaast wordt voorgenomen een pilot te starten met vijf nieuwbouwwoningen naar aanleiding van gesprekken met IVBN-beleggers, met financiële ondersteuning van de gemeente. Ook het verkennen van woningdelen voor alleenstaande statushouders wordt als oplossingsrichting aangekaart, evenals het overwegen van het behouden of aankopen van grote woningen voor grote gezinnen.
Uitdagingen
Ondanks deze voorgestelde oplossingen, is het waarschijnlijk dat Delft haar wettelijke taakstelling voor de huisvesting van statushouders in 2023 niet volledig zal halen. Veel andere gemeenten in Nederland bevinden zich in een vergelijkbare situatie, en er is dringend behoefte aan structurele financiële steun vanuit de overheid om deze groeiende uitdaging aan te kunnen gaan. Het college heeft de provincie Zuid-Holland - de toezichthouder - geïnformeerd over de verwachte moeilijkheden en is proactief op zoek naar oplossingen. Toch kan het formeel toezichtregime van de provincie in werking treden als de taakstelling niet wordt gehaald, met mogelijke financiële gevolgen voor de gemeente.