Jan Knol (rechts) krijgt zijn prijs uitgereikt door Willem van Oranje
Jan Knol (rechts) krijgt zijn prijs uitgereikt door Willem van Oranje

Winnend citaat Willem van Oranje: ‘Wat een moordplek!’

Algemeen

DELFT - Wat zou Willem van Oranje gezegd kunnen hebben, toen hij in 1572 voor het eerst aankwam in het Prinsenhof. Dat was de uitdaging in een prijsvraag die de vriendenvereniging van Museum Prinsenhof eind september uitschreef. De oproep leverde tientallen reacties op. Uit alle verrassende inzendingen koos een jury voor het citaat dat Delftenaar Jan Knol heeft bedacht. De eerste woorden die Willem van Oranje volgens hem zou hebben gesproken waren: “Wat een moordplek!”

Volgens de jury is de inzender erin geslaagd om in enkele woorden de essentie te vatten: een liefde voor deze bijzondere plek in Delft én tegelijkertijd een verwijzing naar de rampzalige gebeurtenis die hier zou plaatsvinden in 1584. Het is een citaat dat bijblijft.

Prijs
Met het winnende citaat heeft de inzender een bon voor een etentje in stijl voor twee personen gewonnen. Jan Knol ontving de prijs zondagmiddag in het Prinsenhof uit handen van Willem van Oranje zelf (vertolkt door Piet van der Pas). Dit tijdens een feestelijke bijeenkomst van de vriendenvereniging, die 40 jaar bestaat.

In het zonnetje
Tijdens de bijeenkomst werden ook twee jonge Delftenaren in het zonnetje gezet: Joël Spierlings en Steven Visser, beiden 11 jaar en leerling van de Maurice Maeterlinckschool. Zij bedachten voor Willem van Oranje de citaten “Ik ga de Nederlanden bevrijden van de Spanjaarden” en “Oooohh, wat is het hier mooi”. Hiervoor verdienden de jonge deelnemers als aanmoedigingsprijs een boek en een vriendenpas.