John de Wit op historische grond bij het Kasteel.
John de Wit op historische grond bij het Kasteel. "Het is doodzonde dat de club hier niet meer speelt." (foto: Roel van Dorsten) Foto: Roel van Dorsten

Hoe gaat het met John de Wit?

sport

DELFT - John de Wit (61) maakte deel uit van de gouden generatie van Delfia.

De Wit begon met voetballen aan de Kogelgieterij. "Daar speelden mijn neef Cor Dam en mijn broers Leo en Cock al. Wij woonden in de Wippolder en ondanks dat Wippolder veel dichterbij was, koos een aantal jongens uit de buurt ook voor Delfia."

-Hoe was het in de jeugd?
"We hadden een hartstikke leuke groep, maar na een paar jaar verhuisden we naar de Poptahof. Omdat ik nogal eens ruzie had om voetbal met jongens van DHC, moest ik van mijn moeder daar spelen. Ik kwam in een elftal met onder andere Hans Suiker, Hans de Ruijter, Wim van Zinnen en Roel van Dorsten. We volgden de wedstrijden van Xerxes DHC met Van Hanegem, Treijtel, Dorjee en Kronshorst. Toen de leider me verbood om mijn kousen omlaag te stropen, zoals de spelers van Real Madrid, wilde ik terug naar Delfia."

- Dat beviel?
"Enorm! Ik speelde met mijn vrienden Peter Hermsen, Jan Heijdra, Cok de Booij, Hans Recoert, Frans Aschman, Glenn Blinker en Cock in den Haak. Al op jonge leeftijd haalde trainer Wim Noordam me bij het eerste. Daar speelden naast mijn broers Leo en Cock ook Gerard Knoester, Jan Smits, Jan de Jong en Koos Stam. Ik had jaren tegen ze opgekeken en nu stond ik met ze op het veld, totdat ze weggekocht werden door Delft."

- Hoe waren de prestaties?
"Waar de club in de jaren '60 vooral tegen degradatie streed, werd begin jaren '70 door een aantal versterkingen en doorkomende jeugd de weg naar boven gevonden. We waren bijna onverslaanbaar. Op enig moment werd Miel Hollaard trainer, maar hij was nogal eens afgeleid. Zo maakte hij eens een opstelling, waarbij Chris Jansen op twee plekken tegelijk stond en liep hij na een wedstrijd bij Wippolder de sloot in."

- Wat was de mooiste tijd?
"Onder Chris Kronshorst. Nadat een aantal sterkhouders was vertrokken, hadden we onder Ed Klouwens een moeizaam seizoen. Ook het jaar erna liep het niet en zijn we als spelers gaan staken. Wim Noordam werd interim-trainer en vijf spelers gingen op eigen initiatief op visite bij Chris om te vragen of hij ons wilde trainen. Na wat bedenktijd stemde hij hiermee in. De club maakte sprongen vooruit en Chris zijn visie werd de rode draad door heel de vereniging. We trainden twee keer in de week en op donderdag was er een facultatief trainingsmoment, waarbij bijna iedereen aanwezig was."

- Waarom werden jullie nooit kampioen?
"Soms hadden we pech met de concurrentie, maar het lag ook aan onszelf. We speelden te mooi, te lief voetbal denk ik. Verder was het altijd lachen: Aad Knoll die uit bij Den Hoorn zijn Elvis-imitatie met luchtgitaar deed in een volle kantine. Of Martin Sommeling die voor een wedstrijd deed alsof 'ie zijn wenkbrauwen met vaseline insmeerde. Een teamgenoot wilde dat ook, maar uiteindelijk bleek het ledervet te zijn."

- Wanneer stopte je?
"Na acht jaar Chris kwam Boudewijn de Geer en dat was niet zo'n succes. Later werd bekend dat de club een andere koers ging varen en jongens van buitenaf ging halen. Dit leidde tot tweespalt, omdat de selectie liever met jongens uit de jeugd verder ging. Dit zorgde voor een leegloop en we gingen met een aantal oud-eerste elftalspelers in het vierde verder. Ook dat was fantastisch. Het is doodzonde hoe het de club is vergaan, want we hebben hier echt een prachtige tijd, onbetaalbare humor meegemaakt en vrienden voor het leven gemaakt."