Extra grondwatermetingen zijn in belang van huiseigenaar

DELFT – Op aandrang van de bewonersverenigingen in de binnenstad komen er in Delft nog een paar peilbuizen voor grondwatermetingen, die beter rekening houden met de belangen van de huiseigenaren.

Door: Henk de Kat

Zo'n toezegging heeft wethouder Stephan Brandligt (GroenLinks) woensdagavond in het stadhuis gedaan op een vraag van D66'er Pieter Stienstra tijdens het maandelijkse 'Delfts Uurtje' van de gemeenteraad.
De drie grote bewonersorganisatie in het centrum van de stad vragen al maandenlang om zulke extra peilbuizen. Volgens de wet is namelijk iedere woningbezitter zélf verantwoordelijk voor het droog houden van de grond onder het huis of in de tuin.
"Tenzij je kunt aantonen dat de grondwaterstand is veranderd door ingrijpen van de overheid, zoals bij de komende afbouw van de grondwateronttrekking van Gist het geval kan zijn", aldus woordvoerder H. van Bodegom van de bewonersvereniging rond het Rietveld. Het belang van 'kunnen aantonen' werd tijdens het 'Delfts Uurtje' bevestigd door wethouder Brandligt: "Een claimer moet met bewijzen komen. Hoe dat precies gaat, moeten we nog regelen."

Extra peilbuizen
De bewonersverenigingen van de binnenstad wilden daarom extra peilbuizen, die ook iets duidelijk maken over het grondwaterniveau in de buurt van particuliere woningen. Dat is nu niet het geval, aldus Van Bodegom. De ruim tweehonderd peilbuizen die Delft nu telt, eerder al aangelegd in opdracht van de gemeente, zijn niet bruikbaar bij eventuele claims van huiseigenaren, stelt hij.
"Want alle meetpunten bevinden zich in gemeentelijke grond, in straten of pleinen. En daar loopt het regenwater normaal gesproken wel weg, via riolen of drainage in de straat. Maar onder huizen of in tuinen en binnenplaatsen kan het grondwater veel hoger staan. Daar wordt regen immers veel moeilijker afgevoerd. Huiseigenaren hebben bij een eventuele claim dus niks aan al die peilbuis-metingen in de straat."
Wethouder Brandligt zei woensdagavond niet waar de extra peilbuizen komen. Tot dusverre hebben alleen bewoners van de binnenstad erop aangedrongen. Van Bodegom diende eind april al een concreet verlanglijstje in bij de gemeente: "Zoals het einde van de Houthaak, het parkeerterrein achter de Doelenstraat en de speeltuin aan de Van der Mastenstraat." De bewonersverenigingen van de Indische Buurt, Olofsbuurt en Westerkwartier beraden zich nog over ook zo'n aanvraag.
Stadsbelangen, SP en ChristenUnie, de drie gemeenteraadspartijen die in januari als enigen tegen de afkoopdeal met waterschap Delfland stemden, toonden zich ook woensdag weer ongerust over de risico's die de gemeente loopt met het geleidelijk minderen van oppompen van grote hoeveelheden diep grondwater vanaf het oude Gistfabriek-terrein. Fractievoorzitter Aad Meuleman van Stadsbelangen over de zes maanden geleden gesloten schade-overeenkomst tussen Delft en waterschap Delfland: "Daar is geen woord Spaans bij. Ik kan niet anders concluderen dan dat Delft de schades gaat vergoeden die Delfland straks uitkeert." De wethouder zag het anders: "Er staat dat Delfland geen schade zal betalen als Delft, vrij vertaald in mijn woorden, daarvan niet afweet."

Schadeclaims
Het waterschap moet daar binnen komende schadeclaims over de Gist-afbouw maar doorsturen naar de gemeente, stelde Brandligt: "Dat is voor Delfland alleen maar handig". Een precieze regeling daarover moet nog worden uitgewerkt tussen gemeente en waterschap, aldus de wethouder. "Daar is geen vliegende haast bij, want de afbouw van de wateronttrekking begint op z'n vroegst pas volgend jaar".
Een dag later stelde woordvoerder Van Bodegom van de gezamenlijke binnenstadsverenigingen tegenover de raadscommissie financiën 'dat de gemeente zich nog steeds niet bewust lijkt van haar verantwoordelijkheid en ernst van de situatie', wat die afbouw van grondwaterwinning bij Gist betreft.
De binnenstad wil snel een aanvullend technisch onderzoek, zodat de te verwachten schade aan particuliere woningen inzichtelijk wordt, nog voor het gedeeltelijk uitzetten van Gist-pompen (2017).
De Gemeente Delft zou daarvoor geld moeten uittrekken. Ook meent de gezamenlijke binnenstad dat Delft er wijs aan doet nu al een risico-pot van tenminste vijf miljoen euro te vormen, voor schadeclaims over de verwachte verdere grondwaterstijging.