Irene Bonnier in Kledingbank De Buurvrouw (Foto: Koos Bommelé)
Irene Bonnier in Kledingbank De Buurvrouw (Foto: Koos Bommelé)

Passie met een Gouden Rand: Irene Bonnier

Algemeen

DELFT - U wist vast wel dat Delft een voedselbank heeft, maar wist u ook dat Delft een kledingbank heeft? Namelijk Kledingbank De Buurvrouw. De Buurvrouw is door Karin en Saskia opgericht en zij worden geholpen door een aantal vrijwilligers. Een van die vrijwilligers is Irene Bonnier. 

Door Sara Tholenaars

Al vanaf het begin is Irene actief als vrijwilliger bij Kledingbank De Buurvrouw. Via haar eigen buurvrouw is zij in contact gekomen met Karin en Saskia. Ze begon met een dag in de week werken en dat werden er uiteindelijk drie. Momenteel is zij er twee dagen per week aanwezig en helpt zij met veel passie en plezier mee in het gezellige team van De Buurvrouw. Naast het vrijwilligerswerk is Irene ook actief als hondenoppas van haar kinderen. 

Irene weet niet van stilzitten als zij bij de kledingbank aanwezig is. Ze sorteert de kleding, controleert de kaarten en schrijft kaarten. “Ik doe eigenlijk alles wat noodzakelijk is en help waar ik helpen kan.”

Nee verkopen
“Het is heel fijn om mensen blij de deur uit te zien gaan met hun aankopen. Dit gebeurt helaas niet altijd. Het komt wel eens voor dat ik nee moet verkopen. Er zijn mensen die het onderste uit de kan willen en dat kan niet altijd. Ik vind mezelf ook niet aardig als ik nee moet verkopen.” De Buurvrouw probeert alles onder iedereen eerlijk te verdelen. Het kan bijvoorbeeld niet zo zijn dat er één iemand met alleen maar merkkleding vandoor gaat. Er moet ook iets zijn voor de anderen om uit te kiezen. “Ik vind het heerlijk als ik de mensen hoor zeggen dat ze erg blij zijn. Dat geeft toch wel een voldaan gevoel.”

Dankbaar
Rotary Club heeft een mooie, grote en professionele wasmachine aan de Kledingbank De buurvrouw geschonken en daar zijn de vrijwilligers erg dankbaar voor. “Tijdens het sorteren van kleding en kijken of het nog wel bruikbaar is, kom je wel eens vieze dingen tegen die je liever niet had willen zien. Dan is het superhandig dat wij een eigen wasmachine hebben en het meteen ter plekke kunnen wassen.

Acties
Eén keer per maand is er een verkoop voor iedereen, dus ook voor de mensen die niet bij de kledingbank lopen. De actie is om het laatste beetje geld in te zamelen om de huur en gasrekening van het pand te kunnen betalen. “Tijdens de actie mag iedereen bij ons komen winkelen, wel zijn er een paar restricties want al het ‘overige’, zoals handdoeken, beddengoed en gordijnen zijn niet voor de verkoop. Daar hebben wij er namelijk al zo weinig van en die bewaren we liever voor de mensen die wel een pas voor de kledingbank hebben. Van herenkleding hebben wij ook niet zoveel van, dus daar zijn we ook niet zo scheutig mee met de verkoop.”

Er is altijd vraag naar herenkleding, kinderkleding en kleding voor tieners. “We vinden het heerlijk als mensen kleding af komen geven, alles kan goed gebruikt worden.” Wanneer u een tas met kleding heeft kunt u gerust eventjes naar binnen lopen om uw kleding af te geven. Dat kan op elke maandag, woensdag en vrijdag tussen 10.00 uur tot 14.00 uur. 

De Buurvrouw
Kledingbank De Buurvrouw voorziet mensen met een laag inkomen van (bijna) gratis kleding. Mensen die de minima groep behoren, ingeschreven staan bij de voedselbank of in de schuldsanering zitten, komen in aanmerking voor de kledingbank. “Het is misschien grof gezegd, maar ze moeten wel eerst met de billen bloot, ze moeten namelijk aan kunnen tonen waarom ze in aanmerking komen voor de kledingbank.”

Per gezinslid krijgt ieder een kaart om per maand vier kledingstukken uit te zoeken bij De Buurvrouw. Per ophaalbeurt betalen de mensen 1 euro per kaart. Een keer in de drie maanden mogen de mensen een jas, een paar schoenen uitzoeken en iets uit de categorie ‘overig’, dat kan dus ook een tas zijn. “Karin en Saskia verdienen een dikke pluim voor wat ze hebben opgezet. De Buurvrouw maakt een hele hoop mensen blij en het is goed dat er zoiets in Delft bestaat. Wel ben ik bang dat de vraag groter wordt, want als ik zie hoe het dit jaar met de inschrijvingen gaat, zijn dat er al een hoop. Tot nu toe komen we geen vrijwilligers te kort, maar wie weet in de toekomst wel met de vele inschrijvingen.”