‘Mooi om weer op natuurijs te kunnen schaatsen’

PIJNACKER - Na de sneeuwpret grijpt de schaatskoorts om zich heen. Een goed weekend om ons jonge sporttalent deze week te zoeken op de ijsbaan. En wie vinden we daar? De elfjarige Olivier Wennekes, schaatser bij IJsvereniging Pijnacker.

Door Cheyenne Toetenel

De jonge Pijnackernaar zit nu in groep 8 op de Johannesschool en kijkt met goede zin vooruit naar het nieuwe avontuur dat hij volgend schooljaar zal gaan beleven op Melanchthon Bergschenhoek. In zijn vrije tijd is hij regelmatig te vinden op het hockeyveld bij HC Pijnacker én als het even kan op het ijs om zijn schaatskwaliteiten te verbeteren.

Schaatsen op tv 
Hockeyen doet Olivier al sinds zijn vierde bij de Pijnackerse club. “Momenteel zit ik in de JD1. Ondanks dat ik het al heel wat jaartjes doe, gaat het nog lang niet vervelen.” Het schaatsen startte een tijd later, toen zowel zijn A-, B-, en C-diploma binnen waren. “Nadat ik goed had leren zwemmen, mocht ik van mijn ouders een andere sport uitkiezen. Op mijn achtste begon ik daarom te schaatsen als jeugdlid van IJsvereniging Pijnacker.” Televisie inspireerde hem bij deze keuze. “In die tijd keek ik al vaak naar schaatswedstrijden. Schaatsen leek mij zo leuk, dat ik het zelf ook goed wilde leren.” Een half jaar ná Olivier, besloot ook zijn oudere broer zich in te schrijven bij de vereniging. “Nu schaatsen we vaak samen.”

Schaatsseizoen
Schaatsen is voor de jonge sporters niet het gehele jaar mogelijk. “Het schaatsseizoen loopt van oktober tot en met maart. In die periode trainen we normaal gesproken elke vrijdag en zaterdag bij De Uithof. Door corona is dat nu iets minder, met de ene week één training en de andere week twee. Dat doen ze zodat meer schaatsers het ijs op kunnen, want je hebt nu steeds een maximum aantal. Jammer, maar ik ben blij dat trainingen nog wel mogelijk zijn. Veel andere ijsbanen zijn gesloten, omdat de gebouwen dicht zijn. Met De Uithof, die open zijkanten heeft waar frisse lucht door naar binnen komt, hebben we dus geluk.” Buiten het schaatsseizoen blijven de leden van IJsvereniging Pijnacker ook actief. “We kunnen dan niet het ijs op, maar doen landtrainingen. We oefenen dan op de schaatstechniek, werken aan onze conditie en doen leuke spelletjes.” Ook tijdens de landtrainingen is Olivier enthousiast. “Mijn trainer Arthur Kluiters zorgt ervoor dat ik zo gemotiveerd ben. Hij is een goede trainer, op het ijs en op het land.” Waarom deze trainer zo goed is? “Hij is grappig en is niet iemand die alleen maar stilstaat en wat vertelt. Hij doet zelf alles voor, wat heel fijn is bij de uitleg.”

Competitief
In het schaatsseizoen rijdt Olivier ook regelmatig wedstrijden. “Dat doe ik in niet-coronatijd om de twee weken. De afstanden die ik schaats zijn de 300 meter en de 500 meter. Sprinten vind ik leuker dan lange afstanden. Je rijdt vooral in je eentje, dan is het leuker om een beetje competitie te hebben op het ijs. Al vind ik marathons wel leuk, want dan rijd je met meer mensen tegelijkertijd.” De snelheid en het competitieve element spreken Olivier aan, maar ook het feit dat hij prestaties individueel moet leveren. “Schaatsen doe je voor jezelf, dus als het misgaat is het ook je eigen fout. Met hockey is dat anders. Daar kun je weleens een wedstrijd verliezen terwijl jij je van je beste kant hebt laten zien. Maar zowel schaatsen als hockeyen wil ik nog lang blijven doen, hoor!”

Winnaar
Na drieënhalf jaar schaatsen heeft Olivier al flink wat wedstrijden gereden. “De wedstrijd die veel indruk op mij heeft gemaakt is de marathon vorig jaar op de ijsbaan bij Leonidas in Rotterdam. Daar viel ik, maar wist ik toch nog eerste te worden in mijn leeftijdsklasse. Dat is iets waar ik trots op ben. Hopelijk zijn schaatswedstrijden volgend seizoen weer mogelijk.”

IJsbaan
Dit jaar staat Olivier voor de derde keer ooit op de natuurijsbaan bij IJsvereniging Pijnacker. “Ik vind het heel leuk om weer op natuurijs te kunnen schaatsen. Helaas vriest het niet vaak lang genoeg in Nederland, maar ik ben blij dat het dit jaar wel kan. Het zou mooi zijn als dat de komende jaren ook zo gaat zijn, het liefst met de Kerstdagen voor een wintersfeer.” Maar er is meer voor Olivier om naar uit te kijken, want hij heeft duidelijke doelen voor ogen. “Later hoop ik een eigen ploeg op te kunnen richten en in de top te komen.” Zijn voorbeelden? “Vroeger was dat Kjeld Nuis, maar nu hij wat minder goed presteert denk ik meer aan Hein Otterspeer. Zelf wil ik later ook de sprints rijden. Mijn grootste droom? De Olympische Spelen, al is dat wel een erg lange weg!”

Ken jij ook een jong sporttalent, iemand die veelbelovend is voor de toekomst? Mail dan naar redactie@delftopzondag.nl en wie weet...!