Aquarel van het oude Meisjeshuis, vóór 1769 (TMS 20457)
Aquarel van het oude Meisjeshuis, vóór 1769 (TMS 20457)

365 dagen Delft: Het oude Meisjeshuis

Algemeen

Wekelijks presenteren Ingrid van der Vlis en Gerrit Verhoeven hier een archiefschat. Nieuwsgierig geworden? Op www.stadsarchiefdelft.nl verschijnt zelfs dagelijks een nieuw verhaal, 365 dagen lang!

Het Meisjeshuis werd in 1578 gesticht als voortzetting van het Middeleeuwse Heilige-Geestzusterhuis. Dat dateerde al van omstreeks 1390. De zusters hielden zich bezig met thuiszorg voor zieken en andere hulpbehoevenden. Na de Reformatie en de opheffing van katholieke instellingen moest een andere bestemming worden gezocht voor het pand. Het werd een weeshuis voor 'schamele meisjes', bestuurd door een college van regenten en regentessen. De gebouwen konden nog wel even mee, want die waren na de stadsbrand van 1536 nieuw opgetrokken. De kapel werd verhuurd als opslagplaats voor oorlogstuig, de rest van het complex bood onderdak aan de meisjes en het personeel.

Een kleine twee eeuwen later ontstond behoefte aan uitbreiding en nieuwbouw. Bruin kon het wel trekken, want het Meisjeshuis was dankzij schenkingen, legaten en zorgvuldig beheer een rijke instelling. De regenten huurden in 1765 een huis aan de Voorstraat als tijdelijk onderkomen. Het oude Meisjeshuis werd gesloopt, net als het zuidelijke buurpand Het Wolfje, dat voor 2.265 gulden was aangekocht. Stadsfabriek – zeg maar directeur Openbare Werken – Nicolaas Terburgh maakte het ontwerp voor de nieuwbouw en trad op als hoofdaannemer. Hij heeft behalve het Meisjeshuis nog meer sporen in de stad nagelaten, zoals het Boterhuis en de Waag aan de Markt, de Bank van Lening aan de Burgwal en de voorgevel van de Lutherse Kerk aan het Noordeinde.

Het totale project kostte ruim 75.000 gulden. In de rekeningen van het Meisjeshuis, die worden bewaard in het Stadsarchief, kun je precies zien waaraan het geld werd uitgegeven. De rentmeester verantwoordde namelijk tot in detail wat hij betaalde aan de leveranciers van hout, steen, kalk, leien en andere bouwmaterialen. Of aan werklieden als timmerlui, metselaars, loodgieters, stucadoors en leidekkers. In 1769 was alles gereed en kon er worden gefeest. De moeder ofwel directrice van het tehuis kreeg van de regenten geld voor 'een blijmaal van de kinderen in het nieuwe gebouw'. Uit het rijke archief van het Meisjeshuis stammen twee fraaie aquarellen van het oude én van het nieuwe complex. Vooral die eerste is heel bijzonder, want zo vaak gebeurde het niet dat een pand werd afgebeeld voordat het werd gesloopt.