DKC's aanvoerder Loran Mynett is een spelverdeler met scorend vermogen. 'Ik ben geen topscorer, maar pak elke wedstrijd m'n puntjes wel mee', zegt hij. (foto: Koos Bommelé)
DKC's aanvoerder Loran Mynett is een spelverdeler met scorend vermogen. 'Ik ben geen topscorer, maar pak elke wedstrijd m'n puntjes wel mee', zegt hij. (foto: Koos Bommelé)

DKC-man Loran Mynett korfbalt het liefst in de zaal. Zonder hagel

sport

DELFT – Het gaat goed met de hoofdmacht van DKC. Handhaven in de tweede klasse was dit jaar het doel, maar als het aan aanvoerder Loran Mynett ligt, gaat z'n ploeg voor de titel.

DKC nam afgelopen zomer afscheid van twee goede en ervaren spelers. De jonge talenten die dat gat nu opvullen, doen dat goed, vindt Loran Mynett. Het vlaggenschip heeft weliswaar wat ervaring ingeleverd; het kan gelukkig nog altijd rekenen op ervaren rotten als Lotte Elliot en Pim de Jong. "We beschikken over veel scorend vermogend en zijn daarnaast een dynamische ploeg", vertelt de 26-jarige Delftenaar.

Nee, over DKC 1 hoeven we ons geen zorgen te maken. Over de afname van het aantal korfballende jeugdigen wél. De meeste clubs in Nederland merken een afnemend ledenaantal. Om die reden ging Ready uit Den Haag in 2015 al ter ziele. "En de kleinere clubs merken het eerder als de ledenaantallen slinken. DKC dus ook", zegt Loran Mynett. "Maar ook een club als Fortuna heeft ermee te maken. En hoe het komt? Geen idee. Volgens mij hebben meer sporten ermee te maken."

Daarbij komt dat steeds meer korfbalclubs ervoor kiezen op zaterdag uit te komen. Een ontwikkeling die ook in het amateurvoetbal gaande is. DKC is nog een zondagclub. "Maar als je nu objectief naar ons zaalseizoen kijkt; dat is eigenlijk buiten alle proporties. We zijn een tweedeklasser, maar we reizen stad en land af voor onze wedstrijden. We spelen wedstrijden in steden als Apeldoorn, Amsterdam, Bunnik. Ik vind het bewonderenswaardig dat DKC supporters heeft die naar al die wedstrijden meegaan om ons te steunen." DKC heeft weleens overwogen op ook op zaterdag te gaan spelen, maar er zijn altijd een paar obstakels, geeft Mynett aan. "Zoals de beschikbare zalen. We spelen onze thuiswedstrijden in de Fortunahal. Daar ben ik erg blij mee. Het is een mooie zaal, met een goede akoestiek, belichting en beleving. Maar op zaterdag zijn daar al zoveel wedstrijden dat er voor ons echt geen plek is."

Gelukkig is er altijd nog het veldseizoen. En op het eigen complex is altijd plek en het is er altijd gezellig. "We hebben een supermooi clubhuis, met een terras op het zuiden. Thuiswedstrijden worden daar altijd goed bezocht. Het is echt ons eigen plekje." Of het veldseizoen daarom leuker is? Dat niet. "Ik zit altijd in een tweestrijd. Ik ben meer een zaalspeler. Ik hou van sporten in de zaal. Dat snelle en dynamische spelletje. We hebben denk ik ook meer een zaalploeg. Maar ach, zo heeft elk seizoen wel wat."

Loran Mynett begon z'n sportcarrière bij Concordia. "Dan liepen we daar op het gravel in een hagelbui te voetballen. Dat vond ik niks. M'n ouders zeiden dat het wel weer zomer zou worden. Ja, dacht ik, maar het wordt óók weer winter." Hij ging eens met een vriendje mee naar Fortuna en was meteen verkocht. "We deden meteen allemaal leuke spelletjes. Rennen met de bal. Kat en muis. Later kwam het tactische deel pas. Ik kreeg training van Arline Preuninger. Dat was echt kicken. Ze kon het zelf natuurlijk hartstikke goed èn ze kon goed met kinderen omgaan." In de A-junioren maakte hij de overstap naar DKC. En daar zit hij nog steeds. "Ondertussen ben ik wel een echte DKC-man."