Gianni Kamperveen leert tegenwoordig jeugdige keepers de kneepjes van het vak en doet dat het liefst met een flinke dosis humor. (foto: Roel van Dorsten)
Gianni Kamperveen leert tegenwoordig jeugdige keepers de kneepjes van het vak en doet dat het liefst met een flinke dosis humor. (foto: Roel van Dorsten)

Hoe gaat het met Gianni Kamperveen?

Algemeen

DELFT - Gianni Kamperveen (33) vond zichzelf als keeper geen toptalent, maar werd door zijn mentaliteit een gerespecteerd doelman op het hoogste amateurniveau.

- Hoe gaat het met je?
‘Het gaat goed. Samen met mijn vriendin Gaby zijn wij sinds vier maanden de trotse ouders van een zoon, Jovi. Door mijn werk kan ik mij veroorloven om een papadag te hebben, dat vind ik heel leuk. Dus ja, het gaat goed met ons. Ik werk fulltime als keeperstrainer bij FC Utrecht, RKAVV, sv Den Hoorn en sinds kort ook bij sv Nootdorp. En vanaf het begin van dit jaar heb ik de Keepersschool van Hans Suiker overgenomen. We hebben net de eerste cursus achter de rug. Door de corona-maatregelen zonder ouders, dat vond ik jammer. Verder was het een geslaagde cursus.’

- Ben je sportieve carrière ook als keeper begonnen?
‘Nee, ik was 4 jaar toen ik aan de hand van mijn vader bij DHC ben begonnen. Ome Sjef Dooyenburgh was mijn eerste trainer, hij vond mij eigenlijk te jong. Maar toen ik met mijn vader een balletje aan het trappen was zag hij kennelijk iets in mij. Pas in de E-jeugd ben ik gaan keepen. Mijn vader vond dat aanvankelijk niets, hij vond keepers lui. Dat komt door onze Surinaamse roots, waar een keeper niet hoog in aanzien staat. Hij ging pas overstag toen hij zag dat ik talentvol was. En zal ik je wat vertellen? Mijn vader was zelf een keeper! Maar hij was overal bij, zelfs in Heerenveen stond hij langs de lijn.’
‘Ik ben op mijn vijftiende naar ADO gegaan. Ik werd gescout door Rob Wijnstok en vanaf de B1 heb ik zes jaar tot en met het Beloften-elftal bij ADO Den Haag gespeeld. Zelfs nog een tijdje bij het eerste meegetraind, maar toen waren alle andere keepers geblesseerd. Zelf raakte ik ook geblesseerd toen Ferry Bodde een bal schoot en mijn schouder uit de kom schoot. Het heeft anderhalf jaar geduurd voordat ik weer op niveau kon keepen, dat was het einde bij ADO. Ik was geen toptalent voor het betaald voetbalniveau, dat was Tim Krul wel, hij zat een lichting onder mij. Voor de topamateurs was ik een prima doelman. Ik was ambitieus, ik wilde voor de prijzen gaan. Al vond ik humor en plezier hebben ook heel belangrijk.’

- Heeft die ambitie ook prijzen opgeleverd?
‘Nee. Ik heb alle finales verloren die ik heb gespeeld. Twee keer finale HC-Cup en eenmaal de KNVB Beker-finale verloren en de rest in halve finales gesneuveld. Ik troost me met de gedachte dat veel voetballers dat ook niet hebben kunnen meemaken. Om het toch nog positief te zien. Na ADO ben ik naar Tonegido in Voorburg gegaan. Daar heb ik twee leuke jaren gehad, maar de club ging failliet. Maar door mijn ambitie wilde ik zo hoog mogelijk spelen, ik ben toen naar HBS in Den Haag gegaan, de hoogst spelende club in de regio. Met HBS in de Topklasse, maar ook Derde Divisie gespeeld. Voor de KNVB-beker wedstrijden tegen Heracles, NAC en Top Oss gespeeld. Bij HBS een fantastische tijd meegemaakt, daar was ook de derde helft geweldig. Soms nog beter dan de eerste en tweede helft, haha.’

- Je stopte voor een keeper op een relatief jonge leeftijd?
‘Ja, ik was dertig, maar mijn knieën wilde niet meer. Daarbij kreeg ik de kans om bij ADO als keeperstrainer aan de slag te gaan.’

- Wat doe je nu nog?
‘Ik ben tevreden met mijn spelerscarrière en doe nu waar ik plezier aan beleef. Wij starten vandaag met KHS de keepersfunkampioenschappen. Ik wil keepen én humor samenbrengen en heb daar allerlei leuke spelonderdelen voor bedacht. (RvD)