Wethouder Bas Vollebregt en afdelingsleider ASML Delft Maurits Weeda (Foto: Koos Bommelé)
Wethouder Bas Vollebregt en afdelingsleider ASML Delft Maurits Weeda (Foto: Koos Bommelé)

ASML blijft in Delft vanwege goed ondernemersklimaat

Algemeen

DELFT - Denk je bij chips aan zoutjes? Mis! Zoek het in de elektrotechnische hoek en je komt bij ASML. ASML is een belangrijk Nederlands hightechbedrijf en de grootste leverancier van machines voor de halfgeleiderindustrie, die worden gebruikt bij het maken van chips. De hoofdvestiging staat in Veldhoven, en sinds 2019 is er ook een vestiging in Delft. We namen er een kijkje.

Door Ester Janssen

Een man in een wit pak zwaait vrolijk vanuit zijn stofarme ruimte naar Maurits Weeda, afdelingsleider ASML Delft, die uitlegt wat er te zien is. “Mensen denken vaak dat wij microchips maken, maar dat doen onze klanten, bijvoorbeeld Samsung. Wij maken de apparaten waarmee ze dat doen.” Daar komt ingewikkelde techniek bij kijken, waarbij dunne platen silicium (halfgeleidend materiaal) beschreven worden met behulp van lichtbronnen en lenzen. 

“Tijdens het productieproces moeten die chips gecontroleerd worden. Ook de machines die die controles doen worden door ASML gemaakt,” zegt Weeda. “Je wilt zeker weten dat er geen foutje op zit, anders werken de chips, en de apparaten waar je ze in verwerkt, niet. De patronen op een chip zijn ongeveer tienduizend keer dunner dan je haar. De controle gebeurde vroeger met microscopen die licht gebruiken, maar die kunnen de kleinste patronen van onze nieuwe EUV-machines niet meer onderscheiden. Tegenwoordig gebruiken we elektronenmicroscopen. Traditioneel kijken die met één elektrononenbundel naar de geschreven patronen op de silicium platen, maar dat gaat te langzaam. We werken nu aan een machine die met 25 bundels tegelijk kan kijken, en in de toekomst vergroten we dat aantal bundels nog fors. Wij zijn de eerste in de wereld die deze machines op de markt brengt. We zijn trots daaraan mee te werken.” 

De Delftse fabrikant van chipsmachines Mapper, een spin-off van TU Delft, ging eind 2018 failliet. ASML heeft toen het intellectueel eigendom van Mapper overgenomen, met daarbij 100 van de 240 werknemers. De techniek en de toegepaste natuurkunde zijn hetzelfde gebleven, maar nu voor een nieuw product, met nieuwe uitdagingen. En vooral nieuwe mogelijkheden, want de langetermijnplannen van ASML moeten samengaan met een flinke groei van de afdeling in Delft. Eerst was het idee om na twee jaar te verhuizen naar het hoofdkantoor in Veldhoven. Dat plan is van de baan. “We hebben het goed naar ons zin bij ASML in Delft. Het talent studeert hier om de hoek”, zegt een enthousiaste Weeda. 

Goed klimaat
Dat brengt ons op het Delftse werkklimaat. De Universiteit Utrecht ontwikkelde met consultancybureau Birch een nationale index voor zakelijke ecosystemen, waarin ondernemers elkaar vooruit helpen. Delft en Westland kwamen in 2021 als beste uit de bus, onder andere vanwege factoren als kennis en goed leiderschap. Wethouder economie Bas Vollebregt is er trots op. “We hebben het juist in coronatijd bewezen. In crisissituaties is men soms geneigd te stoppen met ontwikkelen. Dat wilden wij juist niet. Wij bleven investeren in bereikbaarheid, kennisniveau, start-ups, innovatie. Bijvoorbeeld met Yes!Delft Labs en binnenkort met de opening van Next Delft op de TU Delft Campus. Ook op de Biotech Campus bij DSM is een nieuw bedrijfsgebouw gerealiseerd. Dat is nodig om economisch wendbaar te blijven.”

Investeren is niet enkel een kwestie van geld. “Misschien nog belangrijker is een goed netwerk. We hebben in Delft moeten leren onze successen met elkaar te delen. In een straal van een paar kilometer worden heel bijzondere dingen gedaan. We weten het van elkaar vaak niet, omdat veel bedrijven het zelf heel normaal vinden, wat ze doen. De accountmanagers van de gemeente Delft brengen heel actief mensen met elkaar in contact om elkaar te versterken.”

“We zijn te bescheiden over het ecosysteem in Delft,” valt Weeda de wethouder bij. “Ik ben laatst bij Yes Delft! gaan kijken bij een paar oud-collega’s. Zij maken er bijzondere tulpenselectierobots. Vollebregt vult aan: “En zo zijn er veel meer voorbeelden. Yes!Delft is in zichzelf al een groot succesverhaal, maar al die ondernemingen zijn weer verhalen op zich. Die willen we meer vertellen.” Weeda: “Het ecosysteem in Delft past perfect bij het werk wat we doen. De samenwerking met de TU Delft zullen we versterken. De huidige generatie studenten is ambitieus en ondernemend. Als wij ze een baan geven die bij hun ambitie past, denken ze volop mee en leveren ze kwaliteit. De belangrijkste bron van al dat ondernemerschap is natuurlijk Delfts meest onderscheidende factor: talent. We zouden gek zijn als we hier weggingen.”