Dubbel Delft 29/5

DELFT - Op dinsdag 14 januari 1964 startte een nieuwe manier om de Delftse schatkist te vullen: in de Delftse binnenstad waren steeds meer auto’s te zien en de gemeente wilde voorkomen dat de binnenstad als permanente autostalling werd gebruikt. Daarvoor werden een aantal kleine gebieden aangewezen als zogenaamde blauwe zone. Je mocht daar wel parkeren, maar niet de hele dag en je moest een parkeerschijf achter je voorruit leggen als je in zo’n blauwe zone je auto parkeerde. Al snel waren er overigens handige winkeliers die onder de toonbank parkeerschijven verkochten met een klein, op batterijen werkend uurwerkje erachter. Je was dus nooit te laat bij je auto terug. Op de Markt, ook zo’n blauwe zone, verscheen een heuse caravan en bijbehorende parkeerwachten. Wachten dus: mensen die op je auto pasten. Een goede winterjas, een tas om de pecunia in op te bergen en klaar was Delft met de auto’s. Dat pakte toch wat anders uit, vooral voor de automobilisten. In de loop der jaren verschenen er, zich uitbreidend als een gezond stel konijnen, overal in de stad parkeermeters. Bij de gemeente hadden ze al snel door dat de Heilige Koe goed uit te melken was: het aantal parkeermeters steeg bijna net zo snel als de tarieven. Het Ei van Columbus werd gelegd met de invoering van de parkeervergunning. Eerst werden een paar wijken vergunning-gebied. Even leek het of bewoners van die wijken meer ruimte voor hun automobiel kregen. In tegenstelling overigens tot naastgelegen wijken, die overlast kregen van het blik dat uit die vergunning-gebieden in hun wijk werd gestald. Totdat daar ook de vergunning verplicht werd. Uiteindelijk is ongeveer alles bij het oude: bijna iedereen heeft een vergunning - tegen een riante vergoeding - en dus zijn we terug bij af. Zeker nadat ook uit de binnenstad de auto geweerd werd en nog meer auto’s een plaats moesten krijgen. Ook daarvoor hadden de gemeentelijke rekenmeesters een oplossing: bouw aan de rand van de binnenstad goede parkeergarages. De parkeerschijf is nu een app op je mobiel geworden. Wie nu een middagje boodschappen gaat doen in de binnenstad moet rekening houden met een aantal euro’s extra kosten. Fietsen is, zeker met mooi weer, een goed alternatief. Hoewel ook dat aantal flink uitdijt.