Giulietta had niet zo'n zin. Saskia, Marga, Nick en John gelukkig wel.
Giulietta had niet zo'n zin. Saskia, Marga, Nick en John gelukkig wel.

Het gezicht achter: Bouman Autoschade V.O.F.

Algemeen

DELFT - Moeder Marga heeft appeltaart gebakken. Vader John gaat eens goed zitten voor het gesprek. Dochter Saskia en kleinzoon Nick schuiven aan met koffie. Kleindochter Giulietta zwaait hallo vanuit de box. Bij Bouman Autoschade ben je meteen thuis. En dat heeft de familie altijd veel goeds gebracht.

Door Ester Janssen

Ze hebben motorolie in hun aderen, de Boumans. En ze kunnen ongeveer even vroeg rijden als lopen. Glunderend vertelt John over het tractormaaiertje dat al 35 jaar oud is en waar alle (klein)kinderen op rondtuften, nog voordat ze goed en wel met hun voetjes bij de pedalen konden.

Welk merk is Johns favoriet? Gelach alom: ‘Kijk achter je.’ Grote Mercedesposters aan de muur. ‘Alles eraan klopt. Je kunt hem honderd keer uit elkaar halen, alle onderdelen blijven passen.’ ‘Geef toe pa,’ grinnikt Saskia, ‘het is ook vanwege de status.’ Monique is meer van BMW, Saskia rijdt graag Volkswagen. Duitse degelijkheid.

In 1956 richtte opa Jan het bedrijf op, in Den Haag. John en Marga namen het over in 1982 en in 1995 vestigden ze zich aan de Marconiweg in Delft. De dochters Monique en Saskia kwamen erbij, en onlangs dus ook kleinzoon Nick. De toekomst is onzeker: John en Marga zijn zeventigers en kunnen de boel geen tien jaar meer runnen. Monique en Saskia hebben gezinnen en kunnen niet al hun tijd aan het bedrijf geven, en Nick is eigenlijk nog te jong. Voor de zekerheid haalt hij zijn vrachtwagenrijbewijs. Het wordt er even stil van. Tijd voor een rondje lopen.

Eerst de grote werkplaats. ‘We geven hier ook goede feesten,’ zeggen Saskia en Marga. ‘Toen Nick 16 werd, en soms Sinterklaas.’ Dan de spuiterij, met een ruimte ernaast waar de kleuren gemengd worden. Tegenwoordig gaat dat met de computer, legt de familie uit, maar vroeger moest je zelf wegen hoe veel van welke lak er in het mengsel ging. ‘Bijna iedere auto past in de spuiterij,’ vertelt Saskia, ‘maar we hebben eens een limousine gehad die zo groot was, dat hij zo’n anderhalve meter uitstak. Toen hebben we aan de deuren van de spuiterij een tentje gebouwd.’ Auto’s spuiten is een vak apart: iedere soort lak en zelfs iedere kleur heeft andere eigenschappen. Saskia: ‘Witte lak is zwaarder dan zwarte. Dan kun je het er wel in een keer dik opspuiten, omdat je snel klaar wilt zijn, maar dan krijg je zakkers.’ Nick moet dan wel eens zijn geduld aanspreken: ‘Ik geef een auto het liefst meteen flink op zijn donder.’

Dingen zijn niet gauw een probleem, bij Bouman. ‘Hoe je het doet, doe je het, maar je vraagt een normale prijs en je zorgt dat je je afspraken nakomt. Dan moet je wel eens creatief zijn.’ Nick vindt dat fijn: ‘Je mag hier alles op je eigen manier doen. Ik doe het wel eens anders dan opa.’ ‘Achterschermen oplassen,’ valt John bij. ‘Ik moest er even aan wennen, maar als het resultaat goed is, is het natuurlijk prima.’ Is het wel eens lastig om je beloftes aan klanten na te komen? ‘Alleen als de onderdelen niet op tijd geleverd worden. Gelukkig hebben ze daar eigenlijk altijd begrip voor.’

John en Marga praten met liefde over de mensen met wie ze werken, zowel de werknemers als de clientèle. ‘Ze zijn trouw. De meesten werken heel lang bij ons, echt tientallen jaren. En wie dan toch ergens anders heengaat, is daar altijd welkom. Als ze van Bouman komen, is het goed. Daar zijn we toch wel erg trots op.’ De klanten komen soms van ver. Die hebben vroeger in Delft gewoond, en zij of hun ouders hebben goede ervaringen met het bedrijf. ‘We krijgen regelmatig meerdere generaties van een familie,’ zegt Marga. ‘Je leeft dan echt met die mensen mee, je leert ze heel goed kennen.’ Opvallend vaak kwamen mensen rond twaalven hun auto brengen. ‘Dan stond de frituurpan regelmatig aan, konden ze een frikandelletje mee-eten.’
De werkvriendschappen gaan zelfs zo ver, dat de Boumans vroeger wel eens weekendjes weg gingen met iedereen die in hun eigen bus paste. ‘Familie, werknemers, vaste klanten, alles door elkaar. Survivallen in de Ardennen.’

Zijn ze elkaar dan nooit eens zat? Zelden. Het helpt ook dat ze allemaal hun eigen taak hebben, en hun eigen werkruimte. John en Nick staan in de werkplaats, Marga doet de boekhouding, Monique en Saskia wisselen elkaar af bij het regelen van de verzekeringen. Ze zitten dus nooit op elkaars lip. Maar rond lunchtijd vindt iedereen elkaar in de keuken: lekker Marga’s hachee of zuurkool eten.

John met vader Jan in Den Haag