'Op de TU Delft Campus kan niet zomaar op elk veld gebouwd worden' (Foto: Koos Bommelé)
'Op de TU Delft Campus kan niet zomaar op elk veld gebouwd worden' (Foto: Koos Bommelé)

‘TU Delft doet alles binnen macht om druk op Delft te doen afnemen’

Algemeen

DELFT - ‘De groei van het aantal studenten in Delft moet een halt worden toegeroepen, met oog op de problematiek rondom studentenhuisvesting.’ Deze stelling legden wij eerder voor aan de Delftse politiek op onze wekelijkse gemeenteraadsverkiezingspagina. Ook Tim van der Hagen - voorzitter van het College van Bestuur en tevens rector magnificus van de TU Delft - ziet dat de druk van het aantal studenten op de stad groot is. “Wij doen alles wat binnen ons bereik ligt om de problematiek op te lossen.”

Door Cheyenne Toetenel

Het aantal studenten in Delft is in vijftien jaar tijd meer dan verdubbeld. De TU Delft ging zelf eerder uit van maximaal 25.000 studenten, maar inmiddels zijn er ruim 28.000 studenten en blijft het aantal jaarlijks toenemen. “Enerzijds is het positief dat we als stad en universiteit zichtbaar zijn voor zowel Nederlandse als buitenlandse studenten en er vanuit het bedrijfsleven veel vraag is naar Delftse ingenieurs, anderzijds is de druk op de stad enorm”, aldus Van der Hagen. “Ook wij als TU Delft willen die helemaal niet, maar helaas hebben wij de middelen niet om het aantal studenten terug te dringen. Volgens de wet moeten wij elke student die zich aanmeldt met de juiste diploma’s een onderwijsplek bieden. Dat levert jaarlijks onzekere situaties op, aangezien wij niet weten hoeveel aanmeldingen wij krijgen. Wij moeten vervolgens snel handelen om te zorgen dat de hoeveelheid onderwijsplekken op orde is.” Dat de TU Delft actief studenten blijft aantrekken is dan ook een misverstand, stelt Van der Hagen. “Een ander misverstand is dat wij zouden verdienen aan het toenemende aantal studenten. Elke student die wij erbij krijgen kost ons meer dan wij ontvangen vanuit de overheid, dus ook vanuit financieel oogpunt hebben wij liever niet méér studenten.” 

Instrumenten
De TU Delft en de andere universiteiten zijn al jaren in gesprek met het kabinet, waarbij zij pleit voor meer instrumenten om de instroom van studenten te reguleren. “Nu mogen wij niet zeggen dat een bepaalde opleiding of de gehele universiteit vol zit, of mensen uit andere landen weigeren. Eerlijk gezegd ziet het er ook niet naar uit dat dit op de korte termijn verandert. De vrijheid van Europeanen om zelf te kunnen kiezen wáár en wát zij studeren staat in de Europese wet. De groei die dit met zich meebrengt overkomt ons. Wij zitten er mee in onze maag, want wij zien de druk op de stad toenemen.” Inmiddels kijkt de TU Delft ook of ze studenten kunnen accommoderen op andere plekken. “In Den Haag en Amsterdam doen we al het een en ander en we onderzoeken nu de mogelijkheden om op grotere schaal opleidingen aan te bieden in andere steden. Dan is wel de vraag; hoe behoud je die Delftse signatuur? Als TU Delft hebben we niet voor niets de naam en de erkenning.”

Overlast
Van der Hagen roept op om vooral niet te vergeten dat studenten ook veel positiefs naar de stad brengen. “Zo wil het bedrijfsleven wél graag meer Delftse ingenieurs om invulling te geven aan banen. Studenten klaarstomen om die banen te vervullen is een maatschappelijke plicht die wij hebben. We leiden onze studenten op voor een internationaal bedrijfsleven - ook bij veel Delftse bedrijven is Engels de voertaal - vandaar dat wij Engelstalige masteropleidingen aanbieden. Maar ook de rest van de Delftse samenleving profiteert van de aanwezigheid van studenten. Delft is een kennis- en innovatiestad met onder meer de TU Delft, Deltares, IHE en TNO in het ecosysteem. Daar mogen we trots op zijn. Delft bruist en leeft ook dankzij de studenten. Studenten doen van alles in de stad wat het maatschappelijk belang dient en onze medewerkers en studenten dragen bij aan de economie van Delft.” Echter, Van der Hagen sluit zijn ogen niet voor misstanden. “Een klein percentage studenten veroorzaakt overlast. Vreselijke overlast door asociaal gedrag, daar moeten we eerlijk over zijn. Die groep verpest het voor al die andere studenten die zich keurig gedragen en hard studeren.” De TU Delft is volop in gesprek met de gemeente en studentenverenigingen om te zorgen dat overlastgevers op hun gedrag worden aangesproken. “We doen hierin wat wij kunnen, maar het blijft een lastig verhaal omdat studenten buiten de muren van de universiteit gewone burgers zijn. Hen kunnen wij geen sancties opleggen voor hun gedrag buiten de campus. Toch komen er écht mooie dingen uit de gesprekken. Zo vraagt de huidige senaat van het Delftsch Studenten Corps elk nieuw lid een sociaal contract te ondertekenen waarin staat: ‘Wij zijn te gast in Delft en wij zullen ons gedragen’.”

Studentenhuisvesting
Een probleem dat de afgelopen jaren veelvuldig is aangekaart, is het tekort aan woonruimte voor studenten. Een veel geroepen ‘oplossing’ voor het probleem is bouwen op de campus. De TU Delft zou hiermee ‘de nodige verantwoordelijkheid nemen voor de druk die zij veroorzaakt op de stad’, aldus diverse partijen. Maar zo makkelijk ligt het niet, legt Van der Hagen uit. “Natuurlijk bekijken wij de mogelijkheden voor huisvesting op onze campus. Momenteel zijn er op en aan de randen zo’n 4 duizend wooneenheden en binnenkort zal dit aantal toenemen tot 6 á 6,5 duizend. Meer bouwen op de campus is zeker een optie, maar daarbij moet worden voldaan aan diverse voorwaarden. Ten eerste mogen wij als onderwijsinstelling volgens de wet niet zelf bouwen, verhuren of beheren. Dit zou een verhuurder als DOWU op zich moeten nemen. Ten tweede is het een ingewikkelde puzzel om geschikte ruimte aan te wijzen voor woningbouw. Je kan niet op elk vrij veldje bouwen; soms wordt er in een gebouw ernaast bijvoorbeeld met gevaarlijke stoffen gewerkt. In gesprekken met de gemeente zoeken we naar geschikte locaties.” De TU Delft denkt bovendien mee over hoe de problematiek elders in de stad is op te lossen. “De combinatie van studentenhuisvesting op de campus en spreiding over stad en buurgemeenten, zoals nu in Schiedam en Rijswijk gebeurt, lijkt mij de oplossing. We moeten spreiden en kijken wat de mogelijkheden zijn. Dat kan ook direct bijdragen aan een afname van overlast. In bepaalde wijken is het aantal studenten en overige inwoners niet in balans. Zorgen voor een betere balans kan bijdragen aan een betere sfeer.” De regels rondom verkamering moeten overigens niet worden teruggedraaid, vindt Van der Hagen. “Toen ik zes jaar geleden als voorzitter begon was er nog geen limiet aan verkamering. Dat liep op bepaalde plekken verschrikkelijk uit de hand. Samen met de gemeente hebben we toen gezegd dat er een maximum moest komen per zone, wat enorm heeft geholpen. Nu zijn er nog steeds straten waar verkamering ooit is doorgeschoten, maar het is volgens de wet lastig terug te draaien als een woning eenmaal verkamerd is. Dit ligt nog buiten het bereik.”