Dubbel Delft

DELFT - Al sinds de jaren tachtig is het economisch toverwoord ‘privatiseren’. Alles moest allemaal anders: de Spoorwegen, de energiebedrijven, de Postbank, de postbestelling, de zorg, de ziekenhuizen, alles werd verkocht. Alles onder het mom dat ‘martktwerking’ goed zou zijn voor al deze ‘producten’. Daarmee zou er een goed evenwicht, een goede prijs ontstaan voor een dienst of een product. Zijn we er beter van geworden? De mensen in de top van die organisaties in ieder geval wel. De grote vraag is of voor de burgers zaken als huisvesting, de zorg, de ziekenhuizen, de energievoorziening en dergelijke niet beter onder de vleugels van de overheid kunnen functioneren. We zijn nu voor die basisvoorzieningen wel erg afhankelijk van ‘marktpartijen’. Het eerste postkantoor in Nederland verscheen in 1799; naar Frans voorbeeld werden de posterijen in die periode omgevormd tot nationale ondernemingen. In 1928 werd de officiële naam Staatsbedrijf der Posterijen, Telegrafie en Telefonie (PTT) aangenomen. In de beginperiode kreeg je verschillende keren per dag bezoek van de postbode. In 1932 verviel de derde postbezorging al in de buitengebieden en na de Tweede Wereldoorlog werd overal in Nederland nog maar twee keer per dag post bezorgd. Rond de jaren zestig bracht de PTT de postbezorging uiteindelijk terug naar één bezorging per dag. Vanaf 1 januari 1989 is de PTT niet langer een staatsbedrijf. Het bedrijf is geprivatiseerd en omgezet in de NV Koninklijke PTT Nederland (KPN). Al enige tijd hiervoor was het meer en meer een commerciële onderneming geworden. Op de oude foto van Tiemen zien we in 1962 een postbode met een goed gevulde tas op de Voldersgracht bezig met zijn rondje postbezorging. Zoals bij veel bedrijven was het gebruikelijk dat de werknemer een pet op had met de vermelding van het bedrijf, en meestal ook werkkleding in de kleuren van het bedrijf. Terwijl vrouwen zich uitdosten met mutsen, droegen mannen hoeden en petten. Hoeden voor de heren van stand, en petten voor de lagere klassen. Op de achtergrond is het hoekpand met de Papenstraat te zien. In 1956 kocht rijwielhandelaar Dirk Wijtman het perceel dat hij grondig liet verbouwen tot een showroom voor bromfietsen en motoren, zoals de legendarische Berini.