Het college heeft de begroting aangeboden aan de gemeenteraad. De raad neemt in november een besluit over de voorstellen (Foto: Koos Bommelé)
Het college heeft de begroting aangeboden aan de gemeenteraad. De raad neemt in november een besluit over de voorstellen (Foto: Koos Bommelé)

Delft versobert beleid en laat woonlasten verder stijgen

Algemeen

DELFT - Delft moet kosten besparen en beleid versoberen. Daarnaast gaan de woonlasten voor Delftenaren de komende jaren verder omhoog. Dit is de boodschap van de Programmabegroting 2022-2025 die het college in september aanbood aan de gemeenteraad. Fractievoorzitters van de Delftse partijen zijn de afgelopen weken in deze pil gedoken en geven hun oordeel.

Door Cheyenne Toetenel

Het college heeft eerder dit jaar in het herstelplan en in de kadernota al keuzes moeten maken. De nieuwe begroting vraagt om nog meer keuzes. Keuzes die gevolgen hebben voor de kwaliteit van voorzieningen in de stad en voor de woonlasten die Delftenaren moeten opbrengen. “Het is een opgave voor de gemeente om financieel gezond te blijven”, aldus de gemeente. “Delft staat namelijk voor grote opgaven en moet veel kosten maken, terwijl het Rijk structureel niet genoeg geld geeft voor alle taken.” De begroting legt vast dat de onroerendezaakbelasting (OZB) in 2022 stijgt met alleen de inflatiecorrectie van 1,5%. Vanaf 2023 moet de OZB tijdelijk extra omhoog met 6% om de begroting te kunnen sluiten. Als het Rijk gemeenten niet genoeg extra geld geeft voor de taken en voorzieningen, is in 2025 opnieuw een stijging noodzakelijk van circa 7%. Het tarief voor reiniging gaat ook omhoog met 9,8% en de rioolheffing met 12,9%.

Coalitiepartijen
De Delftse coalitiepartijen begrijpen dat bezuinigingen en hogere lasten nodig zijn, maar geven aan moeite te hebben met bepaalde zaken. Zo stelt Willy Tiekstra van PvdA Delft dat de bezuinigingen onafwendbaar zijn door de zeer financiële situatie waarin de gemeente zich bevindt. “Maar eigenlijk valt er al langer niets meer te bezuinigen. Dat er toch keuzes zijn gemaakt, begrijpt de PvdA, maar met bepaalde keuzes hebben wij bepaald moeite. Dat geldt met name de kortingen of geschrapte investeringen die mensen direct raken in hun welzijn. Denk aan de bezuinigingen op de bibliotheek en daarmee ook onmisbare taalprojecten, op culturele instellingen en de welzijnsactiviteiten van Delft voor Elkaar. Er is weliswaar nog budget gevonden voor het onderhoud en het groener maken van de openbare ruimte en ook de broodnodige investering in het Prinsenhof is dankzij een gift gelukkig mogelijk, maar het totale beeld is natuurlijk niet positief. Een -hopelijk tijdelijke- verhoging van de lasten voor burgers is daardoor helaas noodzakelijk.” Ida de Boer van STIP zegt ook te begrijpen dat lastige keuzes gemaakt moeten worden. “Echter zijn er wat betreft STIP twee onderdelen waar we nu door het ijs zakken: cultuur en duurzaamheid. Een paar weken terug hebben we het in de commissie over het cultuurkader gehad. Hier kwam naar voren dat we onze basis helemaal niet op orde hebben. Daarnaast moeten we als stad echt stappen gaan zetten naar een duurzame stad.” Stijgende lasten zijn volgens De Boer niet te vermijden. “In het herstelplan hebben we veel pijnlijke keuzes moeten maken om bewoners niet om een extra bijdrage te vragen. Sommige taken kunnen na deze zoveelste bezuinigingsronde alleen niet meer minder of goedkoper.” Volgens Dimitri van Rijn van VVD Delft is het duidelijk dat de ambities en de beschikbare financiële middelen niet gelijk oplopen. “Dat vraagt keuzes, en dat is per definitie moeilijk.” In de begroting richt de VVD zich op diverse speerpunten. “We willen hoe dan ook blijven investeren in ruimte voor de maakindustrie. Daarnaast staan bovenaan onze wensenlijst meer woningen voor starters en gezinnen. Geef ook geen geld uit aan beleid dat niet effectief is, aan voorzieningen waar de Delftenaar geen baat bij heeft of aan doelen die niet realistisch zijn. Wij kijken daarom kritisch naar de subsidies die het college wil geven. Maar ook naar de grote transities op gebied van energie, mobiliteit en afval. Voor ons is het belangrijk dat de lastenverzwaring tijdelijk is.” Christine Bel van D66 Delft stelt dat het misschien juist ook goed is om te kijken naar waar niét op bezuinigd wordt en waarin de gemeente blijft investeren. “Neem duurzame schoolgebouwen en het Smart Makers District, maar ook de energietransitie en klimaatadaptatie. Tegelijkertijd moeten we wel scherp blijven dat we de mooie dingen die we hebben behouden, bijvoorbeeld op het gebied van cultuur, kijkend naar onder meer de bezuinigingen bij DOK en de tekorten bij Theater de Veste.” Frank van Vliet van GroenLinks zegt blij te zijn met veel dat hij ziet. “GroenLinks vindt dat kinderen en volwassenen in moeilijke situaties in Delft niet de dupe mogen van oorzaken buiten hun doen. Daarom is GroenLinks blij dat in de begroting opnieuw niet bezuinigd wordt op armoedebestrijding. Na jaren van bezuinigingen is GroenLinks blij dat er in deze raadsperiode geïnvesteerd wordt in het onderwijs en in onderwijsgebouwen. Investeren in onderwijsgebouwen is investeren in kinderen. Wij staan ook vierkant achter de investeringen in praktisch geschoolden, zoals met Smart Makers.”

Oppositiepartijen
De oppositiepartijen zijn kritisch op de nieuwe begroting. Jolanda Gaal van Onafhankelijk Delft spreekt van ‘een begroting die met reservemiddelen sluitend is gemaakt’. “Delftenaren moeten alwéér dik extra betalen. De rekening wordt altijd bij de inwoners gelegd. Projecten als het Warmteplan, waar burgers helemaal geen inspraak hebben gehad en waar de Enecogelden voor worden gebruikt, zijn niet voor heel Delft. Ook parkeervergunningen invoeren en geld halen bij inwoners die geen parkeerdruk in hun wijk ervaren, vinden wij oneerlijk beleid.” Zorgen maakt zij zich ook om het woningnoodprobleem. “Starters die hier in Delft minstens vier ton moeten neertellen voor een woning, hoezo betaalbaar bouwen? Daarnaast is het schreiend dat Delft voor van alles geld vrij kan maken zoals voor klimaatproblematiek of een islamitische school, maar onze eigen inwoners weer extra worden belast door verkeerde keuzes van het college.” Bram Stoop van Hart voor Delft vindt het verhaal over de OZB, die tijdelijk met 6% wordt verhoogd, onaanvaardbaar. “Om redenen dat het niet de eerste keer is dat over één of twee jaar een nieuwe verhoging ‘helaas onvermijdelijk’ is en wederom de OZB verhoogd wordt.” Volgens Stoop doet het college net alsof Delft financieel gezond is. “Maar dat is pertinent niet waar, we weten ook nog niet precies wat de coronacrisis met de Delftse economie heeft gedaan. Maar toch moeten al die megalomane projecten doorgaan. Het paradepaardje van dit Delftse linkse college: de energietransitie, hier moet alles voor wijken. De afstand tussen de burger en de politiek is gigantisch. En dezelfde burger moet wel in zijn buidel tasten om de ambities van dit college uit te voeren.” Lieke van Rossum van SP Delft maakt zich vooral zorgen om wonen: “We zitten middenin een wooncrisis. Delft wordt onbetaalbaar voor gewone mensen en dat wordt niet eens erkend in deze begroting. Niets over het onderhoud van huurwoningen en niets over betaalbaar bijbouwen. Wie economische groei wil, zorgt dat mensen geld hebben om uit te geven in de stad.” Van Rossum erkent dat de huidige tekorten deels aan de Rijksoverheid zijn te wijten. “Maar alle ‘potjes’ als Delft 2040 blijven gewoon. Geld wordt zo verstopt, terwijl op voorzieningen wordt bezuinigd.” Wat zij graag anders zou zien? “Geld voor Werkse! in plaats van economische innovatieprojecten, voor buurthuizen in plaats van bedrijfsparken, en kunst en cultuur in plaats van marketing en toerisme. En wij willen een zelfbewoningsplicht invoeren, zodat de huizen weer worden van de inwoners. Delft moet een fijne stad zijn om in te wonen, geen bedrijf!” Bert van der Woerd van ChristenUnie Delft wijst erop dat hoewel de gemeente extra geld verwacht van het Rijk, nu van culturele en welzijnsinstellingen wordt verwacht dat ze toch starten met reorganiseren. “Wat verdwijnt, heb je niet zo maar terug. Deze begroting ademt te veel ambitie voor talloze projecten. Die ambitie mist daar waar de overheid er primair voor is; zorgen voor inwoners die dat nodig hebben.” Van der Woerd vraagt zich af hoe inwoners, organisaties en instellingen betrokken zijn bij deze begroting. “Technisch is het in orde, het rekensommetje klopt. Maar het college had bijvoorbeeld de raad en haar inwoners kunnen vragen, wat wilt u: nu meer veiligheid door een nieuwe inrichting van de Voorhofdreef en een bepaalde verhoging van woonlasten, of geen nieuwe inrichting en geen of lagere verhoging van woonlasten? ChristenUnie Delft wil eerst de ambities op ruimtelijke projecten temperen en dan bezien in hoeverre OZB verhoging nog nodig is.” Rob van Woudenberg van CDA Delft stelt dat de penibele financiële situatie van Delft vraagt om scherpe keuzes. Het CDA stelt daarbij voorop dat iedereen meetelt. “Delftenaren die in de knel zijn geraakt moeten goede ondersteuning krijgen. Dat vraagt geen afwachtende houding van de gemeente, maar juist een inzet waarbij de gemeente actief contact zoekt met burgers. Het CDA vindt het belangrijk dat starters op de woningmarkt, jonge gezinnen en mensen met hele normale beroepen kunnen blijven wonen in Delft. Meer inspanningen om tot passende en vooral betaalbare woonruimte te komen moet prioriteit zijn van het college. Nog steeds verandert de arbeidsmarkt voor onder meer laagbetaalden. Willen we de gevolgen aankunnen, vraagt dit een veel actievere houding van de gemeente. Zo werken we eraan dat scheidslijnen tussen mensen kleiner worden in plaats van groter; tussen jong en oud, bezit van woning en geen bezit van woning, arm en rijk. Dan krijgen we een kleurrijke stad, waar iedereen meetelt en het gevoel heeft mee te doen.”