Een deel van het studententeam, met van links naar rechts Liza, Giannis, María, Iris en Célina.
Een deel van het studententeam, met van links naar rechts Liza, Giannis, María, Iris en Célina.

In de voetsporen van Antoni van Leeuwenhoek, op zoek naar nog betere microscoop

Algemeen

DELFT – Het was Delftenaar Antoni van Leeuwenhoek die rond 1673 bestaande microscopen enorm verbeterde. Nu, 353 jaar later, is een groep Delft studenten wederom druk om tot een betere microscoop te komen.

Voor deze negen vrouwen en één man geen zomer vol zon, feestjes , reisjes en ontspanning. Ze brengen de zomer van 2016 niet door op het strand, maar in een lab van de Faculty of Applied Sciences. Dat vinden ze geen enkel probleem, vertellen de 21-jarige teamleden Iris de Vries, Liza de Wilde en Célina Reuvers. Integendeel. "Het is best uniek", zegt Liza. "Zo'n project als dit kan alleen tijdens je studietijd. We maken zelf beslissingen. De professoren geven tips, verder doen we het zelf." En wat ze doen? Ze maken biolasers en biologische lenzen. Hoe? Met behulp van bacteriën. Daarmee doen ze – net als nog 299 teams - mee aan een internationale studentenwedstrijd. Eind oktober vertrekken ze daarom naar het Amerikaanse Boston. "Heel gaaf om aan zo'n grote wedstrijd mee te doen", geeft Célina aan. "Verder is het natuurlijk mooi om aan zoiets maatschappelijk relevants te werken", voegt Iris eraan toe. De Delftse studenten verbeteren twee voorwerpen die al bestaan. Dat doen ze door iets aan bepaalde onderdelen daarvan toe te voegen. Het technische verhaal erachter blijkt voor een leek vrij ingewikkeld. Wie het precies wil weten, kan meer info en uitleg vinden op de website van het team: http://2016.igem.org/Team:TU_Delft.

Eén van de doelen is in elk geval om technieken in microscopen te verbeteren zodat deze een nog scherper beeld geven. "Zodat we sommige ziektes bijvoorbeeld beter kunnen begrijpen", legt Célina uit. Het tweede doel is om lichtgewicht lenzen te maken, die de dure lenzen kunnen vervangen. "En in de toekomst kunnen deze lenzen misschien wel gebruikt worden om meer licht te vangen op zonnecellen, zodat die nog efficiënter werken", vervolgt Célina. De manier waarop ze die biolasers en biolenzen gaan maken, is bijzonder. Dit doen ze in hun lab door het DNA van een bepaalde bacterie te veranderen. Volgens de studenten een volkomen biologisch proces.

Het is ingewikkelde materie, maar het kan, weten ze zeker. "Theoretisch moet het lukken, maar er kan altijd van alles misgaan", weet Célina. "De experts die ons helpen zijn vooralsnog in elk geval erg enthousiast. Als ons project zo goed gaat als we verwachten, zouden we de eersten zijn die een volledig biologische laser produceren." Waar dit alles toe gaat leiden? "We hopen sowieso natuurlijk de wedstrijd te winnen", zegt Célina. "Verder hopen we microscopen te kunnen verbeteren en dat de lenzen waar we aan werken nog veel gebruikt gaan worden."