Wellicht voor sommigen een onverwachte kant van Piet van der Kruk is zijn fascinatie voor geschiedenis en dan vooral die van de (kracht)sport en de stad Delft.
Wellicht voor sommigen een onverwachte kant van Piet van der Kruk is zijn fascinatie voor geschiedenis en dan vooral die van de (kracht)sport en de stad Delft.

Oud-gewichtheffer Piet van der Kruk blikt terug

sport

DELFT – Wekelijks blikt Delft op Zondag met oud-sporters terug op hun gloriejaren. Deze week met Piet van der Kruk (75). Hij werd vijf keer Nederlands kampioen gewichtheffen en vier keer Nederlands kampioen kogelstoten.

Door: Marc Schapers

Piet van der Kruk wordt in 1941 aan het Achterom geboren. Hij maakt al op jonge leeftijd kennis met gewichtheffen. Hij is nog een klein ventje als zijn vader, zelf krachtsporter, hem meeneemt naar Van Mullem, een zaaltje aan de Rotterdamse weg waar op zondagmorgen regelmatig wedstrijden worden georganiseerd. "In 1949, acht jaar oud, was ik met m'n vader bij de wereldkampioenschappen gewichtheffen in het Circusgebouw in Scheveningen. Dat maakte natuurlijk grote indruk."
In 1955 begint zijn eigen sportcarrière. "Niet als gewichtheffer, maar als turner bij de Christelijke Gymnastiek Vereniging Excelsior in Delft. Op m'n veertiende bleek dat ik een sterke jongen was. Daarop heb ik de overstap gemaakt naar krachtsportvereniging Sandow. Daar ben ik gaan gewichtheffen en Grieks-Romeins worstelen." In beide disciplines wordt hij Nederlands jeugdkampioen.

Als hij 16 is meldt hij zich aan bij AV '40. Hij legt zich toe op discuswerpen en kogelstoten en wint als kogelstoter twee nationale jeugdtitels. Van der Kruk is noodgedwongen een autodidact: "Je keek bij oudere atleten hoe ze het deden en dat probeerde je te kopiëren."

Noodlanding
In 1960 reist Van der Kruk als gast van een Haagse atletiekploeg mee naar een wedstrijd in Londen. "Ik had nog nooit gevlogen. Eerst moesten we eindeloos wachten op Zestienhoven omdat, zo werd gezegd, een ruitenwisser niet functioneerde. Eenmaal in de lucht stopte een van de vier motoren ermee. Na veel gedoe landden we ergens in Engeland en zagen we een hele rits ambulances en brandweerwagens langs de landingsbaan. Niemand vertelde ons iets, maar later bleek dat de piloot een noodlanding had moeten maken."

Begin jaren '60 stokt zijn carrière als hij in militaire dienst moet. "Wat de sport aangaat waren dat verloren jaren. Ik was gelegerd in Den Helder. Trainingsmogelijkheden ontbraken en ik kreeg nauwelijks medewerking. Zelfs in de nacht voordat ik deelnam aan de militaire kampioenschappen in Den Bosch moest ik wachtlopen. Er bleek geen mogelijkheid dat een weekje te verzetten. Zonder te hebben geslapen heb ik 's morgens vroeg te trein genomen richting Den Bosch. Een waardeloze voorbereiding natuurlijk. Ik heb daar dan ook weinig potten gebroken." Na zijn diensttijd vindt hij een baan bij TNO en studeert hij in de avonduren aan de MTS in Rotterdam. "Dat betekende dus overdag werken, drie avonden naar school en de rest van de week trainen. Alleen op zondagavond permitteerde ik me een 'uitspatting' en dronk ik twee flesjes bier in De Klomp. Vaak zeiden ze tegen me: 'Jôh, Piet doe niet zo flauw, neem er nog een', maar ik heb het altijd bij twee gehouden."

Mexico 1968
Warme herinneringen heeft Van der Kruk aan Bislet in Oslo. In 1967 wordt hij daar als lid van de Benelux-ploeg tweede op het onderdeel kogelstoten. "Ik stond daar op het schavotje in een in een van de mooiste stadions van Europa en werd hartstochtelijk toejuicht."

Het meest memorabel echter in zijn sportloopbaan zijn zonder meer de Olympische Spelen in Mexico in 1968. "In 1960 lukte het me niet te plaatsen als worstelaar en in 1964 miste ik als kogelstoter de limiet. In 1968 als gewichtheffer viel alles op z'n plek en werd ik geselecteerd. Ik stond er wel alleen voor. Ik moest naar Mexico zonder eigen coach en wie iets van gewichtheffen weet, weet dat je eigenlijk niet zonder kunt. Gelukkig had de coach van de Nederlandse Antillen, Marcel Beterian, geen deelnemers in de zwaargewichtklasse. Hij was zo sportief mij bij te staan." Van der Kruk wordt uiteindelijk negende met een totaalscore van 487,5 kilogram. Een prestatie van formaat tussen al het Oost-Europese geweld. Bij Oost-Europa denk je aan doping. Van der Kruk zegt daarover: "Je zag weleens iemand met een spuit rondlopen. Nu misschien gemakkelijk praten, maar eerlijk is eerlijk: was ik destijds wel zo sterk geweest om het niet te doen? Geluk bij een ongeluk: we hadden geen idee hoe we eraan moesten komen. En daar ben ik achteraf heel blij om."

Zijn fascinatie voor geschiedenis heeft publicaties opgeleverd als 100 jaar krachtsport in 17 sterke verhalen en Achter de gevels. In zijn navorsingen stuitte Van der Kruk op Jan Koelink, de 'beste Delftse worstelaar aller tijden', die net als hij op het Achterom heeft gewoond. "Als er mensen zijn die nog een foto van deze man hebben, houd ik me aanbevolen."