Afbeelding
Foto: van Hemmen

Dubbel Delft 29/8

Algemeen

DELFT – Het was in 1951 een beetje vreemde eend in de bijt: de Rubber-Stichting aan de Oostsingel 178. Er werd niks geproduceerd, niks verkocht en de werknemers hadden een vijfdaagse werkweek. Het was een proeffabriek en reclamebureau voor natuurrubber (latex) uit het toenmalige Nederlands-Indië; een naoorlogs overblijfsel van een koloniaal verleden. Door heel Europa was de Rubber-Stichting actief met het promoten en het ontwikkelen van allerlei toepassingen van dit natuurproduct. Het complex werd gebouwd in 1951 op een gebied aan de rand van de stad. Op het terrein bevond zich een gebouw waar banden werden getest, een eigen timmerwerkplaats, opslagplaatsen voor chemicaliën en een fietsenstalling. Het hoofdgebouw had een ruime entree, diverse kantoren, een bibliotheek, een tentoonstellingszaal, een filmzaal, magazijnen en natuurlijk een aantal laboratoria en fabriekshallen. Voor die tijd was het een modern bedrijf: de werknemers werkten alleen overdag en hadden goede secundaire arbeidsvoorwaarden. Terwijl er niets voor de consument werd geproduceerd en het dus alleen maar geld kostte. Wel werd rubber uitgebreid gepromoot middels tentoonstellingswagens, natuurlijk ook interessant voor de buurtkinderen van de Oostsingel. Rond het gebouw lagen een aantal schitterende tuinen en een sfeervol slootje dat de grens met het naastgelegen Sint-Joris Gasthuis markeerde. De hoofdingang van het Joris lag toen nog aan de Oostsingel. Nadat Soekarno aan de macht was gekomen en de Republiek Indonesië werd uitgeroepen was het al snel gedaan met de Rubber-Stichting. Soekarno maakte duidelijk dat de republiek zelf de promotie van natuurrubber ter hand zou nemen en dus werd het gebouw met z’n proefhallen verkocht aan Shell, dat wat later verhuisde naar een grotere accommodatie en plaats maakte voor de Delftse Analisten Cursus. De laatste bewoner van het gebouw was de Optische Industrie die extra ruimte nodig had voor het onderzoek dat ze deden. Uiteindelijk kwam het gebouw leeg te staan en werd het gesloopt om plaats te maken voor fraaie urban villas. De herinnering aan de Rubber-Stichting is de naamgeving: men woont daar aan de Rubberplantage. Ook het slootje met de oude knotwilgen is er nog.

Afbeelding