Bij de laatste verhuizing heeft Ed van Bemmelen zijn bekers en medailles de deur uitgedaan.
Bij de laatste verhuizing heeft Ed van Bemmelen zijn bekers en medailles de deur uitgedaan. Foto: Marc Schapers

Oud-tafeltennisser Ed van Bemmelen blikt terug

sport

DELFT- Wekelijks blikt Delft op Zondag met oud-sporters op hun carrière. Deze week met Ed van Bemmelen. Hij speelde met veel succes voor zowel Phoenix als DHC.

Door Marc Schapers

Van Bemmelen (63) had naar eigen zeggen een grondige hekel aan trainen en dat deed hij dan ook zo min mogelijk. Toch speelde hij jarenlang in de eredivisie en schurkte hij tegen de nationale top aan.
"Een vriendje van me tafeltenniste op woensdagmiddag bij 'meester Waser' in de gymzaal van de Cornelus Musiusschool aan de Nassaulaan. Ik was een jaar of elf, ik was nieuwsgierig en ben ik een keer meegegaan. Al snel bleek dat ik aardig met een batje overweg kon. Ik won vaak, vond het leuk, de omgeving vond het leuk. Zo ben ik er in gerold."

Tafeltennis was in de tijd nog redelijk onbekend in Nederland. "Phoenix was dankzij Frits Waser de eerste vereniging in ons land met goede jeugdspelers. Hij was heel enthousiast over het spelletje en had in Zweden gezien hoe ze het daar aanpakte. Die kennis heeft hij Phoenix in praktijk gebracht."

Het werkte. "Ik weet het jaar niet meer precies, ik was een jaar of 15, dus het moet begin jaren zestig zijn geweest, en werd kampioen van Nederland bij de aspiranten. Twee ander spelers van Phoenix, Leon van Zuilen en Joop van de Borg, werden ook kampioen. Drie jeugdspelers van één club, alle drie kampioen. Dat viel natuurlijk op."

Op zijn zeventiende maakt hij de overstap naar de senioren. "Ik was nog geen 18, maar kreeg toestemming om mee te doen. We zijn in die periode twee keer gepromoveerd naar de eredivisie. Een knappe prestatie, Phoenix was de eerste niet-gesponsorde vereniging, die dat kunstje flikte. Op een gegeven moment speelden we met drie herenteams en twee vrouwenteams in de landelijke competitie. Dat was uniek en dat allemaal zonder sponsor." Over zijn eigen prestaties is Van Bemmelen (te) bescheiden. "Het is me nooit gelukt om bij de besten te komen, ik was een goede suptopper. Bert van der Helm heb ik bijvoorbeeld nooit kunnen verslaan, maar ik kon het hem wel heel moeilijk maken."Hij wint wel twee keer van topspeler Nico Slobbe in een jaar dat Slobbe slechts vier wedstrijden verliest. "Hij zal me wel onderschat hebben of hij had een mindere dag", zegt Van Bemmelen laconiek. "Bij de jeugd haalt hij het Nederlands team. Bij de senioren lukt dat niet."

"De bondscoach, Dusan Tigerman, en ik konden niet zo goed overweg met elkaar. Ik was niet de makkelijkste en nogal eigenwijs, maar hij was de baas. Dus als hij moest kiezen, viel ik buiten de boot. Ik had zo m'n eigen ideeën over hoe je het spelletje moet spelen, maar moest wel elke week naar de bondstraining en doen wat hij zei. Dat lag me niet zo. Ik had mijn eigen speelstijl, sloeg veel 'kromme' ballen en die waren voor veel tegenstanders moeilijk te bespelen. Dat gaf me een voordeel, dat wilde ik niet veranderen."

Als zijn teamgenoten bij Phoenix stoppen verkast Van Bemmelen naar DHC, waar hij nog een aantal jaren eredivisie speelt. "Ik speelde nog goed genoeg om door te gaan. Bij DHC ben ik zowaar gaan trainen, er waren veel jonge spelers, ik had een mentorrol en heb een aantal jongens op sleeptouw genomen. Nu moest ik wel trainen om de jongeren het goede voorbeeld te geven. En ik vond het nog leuk ook."

Tijdens zijn sportcarrière ziet hij het spel veranderen. "De backhand was een belangrijk onderdeel van mijn spel. Nu spelen ze anders. De backhand is bijzaak geworden. Tegenwoordig gaat eigenlijk alleen nog om de forehand. Toch blijft het fascinerend. Het is niet alleen maar hard slaan, je moet de bal ook op de juiste plek 'neerleggen'."

Als hij 35 is, stopt hij. "Je merkt dat het minder wordt. Je speelt steeds tegen jonge gasten en die zijn je te vlug af. In het begin hadden ze nog wel respect voor een oude man, maar op een gegeven moment is dat over. Dan is het tijd om te stoppen."