Oud-journalist Henk de Kat: ‘Hele journalistiek hoopt op proef met Delfts persbureau’ (Foto: Koos Bommelé)
Oud-journalist Henk de Kat: ‘Hele journalistiek hoopt op proef met Delfts persbureau’ (Foto: Koos Bommelé) Foto: KOOS BOMMELE

Reuring over digitaal speurwerk gemeente

Algemeen

DELFT – Al ruim vijf jaar volgt de gemeente Delft elke dag nauwlettend wat individuele burgers en actiegroepen op social media zeggen over politiek gevoelige kwesties in de stad. Deze week ontstond landelijk reuring over zulk digitaal speurwerk, nadat onder meer de Rijksuniversiteit Groningen onthulde dat dit in nogal wat gemeenten leidt tot onwettige ‘spionage’.

Door Cheyenne Toetenel

“Het neigt inderdaad naar spionage-achtige toestanden als een gemeente op sites als Facebook, Twitter, Whatsapp, TikTok en Instagram continu zoekt naar ontevredenheid over de plaatselijke politiek”, stelt Henk de Kat, oud-redactiechef van de Delftsche Courant. “Het zou juist andersom moeten. In plaats van de hele dag te speuren naar de trammelant die nu om de haverklap door politieke plannen ontstaat, kun je als stadsbestuur beter gaan bekijken hoe je maatschappelijke onvrede kunt voorkómen.”

Newsroom
Delft begon in 2016 als één van de eerste gemeenten in Nederland met ‘Newsroom’. Een toen nieuw concept, neerkomend op een permanente zoektocht van lokale overheden naar politiek getinte internetstandpunten vanuit de plaatselijke bevolking. Veel andere gemeenten gingen er na Delft ook mee aan de slag. Deze week meldde de Rijksuniversiteit Groningen na onderzoek dat inmiddels één op zes van de 156 ondervraagde gemeenten ook nepaccounts gebruikt voor ‘Newsroom’. Ambtenaren loggen dan onder een valse naam in bij digitale discussies. Volgens de Groningse wetenschappers mag dat wettelijk niet. “Dat is spionage. Alleen politie en inlichtingendiensten zijn daartoe gerechtigd.”
In het Stadskantoor van Delft sturen de gespecialiseerde ambtenaren van ‘Newsroom’ elke ochtend hun dagelijkse vangst aan internet-uitlatingen door naar burgemeester en wethouders en betrokken beleidsambtenaren. “Dan weten we sneller wat er speelt in de stad, en zo kunnen we proactiever inspelen op die zaken”, legde online-projectleider Marjan Overgaag uit, toen de gemeente Delft vijf jaar geleden als koploper startte met deze aanpak. Overigens gebeurde dat niet in het geheim. Alle lokale journalisten in Delft werden uitgenodigd in het Stadskantoor om van Overgaag tot in detail uitgelegd te krijgen wat ‘Newsroom’ inhoudt.
“In wisseldiensten werken vier ambtelijke experts van de afdeling voorlichting samen: redacteur, woordvoerder, analist en adviseur”, zei ze destijds. “Elke ochtend maakt de analist een ‘TamTam’, een verzamelbericht van maximaal twee A4’tjes waarin signalen uit de samenleving staan, en mogelijke opkomende issues. Zo krijgen we een omgevingsbeeld van de stad over de afgelopen 24 uur, dat haarscherp weergeeft wat media en opiniemakers over ons zeggen, en wat er leeft onder bewoners en bedrijven over de gemeente. Ook zien we hoe onze woordvoering uitpakt in Delft.”

Nepaccounts
Er gingen in 2016 bij de verzamelde plaatselijke pers geen alarmbellen rinkelen over het pionieren van het gemeentebestuur met die ‘Newsroom’ formule. Maar hoe is het nu? Worden intussen ook in Delft nepaccounts gebruikt door de ambtenaren die beroepshalve het internet afstruinen, speurend naar onvrede? “De gemeente gebruikt, net als elke andere sociale mediagebruiker, uitsluitend openbare informatie, berichten die mensen en media bewust delen”, aldus een woordvoerder. “De gemeente kan daar op inspelen. Dat kan gaan om informatieverstrekking maar ook betrekking hebben op maatregelen in de openbare ruimte.” Over of daarbij gebruik wordt gemaakt van schuilnamen weigert de gemeente Delft op dit moment uitsluitsel te geven. Wél laat de woordvoerder weten dat naar aanleiding van berichten in de media meerdere Delftse raadsfracties vragen aan het college van burgemeester en wethouders hebben gesteld over het gebruik van sociale media door de gemeente. Hierop volgt later een reactie.

Zwakke pers
Een andere reactie komt van journalist Henk de Kat, voormalig redactiechef van de Delftsche Courant. “Inwoners van Delft worden in wettelijke zin misschien niet ‘bespioneerd’, maar actiegroepen en protesterende burgers worden wel degelijk, elke dag en al jarenlang, op de voet gevolgd aan de hand van hun uitingen op social media. In beginsel goed bedoeld allemaal, neem ik aan. Maar het her en der grensoverschrijdend onderzoeksgedrag, dat nu via het Groningse onderzoek boven water komt, legt glashelder bloot dat er structureel toch iets behoorlijk scheef zit in de communicatie tussen lokale overheid en de bevolking. Enerzijds zie je een gemeentebestuur dat zich via ‘Newsroom’ elke dag voorziet van een naar eigen zeggen ‘haarscherp beeld van wat er leeft in de stad’. Anderzijds krijgt de doorsnee Delftenaar nauwelijks of geen beeld van wat de gemeente zélf zoal aan plannen in petto heeft.” Dat grote verschil aan informatieve kennis komt volgens de oud-journalist vooral door verzwakking van de lokale pers in de afgelopen vijftien jaar. “Uitgevers van nu nog bestaande lokale media brengen, in hun strijd om commercieel te overleven in een wereld vol gratis internetnieuws over grote binnen- en buitenlandse onderwerpen, tegenwoordig liever vooral luchtig nieuws, dan dat ze hun journalisten erop uit sturen of tijd gunnen om ‘zwaar’ politiek gedoe te gaan volgen. Zo is een naar mijn idee zorgelijk gebrek ontstaan aan onafhankelijke, betrouwbare informatie over politieke toekomstplannen van gemeente en waterschap Delfland die de eigen omgeving of de eigen bedoening van de mensen raken. Keer op keer maken we nu mee dat Delftenaren zich ‘overvallen’ voelen, en pas in de gaten krijgen dat hun iets boven het hoofd hangt, als bij wijze van spreken de wagen met de sloopkogel of de heimachine de straat inrijdt. Dat leidt telkens tot maatschappelijke onvrede, waarmee de gemeente dan vervolgens weer druk is om dié onrust in de peiling te houden. Voor een goed functioneren van de lokale democratie kan dat eigenlijk niet zo doorgaan.”

Delfts persbureau
“Laten we in Delft een experiment gaan doen met een journalistieke helpdesk, die de bevolking betrouwbaar en actueel gaat informeren over nieuwe politieke plannen van de gemeente en van waterschap Delfland”, stelt De Kat nu voor. Hij zegt dat de hele Delftse pers achter dat idee staat.

Mediafonds Delft
Oud-journalist Henk de Kat was met Stef Breukel en Rob Hundman de grondlegger van het vorig jaar gevormde Mediafonds Delft. Dat kreeg in juni 2020 van de gemeente een subsidie voor dit jaar van 30.000 euro voor het doen van specifiek ‘Onderzoeksjournalistiek’. Zeker welkom, die steun, zegt De Kat, al is hij zelf niet langer betrokken bij dit Delftse mediafonds. “Maar hier ligt naar mijn idee de prioriteit niet. Je krijgt voor dat geld een beperkt aantal publicaties, en vermoedelijk zullen dat vooral reportages worden die terugblikken op een politieke misstand. Prima, ook nodig. Maar ik denk eerlijk gezegd dat er veel grotere maatschappelijke behoefte is aan een dagelijks nieuwsbericht over de laatste plannen van gemeente en waterschap, aangeleverd door een compact clubje betrouwbare vakjournalisten. Dat lijkt me dé voorwaarde om Delftenaren in een zo pril mogelijk stadium nou eens echt te betrekken bij het in breed draagvlak verder uitwerken van politieke voornemens.”

Steun
Hij kreeg twee jaar geleden al steun van de hele Delftse vakpers voor zijn idee om als tegenhanger van de huidige ‘Newsroom voor Het Bestuur’ een soort ‘Newsroom voor Delftenaren Zelf’ te starten, zoals De Kat het nu omschrijft. “De directies en hoofdredacties van zowel AD Delft, Delft op Zondag, Delftse Post, Omroep Delft en Omroep West staan er unaniem achter, wat echt bijzonder is, en ook redacteuren van wijkkranten zijn dolgelukkig met deze ondersteuning. Alle chefs van de Delftse media beseffen dat de komst van zo’n lokaal nieuwsbureau hen basaal speurwerk uit handen neemt, waardoor hun redacteuren meer tijd krijgen om de straat op te gaan voor levendige politieke verhalen, en om zelf meer onderzoeksjournalistiek te gaan doen voor krant, omroep en websites.”
Ook professor Jaap de Jong van de Universiteit Leiden, dé kenner van het Nederlandse medialandschap, is enthousiast over het nieuwe persbureauconcept voor samenwerkende lokale journalistiek. Hij verklaarde zich bereid wetenschappelijk onderzoek te doen naar het resultaat van een experiment hiermee in Delft.
De Kat hoopt dat de nieuwe gemeenteraad, die in maart 2022 wordt gekozen, zich met financiële steun schaart achter een proef voor een maand of drie, vier. “Als die slaagt, kun je daarna verder praten over de continue financiering van zo’n compact nieuwsbureau. Het geld ervoor zou bij voorbeeld zeker ook van sommige media zelf kunnen komen, aangevuld met enige financiering van de lokale overheden vanuit hun maatschappelijk belang. Ik weet in elk geval dat men bij het CDA en de CU in Delft en ambtelijk ook bij het waterschap al wel voelt voor zo’n echte versterking van de plaatselijke pers.”

Radicale omslag
Op Het Binnenhof wordt momenteel druk gedebatteerd over mogelijke ‘radicale veranderingen’ in de landelijke politiek, zegt De Kat. “Laat de Delftse politiek ook zo’n radicale omslag maken wat betreft de communicatie tussen overheid en bevolking”, vindt hij. “Want willen we in de stad af van telkens opflakkerende onvrede over alweer een ‘overval’ met een politieke plan, dan moet er voor betere informatie naar de bevolking een structurele versterking van de lokale pers komen. Dat lijkt me veel nuttiger voor het functioneren van de plaatselijke democratie, dan als gemeente via al dan niet wettige ‘spionage’ angstvallig blijven volgen waar het nou weer mis gaat.”