Martin Stoelinga volgt de sportieve prestaties van zijn kleinzoons Loyd en Jazz op het tennis- en voetbalveld. (foto: Roel van Dorsten)
Martin Stoelinga volgt de sportieve prestaties van zijn kleinzoons Loyd en Jazz op het tennis- en voetbalveld. (foto: Roel van Dorsten) Foto: Roel van Dorsten

Hoe gaat het met Martin Stoelinga?

sport

DELFT - Als voetballer maakte Martin Stoelinga' (75) geen overweldigende indruk, maar hij is ongetwijfeld één van de meest kleurrijke trainers uit de Delftse voetbalhistorie.

Stoelinga groeide op in de Wippolder. "Als kleine jongens voetbalden we op het Wippolder-veld, maar daar werden we door pastor Van der Zalm afgestuurd. Toen ik tien was, ging ik als katholieke jongen naar DHL. Daar begon ik als veldspeler, maar omdat niemand wilde keepen, kwam ik uiteindelijk onder de lat terecht."

- Hoe ging dat bij de senioren?
"In verband met een blessure van onze keeper Frans Janssen vroeg trainer Arie de Wit of ik niet kon keepen. Dat heb ik een paar jaar volgehouden, maar op mijn drieëntwintigste ging ik op Scheveningen werken en stopte ik. Ik speelde met onder anderen Nol van der Swaluw, Jan van den Akker en Jan Schilperoort. Wat een gigant was dat! Ik weet nog dat we eens tegen Kranenburg speelden en zij scoorden, maar de bal kwam via de achterlat in mijn handen terecht. Zij vierden het doelpunt, maar de scheidsrechter had niks gezien. Ik schoot uit, Jan ging erachteraan en scoorde."

- Wanneer kwam je weer terug in Delft?
"Rond mijn achtentwintigste keerde ik terug naar Delft en ging ik bij Delfia voetballen, maar ik kwam niet in het eerste. Toen ik dertig was, ben ik serieus aan mijn trainerscarrière gaan werken. Daarvoor deed ik dat bij DHL in de jeugd. Dat was fantastisch. Met jongens als Lootje van Dijk en Jos Gubbi wonnen we keer op keer de woensdagmiddagcompetitie van andere Delftse verenigingen. Na de trainingen haalden we altijd een ijsje bij Buitendijk."
- Waar begon je als trainer?
"Bij Wippolder. Ik heb er een geweldige tijd gehad. We promoveerden vijf keer, waarvan vier keer als kampioen. We hadden een geweldig elftal met mannen als Frans van Straaten, Frans van Velzen, Wim Bos, Hans Zwartjes, Koos van den Burg, Hans de Ruijter en Robbie van der Wees. Ik denk dat niemand zo'n leuke tijd heeft gehad als ik daar. Ik weet nog dat ik nog vóór de kampioenswedstrijd tegen de Flamingo's een reclamevliegtuig boven het veld liet vliegen met 'Gefeliciteerd met het kampioenschap'. Dat werd niet door iedereen gewaardeerd. Verder heb ik er samen met Kees Bos De Koplopers opgericht."

- Waarom vertrok je?
"Ik ging de uitdaging aan om Delfia naar een hoger niveau te brengen. Ook daar kwamen spelers naartoe. Chris Treling wilde bijvoorbeeld een baan en daarom kocht ik Sporthuis Ruisch. Het liep goed, tot ik bij het bedrijfsvoetbal, waar ik met GEMA een vaste deelnemer bij was, mijn been brak. Ik stelde Bohumil Smolik aan als veldtrainer, maar een aantal van de spelers was het niet met zijn methodes eens. Hij vertrok en enkele maanden later zagen we hem als trainer van Slavia Praag in de Champions League."

- Waarom ging je ook hier weg?
"Omdat het met mijn been niet meer lekker ging en ik teleurgesteld was dat Bohumil geen kans kreeg van de spelers. Ik ben erna nog één keer ingestapt bij Wippolder. De club had na vijf wedstrijden onder Cor van der Loo nog geen punt gehaald. Cor zei dat ik Ti-Ta-Tovenaar zou zijn als ik ze erin zou houden en dat ik een geruite broek zou krijgen. Vijftien wedstrijden later hadden we vijfentwintig punten en speelden we ons tegen BEC veilig. Ik was die wedstrijd geschorst, maar hing in een bakje aan een kraan boven het veld. Hoe ik daarop kwam? Ik was dat jaar Prins Carnaval en had daarmee in zo'n bakje op de Markt gehangen."