Het stadsgesprek op maandag 26 juni (Foto: Koos Bommelé)
Het stadsgesprek op maandag 26 juni (Foto: Koos Bommelé)

In gesprek met de stad over groei TU Delft

Algemeen

DELFT - Afgelopen maandag deelden burgemeester Marja van Bijsterveldt en rector-magnificus Tim van der Hagen van de TU Delft in een gesprek met de stad hun visie op de verbinding tussen de universiteit en de stad. Een bijeenkomst met ruimte voor kritiek, maar toch ook een positieve noot. 

Door Cheyenne Toetenel

Van der Hagen kijkt met een positief gevoel terug op het stadsgesprek. “Persoonlijk contact is belangrijk om te ervaren hoe er naar de TU wordt gekeken. Er was een mooie opkomst. We gaan de komende tijd proberen meer inwoners te bereiken, zodat we een zo goed mogelijk beeld hebben van hoe de TU leeft in de stad.” Van Bijsterveldt spreekt van een goed, constructief gesprek. “Tijdens het stadsgesprek was er natuurlijk ruimte voor kritiek, maar de mooie verhalen bleven ook niet achter. Het publiek, bestaande uit inwoners, studenten en besturen van studentenverenigingen en activiteitencommissies, zorgde voor een interactief gesprek. Dat vind ik een goede zaak.” 

Leefbaarheid
De TU Delft zet zich sterk in om de stad leefbaar te houden, stelt Van der Hagen. “Maar de overlast is er, daar moeten we eerlijk in zijn. Ik werd erg geraakt door de persoonlijke ervaringen rondom overlast. Natuurlijk ken ik de verhalen, maar de emotie kwam wel bij mij binnen. Daarom moeten we echt met elkaar kijken wat we eraan kunnen doen. Heel positief is dat we samen met de gemeente en studentenverenigingen afspraken over het gebruik van alcohol hebben gemaakt. Overlast is vaak het gevolg van te veel drinken.” Burgemeester Van Bijsterveldt vertelt dat het op een aantal onderdelen al een stuk beter gaat wat betreft het tegengaan van overlast, maar dat het probleem hiermee zeker nog niet is opgelost. “Bij een aantal studentenhuizen gaat het echt nog niet goed. De afgelopen jaren hebben we daarom al meer ambtenaren aangetrokken die op deze plekken als intermediair studenten en omwonenden bij elkaar brengen om tot een oplossing te komen en de leefbaarheid te bevorderen. En natuurlijk, er zijn ook een paar hardnekkige situaties in de stad, met name in Wippolder. Wethouder Schrederhof en ikzelf zijn hier heel direct bij betrokken, dus deze problemen hebben zeker onze aandacht.”
Een ander onderwerp dat tijdens de het stadsgesprek werd aangekaart en betrekking heeft tot de leefbaarheid van Delft, is studentenhuisvesting. Van der Hagen hierover: “Er worden de komende jaren meer woningen voor studenten gebouwd. En we gaan Delft ontlasten door activiteiten te starten in Rotterdam en die in Den Haag en Amsterdam verder uit te bouwen.” De TU Delft kwam enkele weken geleden naar buiten met het plan om een nieuwe vestiging te beginnen in Rotterdam. De angst bij inwoners bestaat tóch dat die uitbreiding er niet voor gaat zorgen dat de druk op Delft afneemt, en studenten nog steeds naar Delft komen om het ‘echte studentenleven’ mee te maken. Tim van der Hagen vertelt daarop dit juist te willen voorkomen, door voor meer dan alleen een studieplek in Rotterdam te zorgen. “De ambitie is om daar een volwaardige campus te ontwikkelen waar het voor studenten en medewerkers ook aantrekkelijk wonen, uitgaan en sporten moet zijn. Hiermee lossen we uiteraard niet alle problemen op, maar zetten we wel stappen in de goede richting.” Het bestuur van Delft is positief over deze plannen. “De harde kern van de TU Delft blijft altijd Delft, maar door te delen met andere steden worden we uiteindelijk als regio alleen maar sterker”, aldus Van Bijsterveldt. “Die samenwerking tussen Delft en Rotterdam, de oplossingsgerichtheid en het ‘niet lullen maar poetsen’, dat is een sterke combinatie.” Van Bijsterveldt wijst wel op het feit dat de ontwikkeling van een nieuwe campus in Rotterdam niet van de ene op de andere dag is afgerond, maar jaren zal duren. “Ondertussen proberen we vanuit Netwerk Kennissteden Nederland, waar ik voorzitter van ben, met het Rijk te regelen dat universiteiten meer ruimte krijgen om te sturen op aantallen internationale studenten, passend bij de universiteit en de stad. Dit om nu alvast iets te kunnen doen aan de druk die in deze steden de afgelopen jaren is ontstaan.”

Waardevol
Van der Hagen benadrukt dat studenten niet alleen voor overlast zorgen, maar Delft ook veel te bieden hebben. “Mooi vond ik de hartenkreet van een van de aanwezigen, dat we studenten moeten koesteren. Ze brengen leven in de stad. Door de TU is er veel werkgelegenheid en een bruisende, energieke sfeer in de stad. We hebben de stad veel kennis en ervaring te bieden. Dat doen we nog te weinig. We gaan een hoogleraar benoemen die de taak krijgt om de inhoudelijke verbinding met de stad nog hechter te maken en te zorgen dat Delftenaren en studenten als goede buren met elkaar optrekken. Delft verdient het om nog meer dan nu te profiteren van de TU. Dat doen we ook door studenten actief te stimuleren vrijwilligerswerk te doen en echt inwoner van de stad te zijn.” Van Bijsterveldt vertelt dat dit ook nu al in grote mate gebeurt. “Een mooi voorbeeld is een groep studenten die via Stichting Present een aanstaande moeder heeft geholpen om haar verwaarloosde huis op te knappen. Zij hebben de woning in orde gemaakt voor de baby, waardoor moeder en kind thuiskwamen in een warm nest. Prachtig!”

Commissievergadering
De samenwerking tussen de gemeente Delft en de TU Delft is een dag later besproken tijdens de commissievergadering Algemeen. Het huidige convenant, dat de afspraken over de samenwerking regelt, stamt uit 2016 en loopt tot 2026. De huidige afspraken zijn aan vernieuwing toe, maar in de vergadering werd ook al verder in de toekomst gekeken. Het convenant uit 2016 had als doel de integratie van de universiteit in de stad te bevorderen, maar volgens een onderzoek van de Delftse Rekenkamer zijn de resultaten hiervan niet altijd zichtbaar. Daarnaast vraagt de groei van het aantal studenten om een herziening van het convenant. GroenLinks pleit voor meer aandacht voor studentenhuisvesting en de ontwikkeling van de campus als onderdeel van de stad. In de visie van de SP is het convenant nog te veel; ‘de TU vraagt en de gemeente levert’. De groei van de TU moet volgens de fractie beperkt worden. Hart voor Delft vindt dat de TU met een woningbouwplan moet komen. STIP benadrukt dat de voorzieningen op de campus toegankelijk moeten zijn voor iedereen. Het CDA pleit voor aanpassing van de groeistrategie van de TU, aandacht voor studentenoverlast, binding met de stad en studentenwelzijn. D66 verwacht dat studenten die in Rotterdam studeren nog steeds in Delft willen wonen, ondanks de plannen van de TU om in Rotterdam uit te breiden. De burgemeester liet weten dat ze alle ingebrachte punten meeneemt in de gesprekken die met het College van Bestuur gevoerd gaan worden over de vernieuwing van het convenant.