Marcel de Wit schreef vijftig columns over Delft. Bij Boekhandel De Omslag zal hij dit zaterdag 25 juni vanaf 16.30 uur signeren en eruit voorlezen. (foto: Jesper Neeleman)
Marcel de Wit schreef vijftig columns over Delft. Bij Boekhandel De Omslag zal hij dit zaterdag 25 juni vanaf 16.30 uur signeren en eruit voorlezen. (foto: Jesper Neeleman)

Marcel de Wit verbaast en verwondert zich en schreef daar een boek over

Algemeen

DELFT – Marcel de Wit (52) verblijft, verbaast en verwondert zich dagelijks in Delft. Daarover schreef hij afgelopen jaren vijftig columns, die nu in boekvorm zijn uitgekomen.

Marcel de Wit is nergens liever dan in Delft. Alleen als zijn club Feyenoord thuis speelt, verlaat hij de Delftse stadsgrenzen, schrijft hij op de achterflap van zijn boek 'Autoluw en andere Delftse verhalen'. Dat is wel, bekent hij, een stukje 'dichterlijke vrijheid'. Want het idee voor zijn boek begon in Amsterdam Bijlmer, een plek waar hij eigenlijk liever níet kwam, maar een cursus web-schrijven voor gevorderden volgde. Als oefening schreef De Wit, die jarenlang voor Delft op Zondag schreef, een column over Delft. "Toen m'n docent 'm las zei hij: 'Heb je dit in twintig minuten geschreven? Je moet er meer van schrijven'." En dat deed hij.

Hij was toen net vijftig jaar geworden, dus wilde hij vijftig columns schrijven. Die kwamen vorige week in boekvorm uit. De Wit spreekt steeds over 'een boekie'. Alle verhalen hebben gemeen dat ze zich in Delft afspelen. "Het gaat over alle zaken waarover ik me in Delft verbaas en irriteer. Want ik vraag me vaak af: Hoe is dit toch mogelijk? Neem alle belangenvereniging in Delft. Ze spreken altijd 'namens de bewoners', maar ze hebben mij nog nooit m'n mening gevraagd. Bovendien komen belangenverenigingen in de binnenstad in actie als voor de deur van de voorzitter een stoeptegel los ligt. Als er in Tanthof wordt geracet, maakt het ze al niet meer uit. Ik ben zelf meer van het algemeen belang." De Wit schreef daarnaast over de ophef die ontstond toen bleek dat 'de dansmariekes' met Koningsdag geen reveille konden doen omdat ze zelf de vergunning voor hun optreden moesten betalen. Dat verbaasde hem al. "Maar toen las ik óók nog dat ze vroeger zelfs werden betaald om dan op te treden…" Ook de dierenvrienden die zich tijdens de paddentrek bekommeren om overstekende padden, moeten het ontgelden. 'Padden hoef je echt niet over te zetten', schrijft De Wit. 'Vermoedelijk zijn er gewoon teveel padden. Anders worden er ook niet zoveel doodgereden.'

Wie na deze voorbeelden denkt dat De Wit zich als een grumpy old man beklaagt over alles in Delft, vergist zich. Vaak komt ook de schoonheid van het leven in de Delftse binnenstad aan de orde. Zo schrijft hij over een vogel, die zich dood vloog tegen z'n raam en waar hij vervolgens een kleine uitvaart voor organiseerde. De onfortuinlijke koolmees kreeg zelfs een kruis en een kaarsje op z'n graf."

Leven in de binnenstad is mooi. En makkelijk, geeft de 52-jarige Delftenaar aan. "Want alles is om de hoek. Ik ga vaak wel even kijken als er evenementen zijn. Is het niks? Ben ik zo weer terug." Wonen in Delft is zo leuk dat hij dus zelden de stad verlaat. "Dat hoeft van mij gewoon niet zo nodig. Ik ging eens twee weken op vakantie naar Canada, om m'n neef te bezoeken. De eerste nacht dacht ik al: nog elf nachten en dan kan ik weer naar huis." Na zijn laatste column voor zijn boek heeft hij niets meer geschreven. "Ik kijk nu ook niet meer zo om mee heen, op zoek naar onderwerpen. Ik loop nu weer als gewone Delftenaar door de stad." Daar voelt hij zich tenslotte het best bij…
Het boek 'Autoluw en andere Delftse verhalen' is onder meer verkrijgbaar bij Boekhandel Huyser en Boekhandel De Omslag.