Martin de Graaf voelt zich als een vis in het water tussen de studenten van Ariston '80. "Natuurlijk kunnen er weleens dingen anders, maar een sfeer zoals hier, vind je niet zo snel bij een andere vereniging." (foto: Roel van Dorsten)
Martin de Graaf voelt zich als een vis in het water tussen de studenten van Ariston '80. "Natuurlijk kunnen er weleens dingen anders, maar een sfeer zoals hier, vind je niet zo snel bij een andere vereniging." (foto: Roel van Dorsten)

Martin de Graaf maakt zich geen zorgen om hekkensluiter Ariston ‘80

sport

DELFT - Na een gebrekkige voorbereiding en een wat tegenvallende seizoensstart staat Ariston ‘80 momenteel onderaan in de derde klasse. Trainer Martin de Graaf maakt zich echter geen zorgen. “Kwaliteit zal altijd naar boven komen.” 

Door: Alphons de Wit jr. 

Na vijf speelrondes hebben de studenten vier punten; dat zijn er maar zes minder dan koploper Laakkwartier. “En dat zegt eigenlijk alles over deze competitie”, vertelt De Graaf, bezig aan zijn zesde seizoen bij de Aristoni. “In deze poule zijn geen zwakke broeders. Er zijn maar twee ploegen die vorig jaar een ‘gewoon’ seizoen draaiden en zich tijdens de reguliere competitie veilig speelden. Verder bestaat hij uit degradanten uit de tweede klasse, kampioenen uit de vierde klasse en periodekampioenen van het vorig seizoen. Het ziet er dus naar uit dat alles heel dicht bij elkaar ligt. Daarom zul je dit seizoen, als het niet lukt om van je tegenstander te winnen, er soms alles aan moeten doen om niet te verliezen. Het is namelijk zo dat elk puntje het verschil kan zijn tussen je wel of niet handhaven.”

Slechte start
Inmiddels staat Ariston dus op vier punten, die werden behaald door een overwinning op DSVP (2-0) en het 1-1 gelijke spel tegen Concordia van afgelopen weekend. “En ik denk dat dit beide verdiende resultaten zijn”, blikt De Graaf terug. “Daarom baal ik ook zo van de eerste drie wedstrijden. Natuurlijk hadden we met DWO en Duindorp zware tegenstanders, maar dan hoef je er nog niet met 5-1 van te verliezen. Ook de 2-3 nederlaag tegen HMSH was onnodig. Daar is niets meer aan te doen, maar voorlopig hik je nog wel even tegen een achterstand aan.”
Deze tegenvallende resultaten zijn niet in de minste plaats het gevolg van een tegenvallende voorbereiding. “In de zes jaar dat ik hier werk is het nog nooit zo rommelig geweest. Sommige spelers kwamen laat terug van stages of vakantie; anderen raakten snel geblesseerd en we zijn na het succesvolle afgelopen seizoen een aantal jongens kwijtgeraakt, die achteraf gezien misschien wel belangrijker voor ons succes waren dan we aanvankelijk dachten. Door deze samenloop van omstandigheden konden we pas kort voor de competitiestart beginnen te trainen met de jongens die het dit jaar moeten doen. Voorlopig hebben we daarbij de nodige averij opgelopen, maar de afgelopen weken zitten we weer wat in de lift.”

Vooruitkijken
Daarom maakt De Graaf zich momenteel ook geen zorgen. “We hebben een grote selectie en ons tweede elftal speelt ook gewoon reserve eerste klasse. Dat betekent dat het met het niveau wel goed zit en deze jongens redelijk gemakkelijk in te passen zijn als dat nodig is. Daarnaast is het geloof er ook. Na een wat stroeve start zie je dat het geloof er is en ook met de aanwezigheid en de discipline zit het goed. Het vervelende is alleen dat we ten opzichte van de rest een week of drie achterlopen.”
Daarbij ziet de oefenmeester dat de vorm met vier punten in de afgelopen twee duels weer terugkomt. “Dat is ook zoiets. Ik zeg altijd maar: ‘De vorm wordt niet door de postbode in de brievenbus gedaan. Dat is iets waar je keihard voor zult moeten werken. Dat pikken die jongens ook goed op. De resultaten tegen DSVP en Concordia zijn mooi en nu is het aan ons om in een flow terecht te komen.”

Op z’n plekkie
Ook na zes jaar heeft de voormalig trainer van onder meer Vitesse Delft en RKDEO het nog steeds ontzettend naar zijn zin aan de Mekelweg. “Natuurlijk zijn er weleens dingen waar je tegenaan loopt, maar dat is bij andere clubs niet anders. Daarnaast werk je bijvoorbeeld ook bijna jaarlijks met een andere technische commissie en bestuur. Het mooie is dat je die studenten daarbij ook ziet groeien. Verder is er een fijne en ongedwongen sfeer. Daarbij sluit mijn manier van werken, ik ben een trainer die veel waarde hecht aan teambuilding, bijna naadloos aan op deze groep. Ik zit hier dus zeker op m’n plekkie.”
De Graaf heeft dit seizoen met zaalvoetbalinternational Zoyla Barendse voor het eerst een dame in zijn selectie. “En ik denk dat zo’n situatie nergens zo natuurlijk kan verlopen als bij ons. Voorlopig speelt ze in het tweede, want ze wil ook blijven zaalvoetballen. Als je dan op vrijdagavond een wedstrijd hebt gehad, is het lastig om op zaterdag alles te geven.”
Als trainer heeft De Graaf een plan met de talentvolle middenveldster. “Veel clubs willen zo’n speelster meteen in het diepe gooien. Wij willen het eerst zo krijgen dat ze in het tweede elftal in staat is om de negentig minuten vol te maken. Daar werkt ze nu keihard voor en of dat leidt tot een plek bij het eerste, zullen we nog zien. In het tweede ontwikkelt ze zich ook prima.”