Burgemeester Marja van Bijsterveldt (Foto: Guus Schoonewille)
Burgemeester Marja van Bijsterveldt (Foto: Guus Schoonewille) Foto: GUUS SCHOONEWILLE

‘Veiligheid in Delft is teamwork’

Algemeen

DELFT - Recent heeft de gemeenteraad het nieuwe veiligheidsplan ‘Samen veilig in Delft’ vastgesteld voor de periode 2023-2026. Hierin wordt verteld hoe de gemeente Delft en partners zich de komende jaren zullen inzetten om bewoners, bezoekers en mensen die in Delft werken zich - ongeacht leeftijd, sekse of achtergrond - veilig te laten voelen in de stad. Met burgemeester Marja van Bijsterveldt spraken wij over de hierin opgenomen doelen, prioriteiten en actiepunten. 

Door Cheyenne Toetenel

Veiligheid is een subjectief begrip. Waar de een zich prettig voelt in een bepaalde omgeving, kan een ander zich er onveilig voelen. Om het begrip toch enigszins meetbaar te maken, focust de gemeente zich op de peilingen van de veiligheidsgevoelens en de criminaliteitscijfers van de politie. “Met beide gegevens lijkt het de goede kant op te gaan”, stelt de burgemeester. “Maar het blijft doorwerken. In Delft is er meer dat onze aandacht vraagt op het gebied van veiligheid. Daarom gaan we nu aan de slag met een nieuw veiligheidsplan.” In het veiligheidsplan zijn - gebaseerd op recente veiligheidscijfers, het coalitieakkoord en het vijfpuntenplan van de oppositie - vijf prioriteiten opgenomen waar de politie de komende vier jaar meer inzet op gaat plegen: Overlast, Gedigitaliseerde criminaliteit, Radicalisering, extremisme en polarisatie, Ondermijning, en Jeugdcriminaliteit en voorkomen jonge aanwas. “Deze vijf onderdelen krijgen de komende jaren extra aandacht, bovenop de reguliere aanpak. Daarin werken we samen met alle betrokken partners én inwoners, want veiligheid in Delft is teamwork.”

Overlast
Woongenot is cruciaal, en daarom blijft de gemeente hier veel energie in steken. “Goed slapen en tot rust komen thuis is een must voor iedereen”, aldus Van Bijsterveldt. “Helaas is dit momenteel niet voor iedereen weggelegd, en daarom is overlast opnieuw een prioriteit in het nieuwe veiligheidsplan. Tijdens Corona ervaarden mensen meer overlast dan voorheen. Met het verdwijnen van het coronatijdperk is deze problematiek deels opgelost - zo is de overlast die mensen ervaren door studenten gelukkig al een stuk minder nu studenten weer de deur uit kunnen - maar dat geldt niet op alle vlakken. Daarom willen we overlast de komende jaren steviger aanpakken.” Actiepunten die zich binnen deze prioriteit voordoen, zijn zowel gericht op mensen die overlast geven als mensen die overlast ervaren. “Een voorbeeld hiervan is de mediation die wij vanuit de gemeente bieden. Daarnaast zetten wij ons samen met politie en GGZ in om incidenten rondom mensen met onbegrepen of verward gedrag in kaart te brengen en hen effectievere hulp te bieden om herhaling te voorkomen.” Ook wijst Van Bijsterveldt op de Wet Aanpak Woonoverlast. “Hierbinnen hebben wij extra regels doorgevoerd, zodat het gemakkelijker wordt om op te treden bij overlast die langere tijd aanhoudt.” Tot de actiepunten behoort bovendien het stimuleren van het melden van overlast. “Via de Stadskrant, sociale kanalen en buurtgesprekken attenderen wij mensen er regelmatig op dat melding doen belangrijk is. Alleen zo kunnen wij een dossier opbouwen en ingrijpen.” Positief is Van Bijsterveldt over de inzet van studentenverenigingen, die hun leden de laatste jaren steeds vaker aanspreken op hun gedrag. “Met een vereniging als DSC heb ik inmiddels zeer korte lijnen op dit punt. Met hun huisoudsten spreek ik regelmatig over de verantwoordelijkheid die zij hebben om te zorgen voor draagvlak in de stad. Ook de TU Delft is hier actief bij betrokken.”

Gedigitaliseerde criminaliteit
Gedigitaliseerde criminaliteit en cybercrime zijn in opkomst. De cijfers blijven toenemen, wat zorgelijk is, vertelt de burgemeester. “Eén op de vijf misdrijven is tegenwoordig digitaal. Dit heeft enorme impact op de slachtoffers. Een hacker komt misschien nog wel sterker in de ‘inner circle’ dan een inbreker bij een fysieke inbraak. Wij zijn als Nederland heel scherp op regelgeving rondom digitale clubs zoals sociale media, maar toch gaan veel mensen door onwetendheid helaas te makkelijk mee in de digitale vorm van oplichting middels bijvoorbeeld app- en e-mailberichten. Dit vereist een sterke aanpak, landelijk maar ook zeker vanuit de gemeente.” De gemeente Delft sluit zich aan bij de regionale prioriteitenstelling die de komende tijd verder zal worden uitgewerkt. “Wij zetten in op een sterk preventiebeleid door mensen bewust te maken van de gevaren op het web. Dat gebeurt via kanalen als de Stadskrant en sociale media, maar ook op bewonersavonden met deskundige sprekers. Ook Delft voor Elkaar doet veel om kwetsbare groepen zoals ouderen bewuster te maken van mogelijke digitale oplichting. En uiteraard de politie, die hier in Delft met een bescheiden hoeveelheid agenten toch steeds weer fantastisch werk levert. Daar mogen we trots op zijn. Binnenkort zal onze politie-eenheid worden uitgebreid met ‘digitale agenten’. Hierdoor wordt nog meer mogelijk.”

Radicalisering, extremisme en polarisatie
Op het gebied van radicalisering, extremisme en polarisatie is de afgelopen jaren al veel gebeurd binnen de veiligheidsaanpak van de gemeente Delft. “Dat is omdat wij indertijd bij de gemeenten zaten met veel uitreizende jongeren naar Syrië”, licht de burgemeester toe. “Toentertijd was dit beleid erg gericht op moslimextremisme, maar wat we nu zien is dat er steeds meer sprake is van polarisatie tussen links en rechts. Aan beide zijden hebben groepen de drive om hun gedachtegang onder de aandacht te brengen. De wijze waarop dat gebeurt is in diverse gevallen disruptief te noemen, wat in sommige situaties niet bevorderlijk is voor de veiligheid. Onze opdracht is om onze netwerken verder uit te breiden en te versterken.” Het feit dat de gemeente zo’n tien jaar geleden werd ‘verrast’ door de uitreizende jongeren speelt in deze aanpak een grote rol. “Dat willen we niet meer laten gebeuren.” Naast de uitbreiding van het netwerk, streeft de gemeente naar goede scholing op dit punt voor bijvoorbeeld jongerenwerkers van Delft voor Elkaar, mensen in het onderwijs en medewerkers van Delft Support. “Het is van belang dat zij leren signaleren, zodat zij het bij ons kunnen aankaarten als mensen zich de verkeerde kant op lijken te begeven.” De politie kan dan extra alert zijn op die persoon. “Maar het kan ook zijn dat die persoon al in een bepaald zorgcircuit zit en hierbinnen gesprekken plaatsvinden om meer zicht op hem of haar te krijgen. Zo proberen we samen met onze partners mensen op het goede pad te houden en te voorkomen dat er incidenten plaatsvinden.”

Ondermijning
Ondermijning krijgt de komende jaren meer prioriteit, mede dankzij de gemeenteraad. “De raad heeft de raadsbrede motie ‘Ondermijn de onderwereld’ aangenomen”, vertelt Van Bijsterveldt. “Hiermee werd de politieke wens uitgesproken dat er voldoende middelen moeten komen om ondermijning tegen te gaan. Daardoor heeft de gemeente nu structureel iets meer dan vijf ton beschikbaar.” Er wordt sterk gewerkt aan de informatiepositie van de gemeente Delft. “Bij een vergunningsaanvraag voor gebouwen of evenementen zullen we aanvragers vaker screenen middels een Bibob-toets. Hoe integer is de ondernemer en waar komt het geld vandaan? Zo voorkomen we dat er zaken ontstaan waar geld wordt witgewassen, of panden waar drugs wordt gedeald of mensenhandel plaatsvindt.” Ook ondernemers en burgers kunnen hier een belangrijke rol in spelen. “Met campagnes willen we mensen erop wijzen hoe belangrijk het is om mogelijke misdaden te melden. Indien men angstig is om dit te doen, kan dat volledig anoniem via Meld Misdaad Anoniem (0800-7000). Hier kunnen mensen open vertellen over de zorgen die men heeft over een bedrijf of pand waar met regelmaat vreemde mensen binnenkomen. Als we bepaalde signalen krijgen, kan er op een gegeven moment een inval plaatsvinden. Ik sluit ook regelmatig huizen, omdat er iets gebeurt wat niet mag en kan volgens de wet. Wees alert, kijk om je heen, signaleer en maak melding. Want we moeten het met een bescheiden politie-eenheid doen, maar we hebben wél heel veel burgers die hun ogen en oren open kunnen houden in Delft en die door - al dan niet anoniem - een melding te doen kunnen bijdragen aan een veilig Delft.”

Jeugdcriminaliteit en voorkomen jonge aanwas
Een laatste, zeer belangrijke prioriteit binnen het veiligheidsplan richt zich op de jeugd. “Hoewel we zien dat de kwantiteit van jeugdcriminaliteit afneemt, neemt de intensiteit toe. Dat is zeer zorgwekkend. We zien in Delft en de regio jongeren die met messen op straat rondlopen, en elkaar daadwerkelijk ernstige schade toebrengen en in het ergste geval doden.” Van Bijsterveldt stelt dat dat het moeilijk is om jongeren uit het criminele circuit te krijgen als ze er eenmaal onderdeel van zijn. “Je denkt misschien dat je één keer een ‘onschuldig’ klusje doet voor een paar centen, maar op het moment dat je wil stoppen kun je dat mooi vergeten. Achter die mensen met mooie auto’s schuilt een wereld vol geweld. Die laten jou niet zomaar gaan. Onderschat het niet, want het is geen kinderspel.” Daarom gaat de gemeente vol inzetten op preventie. “Het is vreselijk om te bedenken dat kinderen, met al hun talenten en dromen, op het slechte pad terecht zijn gekomen. Dat gebeurt in sommige gevallen al tijdens de basisschoolperiode. Wij moeten daarom zorgen dat wij ze al vanaf die leeftijd in beeld hebben, en ze weghouden van criminaliteit. We moeten voorkomen dat ze opgroeien met verkeerde rolmodellen. Dit is onder meer de reden dat we sinds kort met steun van het Rijk aan de slag zijn met een langdurig programma voor Delft-West, waar kinderen relatief gezien minder kansen hebben dan in andere Delftse wijken.” Bij deze aanpak zijn alle relevante partners betrokken. “Het wordt een hele sterke samenwerking, ook met mensen in de wijken. Het doel is om jongeren op het rechte pad te houden. Met informatieve activiteiten op scholen en naschoolde bezigheden willen we voorkomen dat ze op straat hangen en met de verkeerde mensen in aanraking komen. Ik ben ervan overtuigd dat als jongeren in een veilige community terechtkomen, ze meer kansen krijgen om te kunnen groeien en bloeien. En een mooie toekomst, dat gun ik ieder kind.”