Het gezicht achter: Bakker Jaap

DELFT - Net na de Tweede Wereldoorlog begonnen als brood- en banketbakkerij L.H. Rietvelt, later bekend als 't Delftsch Backershuys en inmiddels met de naam ‘Bakker Jaap’ een begrip in Delft en omstreken. Martin Rietvelt (37) gaat zelf ook al 17 jaar mee en is de vierde generatie binnen het bakkersambacht.

Door Cheyenne Toetenel

Al vier generaties lang houdt de familie Rietvelt zich bezig met het bakkersvak. Overgrootvader Rietvelt als proefbakker bij de Gist-Brocades, zijn zoon later als ondernemer toen hij in 1947 de bakkerij opende. Toen nog aan de Doelenstraat, waar de zaak in die tijd goed liep. Vader Jaap Rietvelt nam in 1980 noodgedwongen de bakkerij over, nadat opa Rietvelt kwam te overlijden. In de jaren '80 vond er een flinke uitbreiding plaats. Jaap wilde groter en groter, kreeg er vestigingen bij aan de Molslaan, Minervaweg, in de Veste en in Schiedam en Den Haag. Begin jaren '90 kwam daar een bakkerij met meerdere winkels in Kwintsheul bij en in 1992 was ook de bakkerij aan de Wijnhaven een feit, in het pand dat wij nu nog altijd kennen als Bakker Jaap. Op het hoogtepunt had Jaap veertien winkels onder zijn hoede. Door teruglopende inkomsten en het verlies van grote klant Konmar, moest afscheid worden genomen van dertien van deze panden. De enige zaak die overeind bleef, was zijn goedlopende winkel in het pand aan de Wijnhaven. Martin Rietvelt staat nu aan het hoofd van deze gerenommeerde bakkerij, en hij brengt met de toevoeging van de originele naam ''t Delftsch Backershuys' ook de traditionele waarden van het bakkersambacht terug in de winkel.

Met de handen werken
"Als kind zijnde woonden wij met het gezin boven de bakkerij in de Doelenstraat, dus het was niet vreemd dat ik als klein dondersteentje altijd al door de winkel wandelde", vertelt Martin. "Dan zat ik een beetje met restjes deeg te knutselen." Toch is het overnemen van de zaak niet altijd een droom van hem geweest. "Eigenlijk wilde ik altijd de kant van dierenverzorging op, maar met twee oudere zussen die de zaak niet wilden overnemen was ik het laatste sprankje hoop voor mijn ouders. Zij hebben mij daarom de richting van het bakkersvak opgestuurd." Martin begon in zijn tienerjaren in Wageningen met de brood- en banketopleiding, maar dat hield hij maar een jaar vol. "Het was voornamelijk theorie wat ik daar leerde, maar ik werk liever met mijn handen dan dat ik in de schoolbanken zit. Uiteindelijk heb ik een leerwerkplek gezocht, heb ik stage gelopen bij Meesterbakker Roodenrijs, Banketbakkerij Stoffer en later hier bij mijn vader in de zaak. Uiteindelijk ben ik in 2003 echt aan de slag gegaan als bakker en ben ik in 2005 mede-eigenaar geworden van Bakker Jaap. Ikzelf ben steeds meer in het bedrijf gegroeid, terwijl mijn vader juist is gaan afbouwen. In 2009 heeft mijn vader zich volledig teruggetrokken en run ik de zaak zonder hem, al kwam hij nog regelmatig even buurten. Hoewel ik in eerste instantie dus niet zozeer stond te springen om de zaak over te nemen, ben ik toch blij met de keuze die ik heb gemaakt. Het werk in de bakkerij doe ik met veel plezier, het stukje ondernemen vind ik heerlijk en het klantcontact is fijn. Hoewel het pittig werk is - ik begin elke dag om 1 uur 's nachts - ben ik graag op de werkvloer om mooie producten te bakken."

Schakelen
Vanaf het moment dat Martin als mede-eigenaar in de bakkerij kwam, heeft hij drie hele goede jaren gedraaid. Totdat de crisis uitbrak, maar daar wist hij met de zaak goed uit te komen. "Wij hebben toen de keuze gemaakt om ook aan horeca te gaan leveren, dat is echt iets wat onder mijn leiding tot stand is gekomen. Dit besluit is uitgegroeid tot een groot succes, want ondertussen bevoorraden wij zo’n 70 a 75 procent van de horecazaken in de Delftse binnenstad." Nu met de coronacrisis krijgt Bakker Jaap de klap juist op dit vlak, maar ook in deze tijd weet Martin snel te schakelen. "Wij bundelen onze krachten met Bakker van Roon en brengen nu brood contactloos aan huis. Dat snelle schakelen bleek een groot succes voor ons. We krijgen er zulke positieve reacties op, dat wij er voorlopig nog mee doorgaan." Ondanks de mindere momenten, hebben de creatieve ideeën er tot nu toe dus altijd voor gezorgd dat de zaak bleef draaien. "Uiteindelijk heeft het ons gebracht tot waar we nu staan met dit goedlopende bedrijf. En daar kan ik alleen maar trots op zijn!"