Laurens Kok was ruim 200 wedstrijden het veel gezochte aanspeelpunt in de spits van DHC. (tekst en foto: Roel van Dorsten)
Laurens Kok was ruim 200 wedstrijden het veel gezochte aanspeelpunt in de spits van DHC. (tekst en foto: Roel van Dorsten)

Hoe gaat het met Laurens Kok?

Algemeen

DEN HAAG - Laurens Kok (42) speelde alleen voor DHC en is daar nog steeds trots op.

- Hoe gaat het met je?
“Goed, zeker als je de coronatijd in ogenschouw neemt. Mijn vrouw, onze zonen van 10 en 7 jaar en ik zijn in goede gezondheid en hebben een mooi leven in Den Haag, waar wij dicht bij het strand wonen. Het strand en de zee trekken mij. In de eerste lockdown heb ik geprobeerd om het golfsurfen onder de knie te krijgen, maar ik ben nog iets te soepel in de heupen om dat als geslaagd te kunnen te noemen, haha. Ik werk ruim 10 jaar bij The Hague & Partners, waar ik een team leid, dat namens de gemeente Den Haag probeert om buitenlandse bedrijven aan de stad te verbinden. Een interessante baan met, normaal gesproken, veel reizen en ontmoetingen met verschillende culturen.”

Laurens Kok kwam als vijf jarige bij DHC terecht: “Op hun zoektocht naar een goede voetbalclub voor mij waren mijn ouders van plan om alle clubs aan de Brasserskade te bezoeken, maar zij zijn nooit verder gekomen dan DHC. Ik ben bij Tinus Stok en Sjef Dooyenburg in de F-jes begonnen, zij zorgden ervoor dat ik mij al vroeg bij de club thuis voelde. In de jeugd altijd in de hoogste elftallen gespeeld. Al moest ik vaak aan het begin van het seizoen de trainers overtuigen van mijn kwaliteiten. Dan stond ik naast de basis, maar zodra er punten gehaald moesten worden kwam ik er vanwege mijn grote lijf wel in.”

- Hoe was dat in de senioren?
“Ik kwam wel bij de selectie, maar heb zo’n vier jaar in het tweede elftal gespeeld. Al pakte ik wel mijn wedstrijdjes mee in het eerste. Uiteindelijk heb ik ruim 200 wedstrijden in het eerste elftal van DHC gespeeld, waar ik nog steeds trots op ben. Vooral trots als je kijkt naar de historie van de club; DHC heeft landelijk naam gemaakt met successen in de jaren ‘40 en ‘50, in het profvoetbal en later in de jaren ‘80. Bovendien speelt de club nog steeds in het grootste amateurstadion van Nederland. Dus ben ik ook onderdeel van die historie.”

- Hoe waren de prestaties?
“Met de C1 kampioen geworden, de C1 Cup gewonnen en ook alle buitenlandse toernooien. Met spelers als Rob de Ruiter, Maurice Gonlag, Remy Kooijmans, Wesley Smits en Boris Vrogna. We wonnen alles wat los en vast zat. Met het eerste elftal de degradatie vanuit de Eerste Klasse meegemaakt, dat was het gevolg van het vertrek van ervaren krachten naar Wilhelmus. We moesten het met een hele jonge lichting doen, denk aan spelers zoals Kevin den Os en Nick Keijzer. Maar met deze jongens ook kampioen geworden van de Tweede Klasse en door promotie opgeklommen naar de Hoofdklasse en daar een periodetitel gepakt.”
“Ik heb nooit de behoefte gehad om bij DHC weg te gaan. Bovendien heb ik daar een theorie over: als je wilt vertrekken moet je eerst twijfel zaaien aan de bar en zorgen dat je wordt gebeld, zo kom je op de markt. Maar ik heb mij altijd senang gevoeld bij DHC, ik ben dan ook nog steeds lid.”

- Wat voor speler was je?
“In de jeugd verdediger, vanaf de A-jeugd kwam ik in de spits. Aanspeelpunt voor opkomende spelers en afmaker van voorzetten. Kopsterk, goed voor gemiddeld tien tot vijftien doelpunten per seizoen.”

- Wat doe je nu nog?
“Hardlopen, het liefst op het strand. Ook de marathon van Rotterdam én 8 maal de CPC gelopen. Onze zonen zijn lid van Quick, ik speel daar sinds kort in de veteranencompetitie voor clubs van 100 jaar of ouder. Onlangs met 2-0 van AFC gewonnen, een uitslag waar je mee thuis kunt komen!” (RvD)