John Verhoef is tegenwoordig vooral in het vastgoed bezig. (foto: Roel van Dorsten)
John Verhoef is tegenwoordig vooral in het vastgoed bezig. (foto: Roel van Dorsten) Foto: Roel van Dorsten

Hoe gaat het met John Verhoef?

Algemeen

PIJNACKER - John Verhoef (32) was een veelbelovende voetballer, maar blessureleed én een maatschappelijke carrière zorgde ervoor dat hij vroeg stopte.

- Hoe gaat het met je?
“Het gaat heel goed, dat geldt ook voor mijn lieve vrouw en onze twee kinderen. We hebben net de sleutel van ons nieuwe huis, dat maakt dat het nu een drukke periode is. Ik heb in Delft twee horecazaken en een hotel gehad, maar die heb ik net voor corona uitbrak verkocht. Ik zit tegenwoordig deels in het vastgoed, maar ik verhuur mijzelf ook een aantal dagen als zzp’er in de bouw.”

- Je hebt altijd bij DSVP gespeeld?
“Ja, vanaf mijn zesde jaar tot aan mijn dertigste, en dat met veel plezier. Ik ben precies twee jaar geleden gestopt, omdat het niet meer verantwoord was na zes operaties aan mijn knie. Al op mijn vijftiende scheurde ik mijn voorste kruisband in mijn knie af. Ik herstelde daar binnen een half jaar van. Maar toen ik 21 jaar was gebeurde hetzelfde, toen vonden de artsen het al niet meer handig dat ik door zou gaan. Maar ik vond en vind het spelletje geweldig, dus aan stoppen heb ik toen niet gedacht. Voetbal was mijn passie, waar ik mooie momenten in heb meegemaakt.”

- Zoals?
“Ik droomde er vroeger altijd van om in het eerste te spelen en al op mijn zeventiende maakte ik mijn debuut in het eerste, uit bij Nootdorp. De trainer die mij liet debuteren was René Wolterman. Maar ook het kampioenschap van de Tweede Klasse, onder trainer Peter Klomp, in 2010 is zo’n mooi moment. We werden thuis tegen RAS kampioen. Een dikke duizend toeschouwers langs de kant. Ik was aanvoerder en maakte ook nog eens het eerste doelpunt. We wonnen met 6-0. Naderhand hebben we nog wel diverse periodes gepakt, maar het kampioenschap in 2010 was het enige dat ik met het eerste elftal heb meegemaakt. Ik heb ook nog een lange tijd onder trainer Marcel de Letter gespeeld. Ik was 24-25 jaar toen ik restaurant De Kromme in Delft begon. Daar ging zoveel tijd in zitten dat voetballen in het eerste van DSVP niet meer ging. Een keuze waar ik nog altijd achter sta.”

- Wat voor type speler was je?
“Een inschuivende laatste man met een goede pass. Geen echte snelheid. Ik was wel altijd de man die de bal wilde hebben. Ik heb ook wel mid-mid gespeeld en zelfs in de spits om de bal voorin vast te houden. Ik heb dus altijd in de as gespeeld.”

- Wat maakt DSVP uniek?
“In Pijnacker heb je DSVP en Oliveo, maar voor mij voelt DSVP beter aan. DSVP is een hele warme club met veel gezelligheid. Ik kan wel stellen dat ik veel van mijn sociale leven, met al mijn vrienden, aan DSVP te danken heb. Zelfs toen ik allang in een vriendenteam speelde en weer eens een blessure had stond er iemand van de club met een bos bloemen aan de deur. Dat zegt wel iets. Ik vind het dan ook jammer dat wij op dit moment niet naar de club kunnen, ik mis dat wel.”

- Wat doe je nu nog?
“Wielrennnen, dat gaat nog wel met mijn knie. Ik hoop in de toekomst het tennissen op te kunnen pakken. Maar mijn vrouw speelt ook tennis, dus is het nu met twee jonge kinderen niet te doen om allebei te spelen. Het is jammer dat het op dit moment niet kan, maar ik hoop dat ik op donderdagavond nog een balletje kan trappen met ons vriendenteam van DSVP 3, waar ook Léon Braat, Roel de Weerd, Bas Ruijgrok, Rob Meijer en Benny Bolleboom in voetballen. Geen gekke dingen, gewoon een rondootje, vooral voor de gezelligheid en de kleedkamerhumor.” (RvD)