Etiket voor het 'Atelier voor Versieringskunst' van Sipke Baars, ca. 1921 (TMS 132682)
Etiket voor het 'Atelier voor Versieringskunst' van Sipke Baars, ca. 1921 (TMS 132682)

365 dagen Delft: Versieringskunst

Algemeen

Wekelijks presenteren Ingrid van der Vlis en Gerrit Verhoeven hier een archiefschat. Nieuwsgierig geworden? Op www.stadsarchiefdelft.nl verschijnt zelfs dagelijks een nieuw verhaal, 365 dagen lang!

Het is een ambacht dat we nu anders zouden noemen, maar de term 'versieringskunst' dekt de lading wel.

Sipke Baars (1877-1956) is een binnenhuisschilder die zich naast het gewone schilderwerk toelegt op technieken als kalligraferen, marmertekenen, houtimitatie en decoratieschilderen.

Sipke Baars is in Sneek geboren, trouwt in Amsterdam en komt in 1907 naar Delft. De stad bruist in die jaren van de artistieke activiteiten, de juiste plek dus voor iemand die als decorateur aan de slag wil. Baars werkt onder meer mee aan de interieurschilderingen in het dan net gereedgekomen Vredespaleis in Den Haag, waar ook de in Delft werkende Adolf Le Comte, Leon Senf en Karel Sluyterman bij betrokken zijn. Met H. Schaap runt Baars een schildersbedrijf aan de Verwersdijk, waar klanten ook glas in lood kunnen bestellen. De mannen zijn van allerlei markten thuis.

In november 1910 opent Sipke Baars samen met hout- en marmerschilder J.A. Wijnmaalen de Delftsche Schilderschool. Leerlingen kunnen drie maanden lang dag- of avondcursussen volgen in 'hout- en marmerschilderen, vaktekenen, vlakversieren, vergulden en penseelschrijven'. In het atelier aan Voorstraat 87b ontvangen zij die winter elf leerlingen. Zij maken al snel prachtige werkstukken, die in de etalage van fotograaf Piet Stek aan de Choorstraat getoond worden.

In het voorjaar van 1911 bedanken de jongens voor het genoten onderwijs met een advertentie in de Delftsche Courant. Door een misverstand staan álle elf leerlingen hieronder vermeld, ook C. Hille, die de cursus niet afrondde. Sipke Baars zet dat een week later recht met een ingezonden brief. Hille krijgt zo nog een publieke sneer na omdat hij 'ineens, zonder behoorlijk tijdige waarschuwing' met de lessen was gestopt.

De strenge houding schrikt toekomstige cursisten niet af. Jaarlijks melden zich zo'n tien leerlingen aan. Dat deze combinatie van kunst en ambacht een vak apart is, blijkt wel uit een bedankadvertentie die in 1923 in de krant staat. Van de negen cursisten komt er dat jaar niet één uit Delft. Van Brummen tot Montfoort, iedereen komt speciaal naar Delft om hier de versieringskunst te leren.