Afbeelding

Ouwe Leen

sport

Editie: Week 36, Jaargang 21 |

Plaats van handeling van het conflict tussen DHC en Van der Lee: van links naar rechts het veld van DVC, het bedrijventerrein van Van der Lee en het hoofdveld met clubhuis en een stukje van de overdekte tribune van DHC.

DELFT – Nico Zwarts haalt op verzoek sportieve Delftse herinneringen op uit het zwart/witte tijdperk.  “Vorige keer hadden we het over een  ‘goeie buur’. Maar dat dit niet altijd vanzelfsprekend is leert ons de anekdote over de jarenlange  ‘burenruzie’  tussen voetbalclub DHC en ‘ouwe’ Leen van der Lee (1897-1976). DHC speelde samen met DHL, DVC en de korfbalvereniging DKC tot begin 1960 aan de Parallelweg, beter bekend als  ‘het Laantje van Vollering’.  Hier kocht transportondernemer Leen van der Lee in 1927 met veel lef het naast het hoofdveld van DHC gelegen tennispark van de Lawn Tennisclub.  De vraagprijs was 4000 gulden maar Van der Lee zag kans om, zonder een rooie cent op zak, het 3100 vierkante meter grote tennispark voor 3000 gulden en vijfenzeventig cent in bezit te krijgen. De 75 cent achter de komma kon hij nog nét zelf ophoesten maar de ontbrekende 3000 gulden moest hij van paardenslager Karel Vrijenhoek lenen. Toen bij het inschrijven in het kadaster bleek dat DHC een strook van drie meter over de gehele lengte van het terrein wederrechtelijk in gebruik had genomen, waren de rapen gaar. Ouwe Leen was echter niet te beroerd om DHC deze strook voor 2000 gulden te koop aan te bieden. DHC vond dit  uiteraard onredelijk hoog en haakte af en zo ontstond een vrolijk conflict met van beide kanten steeds weer tactische zetten om elkaar dwars te zitten. Om te beginnen zette Van der Lee bij elke thuiswedstrijd van DHC de hekken van zijn bedrijventerrein, voor iedereen die gratis naar het voetbal wilde kijken, wagenwijd open. Na het afketsen van de onderhandelingen bleken ook de overgeschoten ballen van DHC op het terrein van Van der Lee vaak lang onvindbaar. De volgende zet was nu aan DHC;  een jute gordijn op ooghoogte moest het zicht ontnemen. Het antwoord van Van der Lee was voorspelbaar; om over het gordijn te kunnen kijken parkeerde het transportbedrijf een aantal opleggers tegen het hek waardoor een nóg beter zicht op het veld ontstond; de plaatselijke pers rook inmiddels sensatie! Voor het werk en het opruimen van het bedrijventerrein was een toegangsprijs van één dubbeltje per bezoeker, in vergelijking tot de hogere toegangsprijzen van de voetbalclub, een nette prijs.  De jeugd in korte broek betaalde zelfs geen cent. Omdat DHC vond dat Van der Lee onterecht aan het voetbal van DHC verdiende,  trommelde het bestuur een groot aantal vrijwilligers bij elkaar om een meters hoge schutting in elkaar te timmeren. Op ‘n zaterdagavond rond 22 uur stond het gevaarte;  DHC wist echter niet dat ouwe Leen ook reeds maatregelen had getroffen en ’s nachts aan zijn kant van de schutting stevige klossen had laten schroeven. De klim naar de hogere staanplaats bezorgde de illegale supporters in elk geval een steeds beter veldoverzicht. Dat dit geklauter de stabiliteit van de schutting niet ten goede kwam bleek toen er op maandagmorgen een hevige storm opstak waardoor de hele stellage op het terrein van Van der Lee terecht kwam. Ouwe Leen stelde DHC onmiddellijk aansprakelijk voor de schade en het belemmeren van de in- en uitrit van het bedrijf. De schadeclaim werd uiteindelijk knarsetandend door DHC afgekocht; Van der Lee mocht al het hout van de schutting  houden en de strijdbijl werd weer voor korte tijd begraven. Om begin jaren zestig plaats te maken voor de nieuwbouwplannen en de uitbreiding van de Gemeente Delft, verhuisde DHC naar het sportpark aan de Brasserskade en het transportbedrijf van Van der Lee naar de Mercuriusweg. Waar ooit het hoofdveld van voetbalclub DHC en het terrein van Van der Lee lag kruist nu de Krakeelpolderweg de Westlandseweg; de tram rijdt in een bocht over de hoofdtribune; de bus schampt het doel en bij de cornervlag staat nu het gebouw van de brandweer. Bij het oversteken van de kruising moet ik nog vaak aan het verhaal over de ‘burenruzie’ tussen DHC en Ouwe Leen denken, een strijd zonder winnaars, zonder vrede met soms een korte wapenstilstand. Dit conflict vond plaats in de jaren van de slapstick;  vér voor de ‘Rijdende Rechter’ en ‘Studio Sport’. Deze anekdote werd me ooit verteld door de inmiddels bijna 90 jarige ‘jonge’ Leen;  de zoon van die ‘ouwe’!”

 

Bijschrift tekening

Deze tekening is van rond 1928/29: ‘De plaatselijke pers besteedde veel aandacht aan de sportieve schermutselingen tussen DHC en Van der Lee’.

Download de laatste krant!

Energieweg 3
2627 AP Delft

T: 015 - 214 39 12