Danny van der Ree is nog altijd een teamspeler (Foto: Roel van Dorsten)
Danny van der Ree is nog altijd een teamspeler (Foto: Roel van Dorsten)

Hoe gaat het met Danny van der Ree?

Algemeen

RIJSWIJK - Danny van der Ree (33) was als voetballer al een teamspeler, dat is hij nu als werkgever nog steeds.

- Hoe gaat het met je?
“Het gaat goed. Ook met mijn vriendin Rachel en onze dochters River en Djane. Tijdens de coronacrisis ook gewoon door kunnen werken. Ik run samen met mijn drie broers en de zwager van mijn broer Michel ons familiebedrijf Montrieurs, wij leveren en monteren slaapkamermeubels bij particulieren en bedrijven zoals hotels en vakantieparken. Ooit door mijn vader gestart, wij hebben zijn levenswerk voortgezet en uitgebouwd. Ik ben verantwoordelijk voor de buitendienst en de interne opleidingen. Die eigen school is wel mijn kindje, ik vind het mooi om onze eigen monteurs op te leiden. Tijdens de coronaperiode was het op de meubelmarkt extra druk, ook bij ons. Toch vond ik het ook erg dat onze jonge monteurs gedurende die tijd niet ieder weekend konden stappen. Ik wacht ook altijd tot de laatste monteurs terug zijn van het werk, we doen het als team.”

Van der Ree begon al vroeg met voetballen: “Voor mijn gevoel vanaf het moment dat ik kon lopen. Mijn vader nam mij mee naar DHC, hij was ook mijn grootste supporter. In de D-junioren ben ik naar Sparta gegaan, daar heb ik tot de B-jeugd gespeeld. Toen weer terug naar DHC. Ik speelde in die tijd vaak linkshalf of linksbuiten, maar Piet van der Valk zette mij als linksback neer. Op die plek heb ik het best gerendeerd. Als A-junior kreeg ik met trainer Theo Ducaneaux te maken, de beste trainer ik heb meegemaakt. Hij was bereid om in spelers te investeren, dus ook in mij. Als A-junior vroegtijdig de overstap naar de senioren gemaakt, maar dat werd niet een succes. Bert de Best was trainer, hij vond het niets dat ik 8 weken in Amerika training zou geven op een voetbalkamp, waardoor ik de voorbereiding zou missen.”

- Waardoor je vertrok?
“Trainer Ton Jenner was met een speciaal traject bij Tonegido bezig. Veel extra trainingen gedaan in die tijd en na een half jaar ben ik met Ton meegegaan naar AS Trencín in Slowakije, dat via Tscheu La Ling een samenwerking had met Tonegido. Hoewel het daar super geregeld was had ik als jong ventje last van heimwee. Door de media-aandacht kom je op de radar bij zaakwaarnemers, waardoor ik een contract bij Willem II kon tekenen. Veel geleerd in Tilburg, maar na één seizoen toch vertrokken. Het werd ADO Den Haag, maar van die overstap heb ik spijt gehad. Willem II was vele malen professioneler dan ADO. Al moet ik reëel zijn, ik was een harde werker met een goede trap en inzicht, maar stak er niet bovenuit.”

- Het werd opnieuw DHC?
“Ja, hoewel er belangstelling was van diverse clubs, heb ik uit clubliefde voor DHC gekozen. Rob de Lange was inmiddels trainer. Ik was zelf een strandtent begonnen en mocht van Rob weleens een training overslaan. We hadden met onder andere Roel en René de Graaff, Joren en Tidde Tromp, Casper Spaan, Wesley Goeman en Jeffrey Jongeneelen een goed team, maar hebben onze ambitie niet waar gemaakt. Ik ben door blessures vroeg gestopt, al heb ik later nog in het zaterdagteam van DHC gespeeld. Voor dat team was ik echter te fanatiek. Terugkijkend heb ik mijn mooiste tijd bij DHC beleefd, er vrienden gemaakt. Veel gelachen ook, met Barry de Poorter als grootste clown. Vorig jaar nog meegedaan in de Nieuwjaarswedstrijd. Biertje en barbecue erbij, dat was een mooie dag.”

- Wat doe je nu nog?
“Ik speel padel, ook een teamsport en heb de afgelopen 2 jaar in de zaal gevoetbald, ondermeer met mijn broers John en Michel, Pablo en Mauro Bos, Casper Spaan en Tidde Tromp. (RvD)