Todd McClay (rechts) inspecteert een stuk vlees, Frans Kieftenbeld volgt zijn voorbeeld. Marloes Mos (links), de afdelingspecialist en een wijnvertegenwoordiger kijken toe. (foto: Jesper Neeleman)
Todd McClay (rechts) inspecteert een stuk vlees, Frans Kieftenbeld volgt zijn voorbeeld. Marloes Mos (links), de afdelingspecialist en een wijnvertegenwoordiger kijken toe. (foto: Jesper Neeleman)

Nieuw-Zeelandse minister geniet in Delft van open Hollandse eetcultuur

Algemeen

DELFT – Horecagroothandel Hanos kreeg woensdagmorgen hoog bezoek. De Nieuw-Zeelandse minister van Handel Todd McClay kwam, zag en proefde dat het goed was.

Door: Jesper Neeleman

Het is de eerste keer dat een minister de 36.000 vierkante meter grote groothandel aan de Kleveringweg bezoekt. "Alleen Geert Wilders is hier wel eens geweest. Het is een bijzondere dag", vindt vestigingsmanager Frans Kieftenbeld.
Ook voor Todd McClay. Vrijwel niemand weet dat er tussen Nieuw-Zeeland en enkele Europese landen een handelsbarrière is. Voor McClay is het dè reden waarom hij in Nederland is. En voordat hij hierover met minister Lilianne Ploumen in gesprek gaat, komt hij even langs de Hanos.
Daar laat de vestigingsmanager hem aan het begin van de rondleiding een potje honing zien. Gemaakt in Nieuw-Zeeland, beland in Delft. McCloyd kijkt beleefd mee. Spannender wordt het in de Grand cru-kelder, waar flessen wijn van vele honderden euro's liggen. De deur gaat voor ons van het slot en we haasten ons in een paar seconden naar binnen om te voorkomen dat het alarm afgaat. McClay vertelt dat hij van zijn vrienden eens een peperdure fles whiskey kreeg. "Jullie zijn allemaal uitgenodigd om met m'n verjaardag te komen kijken hoe ik die fles opdrink", voegt hij eraan toe. Als we, wederom binnen de tijd, de kelder hebben verlaten, komen we in het deel met beter betaalbare wijnen. En gaan we linea recta naar het deel met wijnen uit Nieuw-Zeeland, een wijnland in opkomst. Jeroen de Zeeuw, chef van de drankafdeling vertelt er bevlogen over. Hij vindt het mooi dat Nieuw-Zeelandse wijnboeren niet de gevestigde wijnlanden kopiëren, maar hun eigen wijn met eigen smaak maken.

Eveneens in opkomst: gin-tonic. Dus mag ook McClay een goeie Gin-tonic proeven. Daarvoor vindt hij het, zo om half elf 's morgens, wel wat vroeg. Hij houdt het bij pure tonic. Het schap met grote stukken vlees kan de Nieuw-Zeelandse minister nog meer bekoren. Hij opent ongevraagd de deur van een koeling en pakt een stuk van minstens vijf kilo. Hij houdt het met twee handen beet en kijkt ernaar. Zo'n homp vlees zie je niet vaak. Frans Kieftenbeld volgt zijn voorbeeld. Beide mannen kijken nu gebiologeerd naar mannelijke stukken vlees, verpakt in bloed en plastic. Het is genoeg om met een heel rugbyteam van te eten. Op de fruitafdeling ziet McCloyd een oude bekende: een kiwi. "In Taiwan zeggen ze dat je een kiwi moet eten als je buikpijn hebt", leert hij ons. "Maar ik weet niet of dat waar is." Nadat hij onder meer oesterblaadjes, paling, garnalen en kaas heeft geproefd - en stroopwafels en Haagse hopjes mee krijgt voor onderweg - kan McCloyd met een gevuld buikje en gevulde zakken richting z'n collega's in Den Haag. "Ik vond 'm heel enthousiast", zegt Kieftenbeld na afloop. "Hij heeft zich voorgenomen om bedrijven in Nieuw-Zeeland nog meer te motiveren hun export voelsprieten uit te zetten, wetende dat er in Nederland een hele open eetcultuur is waarin we openstaan voor allerlei nieuwe producten van over de hele wereld. Dat viel ook McClay op. Hij kan bedrijven uit Nieuw-Zeeland daarom met een gerust hart laten kijken naar export naar Nederland. De wereld is klein en goed bereikbaar."