Het stadsgesprek vond deze keer plaats bij Lijm & Cultuur. Van links naar rechts: bestuurslid Jan Bloemberg (staand), Wolter Smit, Kim Huijpen, burgemeester Marja van Bijsterveldt en rector Tim van der Hagen
Het stadsgesprek vond deze keer plaats bij Lijm & Cultuur. Van links naar rechts: bestuurslid Jan Bloemberg (staand), Wolter Smit, Kim Huijpen, burgemeester Marja van Bijsterveldt en rector Tim van der Hagen

'Het virus is nog niet klaar met ons'

Algemeen

DELFT - Op 8 juli 2020 gingen burgemeester Marja van Bijsterveldt en de rector magnificus van TU Delft Tim van der Hagen voor de vierde keer in gesprek met de stad. Dit keer ging het gesprek over de impact van de coronacrisis op de stad en universiteit.

Door Bianca Poort

Het begint een traditie te worden. Voor de vierde keer organiseerde TOPDelft samen met de gemeente Delft en TU Delft een stadsgesprek met de burgemeester en rector van TU Delft. Het gesprek ging over de coronacrisis, die voor zowel de gemeente als de universiteit voor ingrijpende maatregelen en beslissingen zorgde. Onder leiding van moderatoren Kim Huijpen en Wolter Smit werd teruggeblikt op de afgelopen maanden en vooruit gekeken naar wat nog gaat komen.

Veerkracht
Op 29 februari werd bekend dat een van de studenten van de TU Delft het coronavirus opgelopen had. “Toen ging alles los”, herinnert rector Tim van der Hagen. “Twee weken later hebben we het hele onderwijs naar online moeten omzetten en 95 procent van het onderwijs is op die manier door kunnen gaan. Natuurlijk niet in volmaakte vorm, maar het was iets. En ook het onderzoek hebben we geprobeerd door te laten gaan op de campus. Normaal zijn er 30.000 mensen, toen waren het er 1200. We hebben geprobeerd om dat wat we kunnen doen, door te zetten.” Eenzelfde beweging vond plaats bij de gemeente. “We hadden al ideeën over meer thuiswerken”, vertelt burgemeester Marja van Bijsterveldt. “Het zou eigenlijk jaren duren. Maar nu was het binnen een week geregeld!” Van der Hagen vindt die veerkracht indrukwekkend. Terwijl mensen zich zorgen maakten om zichzelf en hun naasten, probeerden velen om het normale leven zoveel mogelijk door te laten gaan. “En toch kent elke veerkracht zijn grens”, waarschuwt hij. “Het is ook onze verantwoordelijkheid om nu te zeggen: het is even genoeg geweest. Neem ook rust. Dat is in het belang van ons allemaal.”

Kleine moeite
Tijdens het gesprek hadden mensen de mogelijkheid om via Facebook en e-mail vragen te stellen. Een van de opmerkingen die binnenkwam, was de constatering dat veel mensen de maatregelen wel snappen, maar de uitwerkingen daarvan niet begrijpen. Meerdere mensen stoorden zich bijvoorbeeld aan het feit dat de waarschuwingsborden de stad nog steeds ‘ontsieren’. “Laten we eerlijk zijn: als we om ons heen kijken, zie je hier en daar toch een klein beetje meer souplesse met de regels”, zei Van Bijsterveldt daarover. “En dan druk ik het netjes uit. Maar die anderhalve meter is een dam tegen een nieuwe griepgolf. Daar moeten we rekening mee houden. Daar waar het te los wordt, gaat het mis – kijk bijvoorbeeld naar Barcelona. We moeten vasthouden aan de bekende drieslag: blijf op anderhalve meter afstand van elkaar, was je handen regelmatig en als je je niet lekker voelt, blijf dan thuis en laat je testen. Dat is het enige wat van de burger gevraagd wordt. Het is een heel kleine moeite, dat moeten we toch kunnen? Dus voor de duidelijkheid blijven die borden zichtbaar. We denken dat we er klaar mee zijn, maar het virus is nog niet klaar met ons.”

Financiën
Vorige week werd bekend dat de coronacrisis de gemeente tot dusver dertien miljoen euro heeft gekost. Dat is een flink bedrag, waardoor de terechte vraag werd gesteld of we ons zorgen moeten maken over de financiële toestand van de stad. “We staan voor zwaar weer, daar kan ik wel eerlijk in zijn”, gaf Van Bijsterveldt toe. “We hebben wel wat reserves, maar die kun je niet zomaar even opmaken. We moeten heel goed kijken hoe we die gaan besteden. Het is een kwestie van scherpe prioriteiten stellen, want we willen niet ten onder gaan. De komende weken gaan we daar als college over nadenken en dan komen we met een begroting waarin we keuzes maken. Het kan zijn dat er dan een aantal dingen niet meer kunnen.” Ook voor de universiteit heeft de huidige crisis financiële consequenties. “Dat gaat vooral om de promovendi”, aldus Van der Hagen. “Die worden met externe middelen bekostigd en het is maar afwachten of dat gewoon door kan blijven gaan. Als die financiële middelen wegvallen, zou het kunnen zijn dat we daardoor straks minder promovendi hebben. En daarmee valt de innovatiekracht- en tempo van Nederland terug. Dat zou funest zijn. Je moet dus juist nu inzetten op innoveren.” Daar kan Van Bijsterveldt zich in vinden. “Je moet niet alleen kijken naar vandaag, maar ook naar de kansen die er liggen”, beaamt zij. “Het mag niet zo zijn dat anderen ons bijvoorbeeld op technisch gebied voorbijstreven, dus we moeten zorgen dat er geld is voor de toekomst. Wij geloven heel erg in die groeiagenda.”

Gezond verstand
“De campus gaat in september weer mondjesmaat open, vooropgesteld dat het virus niet opeens weer oplaait”, vertelt Van der Hagen als hem wordt gevraagd hoe Delft er in de nabije toekomst uitziet. “We hopen dat we twintig procent van de studenten kunnen ontvangen. Daarbij is de anderhalve meter afstand is heel belangrijk. Niet alleen in de gebouwen, maar ook in de stad. En daar is wel een aantal bottlenecks, zoals fietsbruggetjes en het stationsplein. Dus we zetten mensen neer op plekken waar het normaal heel druk is en die kunnen aangeven: het is nu te druk, je zult even moeten wachten.” Maar op deze drukke plekken komen natuurlijk niet alleen studenten. Zijn er dan ook momenten dat de gewone burgers moet wachten, of bijvoorbeeld het station niet inkomen? “De studenten worden ontvangen in een tijdvak tussen acht uur ’s ochtends en acht uur ’s avonds, dus dat wordt verspreid. Maar mensen die daar gewoon lopen, zullen ook moeten opletten”, zegt Van Bijsterveldt. “We vertrouwen ook op het gezonde verstand van de mensen”, voegt Van der Hagen toe. “Maar als het niet goed gaat, moet de campus weer dicht.”