Schoolklas met slapende schoolmeester, Jan Steen, 1672
Schoolklas met slapende schoolmeester, Jan Steen, 1672

Duitse school in herberg ‘De Zwarte Raaf’

Algemeen

Door Jeroen Stolk

Het onderwijs heeft een grote vlucht genomen; van de strakke rijen schoolbankjes en strenge leerkrachten naar de meer vrije en losse manier van lesgeven vanaf de jaren zeventig in de vorige eeuw. In het nieuwe millennium nam de digitalisering steeds meer toe. En vanaf 2020 kreeg, door toedoen van het coronavirus, het thuisonderwijs een nieuwe dimensie. Eigenlijk gaan we hiermee terug in de tijd want in de zestiende eeuw ging het er ook veel losser en vrijer aan toe en werd vaak lesgegeven in huiselijke sfeer, zij het bij de leerkracht thuis. Die leerkrachten konden zowel mannen als vrouwen zijn. Vaak waren daar hooguit zo’n vijftien leerlingen aanwezig die elk in hun eigen tempo werkten. 

Vóór 1600 leerde men op scholen voor de gewone burger eigenlijk niet veel meer dan het alfabet en wat gebeden. Ook werd er eenvoudige bijbelkennis bijgebracht. Als er al leesles gegeven werd was dat aan de hand van die gebeden of bijbelteksten. We hebben het hier dan over scholen voor de eenvoudige burgerkinderen. 

Er waren enkele soorten scholen waarvan de Franse- en de Duitse school de bekendste zijn. Op de Duitse school leerde je in het Nederlands lezen, schrijven, rekenen, vaderlandse geschiedenis, aardrijkskunde en bijbelkennis. Op de Franse school kreeg je dezelfde vakken maar dan in het Frans. Na het afronden van de Duitse- of Franse school stopte het voor de meeste leerlingen. De rijkere klasse stuurde hun kind daarna nog naar de Latijnse school. In 1609 kreeg Arent Cornelisz. Stuling consent om een Duitse school te beginnen. Arent was herbergier en had zijn nering, herberg “de Zwarte Raaf”, op de hoek van de Oude Delft met de Binnenwatersloot waar zich heden Oude Delft 105 bevindt. Vermoedelijk werd aldaar ook zijn Duitse school gehouden.