Paul Tetar van Elven
Paul Tetar van Elven

125 jaar dood en nog springlevend in zijn museum

Algemeen

DELFT - Twee jaar na zijn pensionering als leraar overlijdt op 28 februari 1896 de Delftse kunstschilder Paul Dominique Constantin Tetar van Elven; 72 jaar oud. 125 jaar na zijn dood is hij nog springlevend in zijn museum aan de Koornmarkt. Daar aan de gracht, in dat kunstenaarshuis, leeft de herinnering aan hem nog altijd voort.

Paul Tetar van Elven (geboren 23 september 1823) had in zijn testament vastgelegd dat in zijn huis aan de Koornmarkt een museum moest komen om de Delftenaren de gelegenheid te geven kennis te maken met de schone kunsten. Toch werd het museum pas in 1927 geopend. Wie nu als museumbezoeker door het pand loopt waant zich terug in de negentiende eeuw. In de salon die vol staat met meubelen en porseleinen pronkstukken kijkt de bezoeker zijn ogen uit. Zeker als hij omhoog kijkt en het unieke papieren plafond aanschouwt dat Tetar speciaal had laten maken; met de namen van de door hem bewonderde ‘oude meesters’. De schilder zat in zijn eigen kamer alsof het al een museum was.

In zijn tijd, de negentiende eeuw, was Paul Tetar van Elven een bekend en gewaardeerd schilder. Tegen het einde van zijn leven gebeurde er van alles in de schilderkunst; zijn collega’s experimenteerden erop los en er ontstonden allerlei nieuwe stromingen. Paul Tetar van Elven bleef echter vasthoudend doorwerken in zijn oude stijl en raakte mede daardoor in de vergetelheid. Hij was een goede ambachtelijke schilder, maar daar was weinig belangstelling meer voor. In de grote hal midden in het museum wordt die belangstelling nog wel levend gehouden; net als in zijn atelier op de eerste etage. Er zijn kopieën te zien die Paul Tetar maakte in beroemde musea in binnen- en buitenland. De Nachtwacht en De Anatomische les van Rembrandt, De Stier van Paulus Potter, De Sixtijnse Madonna van Rafaël en meer topstukken zijn te bekijken in de kunstenaarswoning aan de Delftse gracht.