Spooruitbreiding tussen Delft Campus-Schiedam nog lang niet zeker

DELFT - Het Nationaal Groeifonds maakte begin april bekend dat het een miljard euro beschikbaar stelt voor de verbetering van het spoor tussen Delft Campus (voormalig Delft Zuid) en Schiedam. Maar wat gaat er precies gaat gebeuren met dat geld is nog lang niet duidelijk.

Door Esdor van Elten 

Gejuich alom voor de toekenning door het Nationaal Groeifonds van de Rijksoverheid van maar liefst een miljard euro aan het project ‘Oude Lijn’ tussen Delft en Schiedam. Hiermee lijkt een lang gekoesterde wens, de uitbreiding van twee naar vier sporen, eindelijk werkelijkheid te worden. “Die vier sporen zijn meer dan welkom, stelt mobiliteitswethouder Martina Huijsmans op de site van de gemeente Delft. “We willen in Delft 15.000 woningen erbij. Hoe houd je Delft dan bereikbaar? Door de trein een boost te geven. En dat is precies waar die vier sporen voor gaan zorgen!” Ook in diverse media werd de spooruitbreiding als als vaststaand feit bejubeld. Eindelijk een oplossing voor de beruchte bottleneck op dit drukste stukje spoor van Nederland!

Alleen... die spooruitbreiding is nog helemaal geen voldongen feit, zo leert navraag bij Prorail. “We zien dit als een eerste stap naar een mogelijke uitbreiding”, zo laat woordvoerder Rocelle van der Kemp van Prorail weten.

Op de groei
“Er speelt veel op dit stuk spoor”, legt Van der Kemp uit. “Op dit moment wordt het programma’ Hoogfrequent Spoorvervoer Rijswijk-Rotterdam uitgevoerd. Daardoor moeten er in de toekomst op dit traject per richting acht intercity’s en zes sprinters kunnen rijden.” Dat heeft grote gevolgen voor de dienstregeling: die wordt veel eenvoudiger. Net als bij de metro komt de volgende trein straks altijd binnen een paar minuten voorrijden. Om dat mogelijk te maken wordt het spoor tussen Rijswijk en Delft Campus momenteel uitgebreid van twee naar vier sporen. Daarmee wordt ook het ‘loze’ deel van de Willem van Oranjetunnel dat indertijd al ‘op de groei’ is aangelegd, over niet al te lange tijd in gebruik genomen. Uitbreiding naar vier sporen tussen Delft Campus en Schiedam is geen onderdeel van dat programma, en vooralsnog ziet Prorail ook geen redenen om daar verandering in te brengen. “Een spoorverdubbeling is voor de huidige planning niet nodig”, aldus Van der Kemp. “In de nabije toekomst breiden we het aantal treinen op dit traject uit van 22 naar 28 treinen per uur, en dat kunnen we prima realiseren door de huidige twee sporen en het beveiligingssysteem aan te passen.”

Eerste stap
Is Delft dan blij gemaakt met een dode mus? “De uitbreiding van twee naar vier sporen tussen Delft en Schiedam is nog niet zeker”, geeft een woordvoerder van de gemeente desgevraagd toe. “In het Nationaal Groeifonds is 1 miljard euro voor de spoorverdubbeling tussen Delft en Schiedam gereserveerd. Hiermee is een belangrijke financiële stap gezet om dit mogelijk te maken.” Een stap inderdaad, en zo ziet Prorail het ook, aldus Van der Kemp, die een toekomstige spooruitbreiding ook niet uitsluit: “We zijn blij met deze ontwikkeling, maar het is inderdaad pas een eerste stap. De volgende stap is een verkenning naar de mogelijkheden. Daarom gaan we graag met stakeholders, zoals de Provincie en de betrokken gemeenten, in gesprek.” De gemeente Delft zal dat gesprek zeker aangaan, want die ziet ziet de spoorverdubbeling graag komen: “De verwachting is dat in de toekomst het aantal treinreizigers blijft groeien onder andere door de woningbouw. De verdubbeling van het spoor tussen Delft en Schiedam, als onderdeel van de capaciteitsuitbreiding van het spoor tussen Leiden en Dordrecht, is noodzakelijk om de reizigersgroei aan te kunnen”, aldus de woordvoerder.

Meer geld nodig
Maar voordat het zover is moet er dus nog heel wat gebeuren. Niet in de laatste plaats omdat een miljard euro weliswaar veel geld is, maar dat dit bedrag toch maar de helft dekt van de verwachte kosten voor de spooraanpassing. Er zal dus ook van elders nog geld vandaan moeten komen. Maar van wie? “Het Nationaal Groeifonds biedt de financiële mogelijkheid om een deel van grootschalige infrastructuur te financieren. Voor het resterende budget wordt een beroep gedaan op de reguliere bestaande fondsen van het Rijk en de regio”, zegt de gemeente. En Delft zelf? Is de stad bereid en in staat om mee te betalen? “Op dit moment verwachten we niet dat gemeenten gevraagd gaan worden om financieel bij te dragen aan een investering in het spoor.”