Marco van Adrichem kwam via het vriendenteam van SEP in het eerste elftal en speelde een 'halve' interland tegen Qatar. (foto: Roel van Dorsten)
Marco van Adrichem kwam via het vriendenteam van SEP in het eerste elftal en speelde een 'halve' interland tegen Qatar. (foto: Roel van Dorsten)

Hoe gaat het met Marco van Adrichem?

Algemeen

DEN HOORN - Marco van Adrichem (50) kwam voor een vriendenteam naar SEP, maar speelde lang in het eerste elftal.

- Hoe gaat het met je?
“Het gaat eigenlijk wel goed. Met ons gezin wel coronagevallen gehad, maar nu gaat het weer oké. Ik ben blij dat onze kinderen weer lekker kunnen stappen. Maar ook voor mijzelf; ik kan weer op zondag van het voetbal genieten. Ik werk als teamleider Productiekeuken. Samen met een collega zwaai ik de scepter over een team en verzorgen wij zo’n 1.000 maaltijden per dag voor diverse verpleeghuizen  in Den Haag.”

Van Adrichem begon als 6 jarige bij DHC: “Bij DHC heb ik altijd in de lagere elftallen gespeeld. C5, B5 en A2, dat soort elftallen. Op de Van der Made-school koos ik om kok te worden, waardoor ik niet altijd kon trainen. Ik moest ook ‘s avonds en in het weekend werken, dat hielp ook niet mee. Ik werd, samen met Dave Staakman, door Piet de Smet gevraagd om in een vriendenteam bij SEP te komen spelen. In het eerste jaar gelijk kampioen geworden. Het spelen in het vriendenteam was leuk, maar via het Onder 23-elftal heb ik de overstap gemaakt naar de selectie, ook nu samen met Dave. De eerste jaren nagenoeg alleen maar in het tweede gespeeld. Maar wel trainen en spelen met Leo Boer, de jongens van de familie Haak, Jeroen Weeber, Jack Altena en Ron van der Boon. Veel geleerd van die mannen. Langzamerhand werd ik een vaste waarde in het eerste elftal en heb ik het tot mijn 37ste volgehouden.”

- Dat is een hele tijd. Succesvol?
“Mijn eerste jaar in de selectie werd SEP kampioen, maar vraag nu niet meer van welke klasse. Verder een aantal keer een promotie meegemaakt, maar ook een aantal degradaties. Mijn mooiste periode was onder trainer Jan Etienne en zijn assistent Marcel de Letter. Zij hebben onze ogen geopend en ons op een andere wijze naar voetbal laten kijken. Er werden lijnen uitgezet. Maar ik kan mij ook herinneren dat wij onder Jan op een degradatieplaats stonden, maar opeens punten gingen pakken en daardoor een periode wonnen. Werden we, na twee gewonnen wedstrijden, in de halve finale van de nacompetitie uitgeschakeld, toen was het sprookje over. Verder heb ik bijzondere wedstrijden gespeeld; zoals de jubileumwedstrijd tegen Lucky Ajax met al die oud-profs. En, op trainingskamp in Sittard, nogal onverwacht een oefenwedstrijd tegen de nationale ploeg van Qatar. Het werd 10-0. Ja, voor Qatar, het waren hele grote, atletische jongens, haha”

- Wat voor type speler was je?
“Een speler met loopvermogen en inzicht, maar geen grote technicus. Al had ik de bal wel snel onder controle. Ik kon ook blijven gaan, gaf alles tot de laatste minuut. Ik ben begonnen als rechtsback, maar werd uiteindelijk een controlerende middenvelder, rechts of centraal met de punt naar achteren. Ik heb een mooie tijd bij SEP gehad. Met kleedkamerhumor. Je weet wel, dropveters in je schoenen, tijgerbalsem in je onderbroek. SEP is een gezellige vereniging, iedereen kent je en is aardig tegen je. Veel vrijwilligers ook. Het is mooi om te zien wat Peter Noordhuizen, Theo van der Weijde, Gerard Haak en Peter Lips, maar ook al die anderen, allemaal doen.”

- Wat doe je nog?
“Ik probeer fit te blijven, ik loop een keer in de week hard en fitness tweemaal per week. En ik speel in de veteranencompetitie met SEP. Dat is vanaf 35 jaar. De oudste is Gerard Zoet, hij is 72 jaar, maar doet nog gewoon mee. We trainen op vrijdag en spelen op zondag. Gerard ook! Voor mij een inspiratie om ook mijn mannetje te staan!” (RvD )