Ron van Rooijen (links) legt een bezoeker uit hoe zij haar al vergevorderde zoektocht naar voorouders succesvol kan voortzetten. Rechts Gerard Velders. (foto: Jesper Neeleman)
Ron van Rooijen (links) legt een bezoeker uit hoe zij haar al vergevorderde zoektocht naar voorouders succesvol kan voortzetten. Rechts Gerard Velders. (foto: Jesper Neeleman)

Zoeken naar voorouders valt niet mee, gelukkig is hulp altijd nabij

Algemeen

DELFT – Wie hulp zoekt bij de speurtocht naar voorouders, kan elke tweede woensdag van de maand langskomen bij het voorouderspreekuur in het Archief Delft. Delft op Zondag schoof aan.

Door: Jesper Neeleman

Drie vrijwilligers van de Nederlandse Genealogische Vereniging Delfland zijn vandaag van de partij. Als we halverwege hun spreekuur aankomen, zijn ze alle drie druk in de weer met vragen van bezoekers. Ze organiseren dit spreekuur alweer bijna een jaar. En alleen die ene keer in september, toen het 34 graden Celsius was, kwam er niemand.

Alle andere keren konden ze nuttig werk verrichten voor lieden die de speurtocht naar hun voorouders al waren begonnen, maar wel wat hulp konden gebruiken. Want genealogie is een geweldige hobby, benadrukken de drie, maar eenvoudig is het niet. "Ik doe het nu zeven jaar en weet nog lang niet alles over m'n voorouders", zegt Ron van Rooijen, als het wat rustiger is. "Je bent nooit uitgezocht." Gerard Velders is al tien jaar aan het speuren. En hij blijft bezig. Maar wie goed zoekt, vindt veel moois. "Zo ontdekte ik dat veel van mijn voorouders trouwden op het moment dat al een kind op komst was", zegt hij. Dat was vroeger 'schering en inslag', voegt Aart Struijk eraan toe. Mannen maakten eerst even een proefrit met hun geliefde. Bleek zij zwanger te kunnen worden, dan was het nageslacht verzekerd en konden de twee in het huwelijksbootje stappen. Velders merkte bovendien vaak dat, als een getrouwde man of vrouw sterft, zijn of haar echtgenoot binnen enkele maanden volgt. "Er lijkt dus wel iets te bestaan als sterven van verdriet."

Soms vinden de genealogen kleine brokjes informatie. Soms ook gedetailleerde verhalen. "Zoek eens op Pieter Struik, getrouwd in 1782", zegt Struik tegen Velders, die met een scherm voor zich zit. Die vindt niks. "Nee, Struijk. Zonder C", zegt Struijk. Spelling is vaak een struikelblok voor genealogen. Even later zien we een oud vergeeld document, met daarop wat sierlijk gekrabbel. Op het eerste oog niet spannend, maar Struijk vertelt erover alsof het een meeslepende roman is. Over zijn voorvader en zijn 25 jaar jongere Italiaanse schone, die Rooms-katholiek was. Bezwaren hiertegen werden meerdere keren in de kerk besproken.

De vrijwilligers van de NVG hebben al veel bezoekers wijzer gemaakt. Wie echter denkt dat ze even je naam invoeren en je even later met je familiegeschiedenis de deur uit wandelt, vergist zich. De zoektocht naar familie moet sowieso niet achter een computer beginnen. "Ga altijd eerst bij je oma of je oude tante langs", zegt Velders. "Vraag wat zij nog weten over hun voorouders. Wanneer zijn ze geboren, wanneer overleden, wat hadden ze voor beroep, waar woonden ze?" De drie mannen hebben één ding gemeen: ze begonnen te laat met hun hobby, toen hun meeste voorouders al waren overleden. "En óf ik spijt heb dat ik m'n ouders en grootouders nooit vragen heb gesteld", zegt Struik erover. "Mijn Tante Beb had een mooi fotoalbum. Het Struijkenalbum. Ik vroeg m'n tante Beb wie wie was op die foto's. Dat wist ze niet. M'n ome Leen kende er gelukkig wel een paar. Maar verder blijft het dan missen. Daar word ik weleens 's nachts wakker van."