Walvisvangst door Abraham Storck
Walvisvangst door Abraham Storck

Walvissen en Delft (2)

Algemeen

Door Jeroen Stolk

Vorige week hadden we het over de Noordse Compagnie en de Delftse betrokkenheid daarbij. Deze compagnie, die zich toelegde op visserij en walvisvaart in de noordelijke zeeën, was als zodanig actief in de eerste helft van de 17e eeuw en had ook een kamer (afdeling) in Delft. Het werkgebied waarop de compagnie haar octrooi had was enorm. Het strekte zich uit van het Canadese Newfoundland tot het Russische Nova Zembla. Met name de walvistraan was een gewild product, maar ook de baleinen vonden gretig aftrek. Walvistraan diende als lampolie, maar was tevens een grondstof bij de productie van zeep. Baleinen werden verwerkt in korsetten en toegepast als de spaken van paraplu’s en parasols. Al met al werd er op allerlei fronten aan de walvisvaart verdiend van korsetmaker tot investeerder. En uiteraard ook door de bemanning, waaronder Aldert Goosensz. uit Delft (1634) en Adriaen Claesz. Hartichvelt (1647) uit Delfshaven, dat destijds onder Delft ressorteerde. De winning van traan geschiedde door het uitkoken van blubber, het vetweefsel van baardwalvissen. Naast de reeds genoemde producten werd walvistraan ook toegepast als smeermiddel en bij de vervaardiging van kaarsen. Voor kaarsen werd ook wel het vet uit de kop van potvissen (tandwalvis) gebruikt. Volgende week: schepen, walvisspek en ijsberen