Het Straatje van Vermeer is sinds 25 maart in Delft te bewonderen. Tot nu toe kwamen hiervoor al bijna 50.000 bezoekers naar Museum Prinsenhof. (foto: Anja Daleman)
Het Straatje van Vermeer is sinds 25 maart in Delft te bewonderen. Tot nu toe kwamen hiervoor al bijna 50.000 bezoekers naar Museum Prinsenhof. (foto: Anja Daleman)

Museum Prinsenhof wordt zelfstandig, maar wanneer?

Algemeen

DELFT – Terwijl de Vermeer-tentoonstelling in Museum Prinsenhof Delft ten einde loopt, worden ondertussen stappen gemaakt om het Delftse museum te verzelfstandigen.

Door: Jesper Neeleman

Museum Prinsenhof Delft is nu nog van de Gemeente Delft. De medewerkers zijn dus ambtenaren en het museum heeft in alle opzichten een grote organisatie achter zich. Dat gaat veranderen. Museum Prinsenhof Delft moet over een tijdje op eigen benen staan. Daarbij is het niet de vraag óf, maar wanneer en hoe dit gebeurt. Dat moet blijken uit een onderzoek dat het College van B en W nu laat uitvoeren. Vorige week bleek dat hier al geld voor is vrijgemaakt.
Voor het zich kan losweken van de gemeente, moet het museum 'sterk in de kern' worden, laat een gemeentewoordvoerster desgevraagd weten. Dat is deels al gebeurd. Zo werd Museum Prinsenhof begin dit jaar voor miljoenen euro's verbouwd. Niet alleen om de terugkeer van Het Straatje' mogelijk te maken, maar om ook in de toekomst vaker topstukken naar Delft te kunnen halen. Deze week werd bekend dat de eigenaar van restaurant De Prinsenkelder 180.000 euro krijgt om zijn zaak over te dragen aan de gemeente, van wie hij het restaurant 41 jaar huurde. Deze ruimtes kunnen dan in een toekomstig Prinsenhof als horecadeel dienen. Zo heeft het museum meer inkomsten en dus meer bestaansrecht.
"De eerste opgave is om het museum sterker te positioneren met een breder publieksbereik en een solide bedrijfsvoering. Dat proces is momenteel in volle gang", zegt de gemeentewoordvoerster. Eind dit jaar worden nog concretere toekomstplannen en visies voor een zelfstandig Prinsenhof gepresenteerd.

Verbaasd
CDA-fractievoorzitter David van Dis is verbaasd over de haast die B en W plots maken met de verzelfstandiging. "Dat was altijd een verre toekomstvisie. Dat ze er nu al zo gauw mee aan de slag willen, is wel wat raar", reageert hij. Bovendien: "Er wordt nu al 180.000 euro uitgegeven om de Prinsenkelder over te nemen. Daarmee lopen ze dus al vooruit op het onderzoek over verzelfstandiging. Er gaat steeds maar weer geld naartoe en ik word er niet blij van." Het CDA wil daarom schriftelijke vragen aan B en W stellen. Als het aan de VVD ligt, staat Museum Prinsenhof juist zo snel mogelijk op eigen benen. En daarvoor waren en zijn wel investeringen nodig, geeft fractievoorzitter Bart Smals aan. "Want je moet het museum wel een reële kans geven om straks te kunnen overleven. Anders kun je het net zo goed sluiten."

Jaar van Vermeer
Dat Museum Prinsenhof bestaansrecht heeft, bleek vorige maanden wel, toen het Jaar van Vermeer hier helemaal was losgebarsten Het museum hoopte met de tentoonstelling 'Vermeer Komt Thuis' in een kleine vier maanden tijd 40.000 bezoekers te trekken. Afgelopen week stond de teller al op 48.000. "Het moet dus gek lopen willen we niet boven de 50.000 bezoekers eindigen", laat Hedwig Zeinstra van Museum Prinsenhof Delft weten. "We zien nu veel bezoekers komen die hebben besloten Het Straatje nog te komen bekijken, voordat het na 17 juli weer naar Amsterdam gaat. We kijken nu al heel tevreden terug. Het is boven verwachting gegaan."
Dankzij de tentoonstelling trok Museum Prinsenhof bovengemiddeld veel bezoekers. Vorig kalenderjaar kwamen er in totaal 80.000 bezoekers naar het museum aan het Agathaplein.
Dat was fijn voor Museum Prinsenhof, maar daarmee ook voor heel Delft, stelt Ed Hoogendijk, voorzitter van de Delftse afdeling van Koninklijke Horeca Nederland. "Dat het een goede investering was Het Straatje naar Delft te halen, dat is duidelijk", reageert hij. "Het was gezellig druk in Delft. Wat het de horeca heeft opgeleverd, is moeilijk te toetsen. Het zal per zaak verschillen. Maar Delft heeft dankzij de tentoonstelling veel reclame in Nederland en daarbuiten gekregen. Dat is positief voor de stad en positief voor de toekomst van Delft."
Nachtburgemeester Leo Quack is het beroemde schilderij van Vermeer zelfs drie keer gaan bekijken. "Ik ben goed rondgeleid. Ik ben geen kunstkenner, maar heb toen wel gemerkt dat je dankzij die uitleg anders naar zo'n werk gaat kijken. Investeringen die zijn gedaan om het werk naar Delft te halen zijn, zeker met het oog op de toekomst, zeker de moeite waard geweest." Nachtburgemeester Quack zag afgelopen tijd veel toeristen in de stad, en er zullen er door de promotie voor Delft vast nog velen volgen. "Het is zeker weten goed geweest voor Delft."
Museum Prinsenhof was en is blij met de vele acties van ondernemers, die aanhaakten bij de tentoonstelling, laat Zeinstra weten. "Heel fijn. Zo is het echt een gezamenlijk project voor Delft geworden. We merken bovendien aan de bezoekers uit Delft dat ze door al die nationale en internationale aandacht op een bepaalde manier trots zijn op hun stad."

Laatste kans
Wie het topstuk van Vermeer - en de tentoonstelling die eromheen is georganiseerd - nog niet is komen bewonderen, heeft nog één week de tijd. Zondag 17 juli is het voor het laatst in Delft te zien. Om die laatste week in te luiden, is er zondag 10 juli van alles te doen en te beleven in Museum Prinsenhof. Bovendien is het museum aan het Sint Agathaplein die dag gratis te bezoeken.
Zie voor meer informatie en het programma die dag de website www.prinsenhof-delft.nl.